Hft 1
Parallelle school = ouders leggen hun kinderen bepaalde activiteiten op waardoor het na school
alsnog voelt alsof de kinderen weer school hebben.
Na de basisschool bereid de wereld van het kind zich uit. Jongens en meiden trekken er veel meer op
uit en ook steeds meer samen en zij hebben meer te maken met sociale media.
Kasper Hauser zat jaren opgesloten in een kleine ruimte met alleen twee paardjes en een hond als
speelgoeddieren en wat stro. Water en brood werd hem gebracht als hij sliep.
Door taal ontstaat de wereld. Kasper ontwikkelde zich pas toen hij zich onder de mensen bevond.
Duits-amerikaanse psycholoanalyticus René Spitz
- Onderzocht in de jaren 40 een groep baby’s die in een kinderhuis werd verzorgd. Kinderen lagen
dagenlang in bedjes en werden alleen verschoond en kregen eten. Zagen er laagbegaafd uit en
hadden geen uitstraling
Psychiater John Bowly
- Startte in jaren 50 onderzoek naar moeder-kind relatie.
- Kind kan zich eigelijk alleen goed ontwikkelen als het een goede relatie met de moeder heeft
Pedagoog Rien van Ijzendoorn
- Benadrukt ook het belang van gehechtheid voor de ontwikkeling van een kind.
Hieruit valt dus te concluderen dat een kind alleen kan ontwikkelen door een medemens die zich om
hem bekommerd
Biologen spreken over mensen als secundaire nestblijvers. Hij is te vroeg geboren en moet daarom
nog een jaar lang in een soort culturele buitenbaarmoederlijke ruimte te verblijven.
Duitse pedagoog Johann Herbart
- Mens is vatbaar voor vorming
Portugees-amerikaanse neuroloog Antonio Damasio
- Hersenen als complex regel- en schakelcentrum ook voorstellingen voortbrengen
- Onderscheidt twee soorten voorstellingen: eerste en tweede orde. Eerste: voorstellingen van
object wat we waarnemen. Tweede: voorstellingen die relatie tussen de voorstellingen van de
eerste orde afbeelden
Franse psychoanalytica francoise Dolto
- Spreekt over het lichaamsschema (sensomotorische ontwikkeling van lichaam) en het
lichaamsbeeld ( hangt af van relatie die kind heeft met eerste die hem verzorgd)
Franse psychoanalyticus Jacques Lacan
- Vergelijkt het ‘ik’ wat een kind in eerste levensjaren met een spiegel. Na ongeveer 6 maanden
heeft een kind belangstelling voor het spiegelbeeld. Als ze anderhalf zijn herkennen zij zich
hierin. Gaandeweg gaat het kind zich aan het spiegelbeeld gelijkstellen.
, - Imaginaire orde: de relatie die het kind aanvankelijk met de moeder heeft speelt zich af in de
imaginaire orde. Het kind identificeert zich met haar en neemt het beeld dat zij hem voorspiegelt
over.
Een kind wordt pas deelgenoot als het zich weet los te maken van de eerste medemens en de
imaginaire relatie die het met hem onderhoudt, ondergeschikt maakt aan de orde van de taal.
Ellen Key vond dat kinderen met rust gelaten moesten worden. Hierdoor ontstond langzamerhand
jeugdland
1874: kinderen verboden te laten werken tot 12 e
1901: leerplicht ingesteld
Sinds 2007: kinderen volgen tot hun 18 e of langer onderwijs
1905: Wet dat ouders die kinderen verwaarlozen en dergelijke uit ouderlijke macht kunnen worden
gezet
De historische-pedagoog Dasberg noemt dit jeugdland: een speciaal voor kinderen en jongeren
ingerichte wereld
Jeugdland begon in de 18e eeuw, 19e eeuw werd dit beter maar pas sinds vorige eeuw gaan alle
kinderen naar school.
Betje wolf vond Constantijn een wandelend woordenboekje omdat zij vond dat kinderen op te jonge
leeftijd al dingen moesten leren
Jeugdland wordt steeds meer medialand.
Hft 2
Jean-Jacques Rousseau
- Keerde zich tegen depressie en dwang als opvoedingsmiddelen
- Hij wil dat een kind de gevolgen van zijn handelingen ondergaat en leert inzien dat hijzelf en de
volwassene bepaalde belangen hebben
Tweede helft 18e eeuw werd slaan van kinderen geminderd. Nu was het zo dat als de kinderen
geslagen werden de opvoeder aan het kind moest uitleggen waarom dit gebeurde. langzaamaan
werd dit veranderd naar het praten met kinderen.
Pedagogen uit Locke brachten een belangrijk verlichtingsideaal naar voren: Elk kind is uniek en
daarmee moet de opvoeder rekening houden.
3 samenhangende thema’s met de pedagogiek van de 18 e eeuw
1. De erkenning van de eigenheid van het kind (individualiteit)
2. Het opdoen van ervaringen worden benadrukt: zintuigen moeten op een speelse manier worden
geoefend en gescherpt (activiteit)
3. Over die ervaringen voeren opvoeders en kinderen gesprekken (dialoog)
Opvoedingsprincipe: Elk kind moet worden opgevoed