VenM BLOK ½ Tentamen 1
Leerdoelen............................................................................................................................. 2
VenM 1.............................................................................................................................. 2
Leertaak 2 Klinisch redeneren......................................................................................2
Leertaak 3 Classificatiesystemen.................................................................................3
Leertaak 4 Ziektebeelden en patiëntproblemen.............................................................5
Leertaak 5 Gegevens verzamelen en functionaliteit gezondheidspatronen...................5
Leertaak 6 Geschiedenis van de verpleegkundige........................................................5
Leertaak 7 Bronverwijzing.............................................................................................6
Leertaak 8 Hypothesen toetsen en diagnosen formuleren volgens PES......................6
Leertaak 9 Evidence Based Practice (EBP)..................................................................6
Leertaak 10 Beoogde zorgresultaten en regie, zelfmanagement, shared decision
making........................................................................................................................... 7
Leertaak 11 Interventies en activiteiten........................................................................7
Leertaak 12 Gezonde ouderen......................................................................................7
Leertaak 13 Ouderen met dementie..............................................................................8
Leertaak 14 Evalueren en afronden..............................................................................9
VenM 2............................................................................................................................ 11
Leertaak 1 Oriëntatie op preventie..............................................................................11
Leertaak 2 Wat is overgewicht?..................................................................................13
Leertaak 3 Anamnese, PE(S) en screening.................................................................13
Leertaak 4 Gedragsverklaring.....................................................................................14
Leertaak 5 Doelen, methodieken en interventies.........................................................17
Leertaak 6 Motiverende gespreksvoering....................................................................18
Leertaak 7 Zelfmanagement en positieve gezondheid................................................18
Leertaak 8 Implementatie en evaluatie........................................................................20
Leertaak 9 Voorlichting aan mensen met overgewicht................................................20
Leertaak 10 Ethiek......................................................................................................20
Leertaak 11 Mensen met een verstandelijke beperking...............................................21
Leertaak 12 Gezondheidsbevordering bij mensen met een verstandelijke beperking. 23
Vragen uit leertaken............................................................................................................. 25
Vragen proeftoets................................................................................................................. 26
Overige informatie................................................................................................................ 29
Aantekeningen WC/HC....................................................................................................29
Informatie uit leertaken....................................................................................................30
1
,Leerdoelen
VenM 1
Leertaak 2 Klinisch redeneren
● Het begrip methodisch handelen als basis van klinisch redeneren kunnen uitleggen.
- Methodisch handelen betekent bewust een doel stellen in plaats van op basis van
een eerste ingeving handelen. Het valt te vergelijken met het doorlopen van de
kwaliteitscyclus.
- Klinisch redeneren is op methodische wijze bedenken welke zorg iemand nodig
heeft, welke zorg precies dan verleend gaat worden en evalueren of die zorg ook
het juiste effect heeft.
→ Continue proces van gegevensverzameling en analyse gericht op de
vragen en problemen van een individu en diens naasten in relatie tot
ziekte en gezondheid.
● De fases van klinisch redeneren benoemen (en de inhoud van iedere fase aan de hand
van een voorbeeld uitgeleggen).
Stap 1: Oriënteren op de situatie.
Wat is de actuele gezondheidssituatie van de patiënt?
Stap 2: (Klinische) probleemstelling.
Wat is er mis met de patiënt?
Stap 3: Aanvullend onderzoek.
Nodig om een ziekte of gevolgen van een aandoening aan te tonen.
Stap 4: Beleid.
Welke zorg is nodig?
Stap 5: Verloop.
Prognose; altijd kans op complicaties/ fouten/ ongewenste effecten beleid.
Stap 6: Evaluatie.
● De stappen uit het verpleegkundig proces bij naam kennen (en de toepassing van
iedere stap aan de hand van een voorbeeld kunnen uitleggen).
- Anamnese: gegevens verzamelen.
- Diagnose: problemen of mogelijke problemen bij de zorgvrager.
- Resultaten: wat is het doel?
- Planning: verpleegkundige interventies plannen
- Uitvoering / interventies: wat moet ik doen om het resultaat te behalen?
- Evalueren: heb ik mijn doel aan behaald of ben ik deze aan het behalen?
2
,● Een tabel gemaakt waarin de samenhang tussen de fases van de pdca-cyclus, van het
klinisch redeneren en van het verpleegkundig proces tot uiting komt.
Kwaliteitscyclus Klinisch redeneren Verpleegkundig proces
anamnese
risico-inschatting
vroegsignalering diagnose
probleemherkenning
resultaten
plan
interventie interventie
do
check monitoring evaluatie
act
Leertaak 3 Classificatiesystemen
● Uitleggen wat classificatiesystemen zijn en waar deze in de verpleegkunde voor dienen.
Een classificatiesysteem identificeert en classificeert ideeën of objecten op grond van
hun overeenkomsten. Goed ontwikkelde classificatiesystemen van gestandaardiseerde
verpleegkundige begrippen zijn nodig om de volgende redenen:
- Vergroten van de verpleegkundige kennis.
- Ondersteunen van geautomatiseerde bestanden.
- Definiëren en overbrengen van unieke verpleegkundige kennis.
- Verbeteren van de kwaliteit van de verpleegkundige zorg.
- Beïnvloeden van besluitvorming binnen de gezondheidszorg.
● Globaal weten wat het ICF-model, de classificatiesystemen NANDA-I-NOC-NIC en de
functionele gezondheidspatronen volgens Gordon inhouden.
ICF-model kijkt vanuit 3 dimensies naar functioneren van mensen:
- Biologisch.
- Psychologisch.
- Sociaal.
ICF onderdelen
De ICF bestaat uit twee delen met elk twee componenten:
3
, Functioneren en functioneringsproblemen; functies en anatomische eigenschappen
& activiteiten en participatie.
Contextuele factoren; externe en persoonlijke factoren.
- Lichamelijk functioneren: fysiologische en mentale functies (b(ody)),
anatomische eigenschappen (s(structures)). → er mankeert iets; stoornis
in/ verlies van/ afwijking aan…
- Activiteiten (a); menselijk handelen, activiteiten, in staat beslissingen te
nemen, ADL → beperkingen in het vermogen tot …
- Participaties (p); deelnemen maatschappelijk leven, werk, sociale
contacten → moeite met uitvoer van …
- Externe factoren (e) (buiten individu); wetgeving → belemmerende of
bevorderende factoren.
- Persoonlijke factoren; leeftijd, opvoeding.
Domein; bindend hoofdonderwerp, het hoogste niveau.
NANDA-I heeft er 13 (verpleegkundige doelen).
NIC heeft er 7.
Klasse; lager niveau.
NIC heeft er 30.
Label; laagste, meest gedetailleerde niveau.
Classificatie van diagnosen (NANDA-I).
Interventie (NIC).
Resultaten (NOC).
● Ordenen van de gegevens uit een patiëntcasus in de kaders van het ICF-model.
De ICF biedt een standaardtaal en een schema voor het beschrijven van iemands
functioneren vanuit drie verschillende perspectieven:
4
Leerdoelen............................................................................................................................. 2
VenM 1.............................................................................................................................. 2
Leertaak 2 Klinisch redeneren......................................................................................2
Leertaak 3 Classificatiesystemen.................................................................................3
Leertaak 4 Ziektebeelden en patiëntproblemen.............................................................5
Leertaak 5 Gegevens verzamelen en functionaliteit gezondheidspatronen...................5
Leertaak 6 Geschiedenis van de verpleegkundige........................................................5
Leertaak 7 Bronverwijzing.............................................................................................6
Leertaak 8 Hypothesen toetsen en diagnosen formuleren volgens PES......................6
Leertaak 9 Evidence Based Practice (EBP)..................................................................6
Leertaak 10 Beoogde zorgresultaten en regie, zelfmanagement, shared decision
making........................................................................................................................... 7
Leertaak 11 Interventies en activiteiten........................................................................7
Leertaak 12 Gezonde ouderen......................................................................................7
Leertaak 13 Ouderen met dementie..............................................................................8
Leertaak 14 Evalueren en afronden..............................................................................9
VenM 2............................................................................................................................ 11
Leertaak 1 Oriëntatie op preventie..............................................................................11
Leertaak 2 Wat is overgewicht?..................................................................................13
Leertaak 3 Anamnese, PE(S) en screening.................................................................13
Leertaak 4 Gedragsverklaring.....................................................................................14
Leertaak 5 Doelen, methodieken en interventies.........................................................17
Leertaak 6 Motiverende gespreksvoering....................................................................18
Leertaak 7 Zelfmanagement en positieve gezondheid................................................18
Leertaak 8 Implementatie en evaluatie........................................................................20
Leertaak 9 Voorlichting aan mensen met overgewicht................................................20
Leertaak 10 Ethiek......................................................................................................20
Leertaak 11 Mensen met een verstandelijke beperking...............................................21
Leertaak 12 Gezondheidsbevordering bij mensen met een verstandelijke beperking. 23
Vragen uit leertaken............................................................................................................. 25
Vragen proeftoets................................................................................................................. 26
Overige informatie................................................................................................................ 29
Aantekeningen WC/HC....................................................................................................29
Informatie uit leertaken....................................................................................................30
1
,Leerdoelen
VenM 1
Leertaak 2 Klinisch redeneren
● Het begrip methodisch handelen als basis van klinisch redeneren kunnen uitleggen.
- Methodisch handelen betekent bewust een doel stellen in plaats van op basis van
een eerste ingeving handelen. Het valt te vergelijken met het doorlopen van de
kwaliteitscyclus.
- Klinisch redeneren is op methodische wijze bedenken welke zorg iemand nodig
heeft, welke zorg precies dan verleend gaat worden en evalueren of die zorg ook
het juiste effect heeft.
→ Continue proces van gegevensverzameling en analyse gericht op de
vragen en problemen van een individu en diens naasten in relatie tot
ziekte en gezondheid.
● De fases van klinisch redeneren benoemen (en de inhoud van iedere fase aan de hand
van een voorbeeld uitgeleggen).
Stap 1: Oriënteren op de situatie.
Wat is de actuele gezondheidssituatie van de patiënt?
Stap 2: (Klinische) probleemstelling.
Wat is er mis met de patiënt?
Stap 3: Aanvullend onderzoek.
Nodig om een ziekte of gevolgen van een aandoening aan te tonen.
Stap 4: Beleid.
Welke zorg is nodig?
Stap 5: Verloop.
Prognose; altijd kans op complicaties/ fouten/ ongewenste effecten beleid.
Stap 6: Evaluatie.
● De stappen uit het verpleegkundig proces bij naam kennen (en de toepassing van
iedere stap aan de hand van een voorbeeld kunnen uitleggen).
- Anamnese: gegevens verzamelen.
- Diagnose: problemen of mogelijke problemen bij de zorgvrager.
- Resultaten: wat is het doel?
- Planning: verpleegkundige interventies plannen
- Uitvoering / interventies: wat moet ik doen om het resultaat te behalen?
- Evalueren: heb ik mijn doel aan behaald of ben ik deze aan het behalen?
2
,● Een tabel gemaakt waarin de samenhang tussen de fases van de pdca-cyclus, van het
klinisch redeneren en van het verpleegkundig proces tot uiting komt.
Kwaliteitscyclus Klinisch redeneren Verpleegkundig proces
anamnese
risico-inschatting
vroegsignalering diagnose
probleemherkenning
resultaten
plan
interventie interventie
do
check monitoring evaluatie
act
Leertaak 3 Classificatiesystemen
● Uitleggen wat classificatiesystemen zijn en waar deze in de verpleegkunde voor dienen.
Een classificatiesysteem identificeert en classificeert ideeën of objecten op grond van
hun overeenkomsten. Goed ontwikkelde classificatiesystemen van gestandaardiseerde
verpleegkundige begrippen zijn nodig om de volgende redenen:
- Vergroten van de verpleegkundige kennis.
- Ondersteunen van geautomatiseerde bestanden.
- Definiëren en overbrengen van unieke verpleegkundige kennis.
- Verbeteren van de kwaliteit van de verpleegkundige zorg.
- Beïnvloeden van besluitvorming binnen de gezondheidszorg.
● Globaal weten wat het ICF-model, de classificatiesystemen NANDA-I-NOC-NIC en de
functionele gezondheidspatronen volgens Gordon inhouden.
ICF-model kijkt vanuit 3 dimensies naar functioneren van mensen:
- Biologisch.
- Psychologisch.
- Sociaal.
ICF onderdelen
De ICF bestaat uit twee delen met elk twee componenten:
3
, Functioneren en functioneringsproblemen; functies en anatomische eigenschappen
& activiteiten en participatie.
Contextuele factoren; externe en persoonlijke factoren.
- Lichamelijk functioneren: fysiologische en mentale functies (b(ody)),
anatomische eigenschappen (s(structures)). → er mankeert iets; stoornis
in/ verlies van/ afwijking aan…
- Activiteiten (a); menselijk handelen, activiteiten, in staat beslissingen te
nemen, ADL → beperkingen in het vermogen tot …
- Participaties (p); deelnemen maatschappelijk leven, werk, sociale
contacten → moeite met uitvoer van …
- Externe factoren (e) (buiten individu); wetgeving → belemmerende of
bevorderende factoren.
- Persoonlijke factoren; leeftijd, opvoeding.
Domein; bindend hoofdonderwerp, het hoogste niveau.
NANDA-I heeft er 13 (verpleegkundige doelen).
NIC heeft er 7.
Klasse; lager niveau.
NIC heeft er 30.
Label; laagste, meest gedetailleerde niveau.
Classificatie van diagnosen (NANDA-I).
Interventie (NIC).
Resultaten (NOC).
● Ordenen van de gegevens uit een patiëntcasus in de kaders van het ICF-model.
De ICF biedt een standaardtaal en een schema voor het beschrijven van iemands
functioneren vanuit drie verschillende perspectieven:
4
