Hypnotica
Inhoudsopgave
1. INLEIDING 1
2. NEUROBIOLOGIE VAN SLAAPSTOORNISSEN 2
2.1. WAT ZIJN SLAAPSTOORNISSEN 2
2.2. CLASSIFICATIE VAN SLAPELOOSHEID 2
2.3. HORMONEN EN STRUCTUREN IVM SLAPENLOOSHEID 3
2.3.1. ALERTHEID 3
2.3.2. SLAAP-WAAK SWITCH 6
2.4. SLAPELOOSHEID 7
3. GABAERGE NEUROTRANSMISSIE 8
3.1. SYNTHESE EN METABOLISATIE VAN HET AMINOZUUR GABA 10
3.2. GABAA RECEPTOR 12
3.2.1. BENZODIAZEPINES 12
3.2.2. Z DRUGS 27
3.3. BINDING VAN GABAA PAMS AAN ALFA 1 SUBUNIT VAN DE GABAA RECEPTOR 29
3.4. GABAA EN Z-DRUGS: NEVENEFFECTEN 30
3.5. GABA EN BARBITURATEN 31
3.6. GABA EN MELATONINE 33
3.7. DIVERSEN 34
4. AANPAK VAN SLAPELOOSHEID 36
4.1. KERNBOODSCHAPPEN 37
1. Inleiding
Benzodiazepines
o Omwille van neveneffecten en verslavingsproblematiek die ermee
gepaard gaat, is men ervan teruggekomen om als angstwerende
middel te gebruiken (vandaag gaan we het vooral zien als
slaapmiddelen).
o Dit is grootste groep van geneesmiddelen binnen deze klasse
Andere GABAA positieve allosterische modulatoren = zolpidem, zopiclon
Diverse middelen
o H1 antihistaminica
1
, o Valeriaanextracten
o melatonine ( sinds een aantal jaren is er een specialiteit op de markt.
2. Neurobiologie van slaapstoornissen
2.1. Wat zijn slaapstoornissen
Slecht slapen heeft implicaties op enkele functies.
Slaapstoornissen versus waakstoornissen (zie later)
Slapeloosheid
o Probleem volksgezondheid, heeft implicaties voor het functioneren
o 25-50% van de bevolking semi-chronische klachten
meer dan 1 keer per maand klachten
o 10-25% chronische klachten gepaard met al dan niet regelmatig
innemen van een slaapmiddel = hypnoticum
= Redelijk hoog.
Is vrij verontrustend, zeker omdat we zullen zien dat het geen
wonder middel is en dat het effect snel zal afnemen.
We zullen later ook waakstoornissen zien.
Slaapapneu KNOarts + pneumoloog
o Apneu: waarbij de ademhaling stokt, hapert.
Vaak probleem van neus, sinussen en best dat deze niet
behandelend worden met slaapmiddelen.
2.2. Classificatie van slapeloosheid
Psychofysiologisch: voorbijgaand/reactioneel of chronisch (weken versus
maanden/jaren)
o Reactioneel : bv. iemand heeft gisterenavond iets tegen u gezegd
waar je u niet goed bij voelt.
o Door bv. niet leuk ervaring
Verbonden met psychiatrische aandoeningen
Verbonden met gebruik van medicatie/alcohol
o Kan leiden tot sedatie en beïvloeden van de slaap, je hebt er ook
een aantal die u alerter kunnen maken.
o Medicamenten met sedatie: als je al ene hele dag slaapt dan kan je
soms s’ avonds niet meer slapen.
o Ook alcohol verstoort u slaap na een aantal glazen.
Verbonden met respiratoire stoornissen
Restless legs
2
, Andere medische, toxische, omgevingsfactoren
Begonnen in de kindertijd
Pseudoinsomnie (kortslapers, misperceptie)
Er zijn mensen met majeure depressie die ook slaapproblemen hebben.
Er is ook misperceptie! Sommigen hebben maar 6tal uur slaap nodig terwijl
sommigen al zeker 9uur slaap nodig hebben, …
2.3. Hormonen en structuren ivm slapenloosheid
Verschillende aangrijpingspunten
Alertheid niet altijd even alert spectrum van aleertheid.
2.3.1. Alertheid
Je kan wakker zijn, maar doorheen de dag wat indoezelen.
Functie van alertheid wordt thv de thalamus gefilterd.
Alertheid (arousal) wordt bepaald door delicaat evenwicht tussen 5
neurotransmitters:
1) Histamine (tuberomammillaire nucleus)
2) Dopamine (thalamisch dopamine systeem)
3) Noradrenaline (vnl locus coeruleus),
4) Serotonine (vnl dorsale/mediale raphe nuclei)
5) Acetylcholine (projecties vanuit de hersenstam)
In de reticulaire formatie thv de hersenstam = diffuus netwerk van
zenuwcellen met uitlopers naar
Ruggenmerg: descenderend reticulair activerend systeem
(DRAS)
3
, Thalamus: ascenderend reticulair activerend systeem (ARAS)
zie uitleg onder volgende tekening
Thalamus = gepaarde structuur van grijze stof thv 3de ventrikel in
diencephalon. Het is een belangrijk relais centrum voor alle voor sensorische
en motorische inputverwerking naar de cortex (behalve reukzin) filteren
van relevante informatie
4
Inhoudsopgave
1. INLEIDING 1
2. NEUROBIOLOGIE VAN SLAAPSTOORNISSEN 2
2.1. WAT ZIJN SLAAPSTOORNISSEN 2
2.2. CLASSIFICATIE VAN SLAPELOOSHEID 2
2.3. HORMONEN EN STRUCTUREN IVM SLAPENLOOSHEID 3
2.3.1. ALERTHEID 3
2.3.2. SLAAP-WAAK SWITCH 6
2.4. SLAPELOOSHEID 7
3. GABAERGE NEUROTRANSMISSIE 8
3.1. SYNTHESE EN METABOLISATIE VAN HET AMINOZUUR GABA 10
3.2. GABAA RECEPTOR 12
3.2.1. BENZODIAZEPINES 12
3.2.2. Z DRUGS 27
3.3. BINDING VAN GABAA PAMS AAN ALFA 1 SUBUNIT VAN DE GABAA RECEPTOR 29
3.4. GABAA EN Z-DRUGS: NEVENEFFECTEN 30
3.5. GABA EN BARBITURATEN 31
3.6. GABA EN MELATONINE 33
3.7. DIVERSEN 34
4. AANPAK VAN SLAPELOOSHEID 36
4.1. KERNBOODSCHAPPEN 37
1. Inleiding
Benzodiazepines
o Omwille van neveneffecten en verslavingsproblematiek die ermee
gepaard gaat, is men ervan teruggekomen om als angstwerende
middel te gebruiken (vandaag gaan we het vooral zien als
slaapmiddelen).
o Dit is grootste groep van geneesmiddelen binnen deze klasse
Andere GABAA positieve allosterische modulatoren = zolpidem, zopiclon
Diverse middelen
o H1 antihistaminica
1
, o Valeriaanextracten
o melatonine ( sinds een aantal jaren is er een specialiteit op de markt.
2. Neurobiologie van slaapstoornissen
2.1. Wat zijn slaapstoornissen
Slecht slapen heeft implicaties op enkele functies.
Slaapstoornissen versus waakstoornissen (zie later)
Slapeloosheid
o Probleem volksgezondheid, heeft implicaties voor het functioneren
o 25-50% van de bevolking semi-chronische klachten
meer dan 1 keer per maand klachten
o 10-25% chronische klachten gepaard met al dan niet regelmatig
innemen van een slaapmiddel = hypnoticum
= Redelijk hoog.
Is vrij verontrustend, zeker omdat we zullen zien dat het geen
wonder middel is en dat het effect snel zal afnemen.
We zullen later ook waakstoornissen zien.
Slaapapneu KNOarts + pneumoloog
o Apneu: waarbij de ademhaling stokt, hapert.
Vaak probleem van neus, sinussen en best dat deze niet
behandelend worden met slaapmiddelen.
2.2. Classificatie van slapeloosheid
Psychofysiologisch: voorbijgaand/reactioneel of chronisch (weken versus
maanden/jaren)
o Reactioneel : bv. iemand heeft gisterenavond iets tegen u gezegd
waar je u niet goed bij voelt.
o Door bv. niet leuk ervaring
Verbonden met psychiatrische aandoeningen
Verbonden met gebruik van medicatie/alcohol
o Kan leiden tot sedatie en beïvloeden van de slaap, je hebt er ook
een aantal die u alerter kunnen maken.
o Medicamenten met sedatie: als je al ene hele dag slaapt dan kan je
soms s’ avonds niet meer slapen.
o Ook alcohol verstoort u slaap na een aantal glazen.
Verbonden met respiratoire stoornissen
Restless legs
2
, Andere medische, toxische, omgevingsfactoren
Begonnen in de kindertijd
Pseudoinsomnie (kortslapers, misperceptie)
Er zijn mensen met majeure depressie die ook slaapproblemen hebben.
Er is ook misperceptie! Sommigen hebben maar 6tal uur slaap nodig terwijl
sommigen al zeker 9uur slaap nodig hebben, …
2.3. Hormonen en structuren ivm slapenloosheid
Verschillende aangrijpingspunten
Alertheid niet altijd even alert spectrum van aleertheid.
2.3.1. Alertheid
Je kan wakker zijn, maar doorheen de dag wat indoezelen.
Functie van alertheid wordt thv de thalamus gefilterd.
Alertheid (arousal) wordt bepaald door delicaat evenwicht tussen 5
neurotransmitters:
1) Histamine (tuberomammillaire nucleus)
2) Dopamine (thalamisch dopamine systeem)
3) Noradrenaline (vnl locus coeruleus),
4) Serotonine (vnl dorsale/mediale raphe nuclei)
5) Acetylcholine (projecties vanuit de hersenstam)
In de reticulaire formatie thv de hersenstam = diffuus netwerk van
zenuwcellen met uitlopers naar
Ruggenmerg: descenderend reticulair activerend systeem
(DRAS)
3
, Thalamus: ascenderend reticulair activerend systeem (ARAS)
zie uitleg onder volgende tekening
Thalamus = gepaarde structuur van grijze stof thv 3de ventrikel in
diencephalon. Het is een belangrijk relais centrum voor alle voor sensorische
en motorische inputverwerking naar de cortex (behalve reukzin) filteren
van relevante informatie
4