Waarom consolidatie?
Volgens kapstokartikel (art. 2:362 lid 1 BW):
1. Inzicht (in resultaat, EV, solvabiliteit en liquiditeit)
2. Verantwoord oordeel
3. Voor het maatschappelijk verkeer
In enkelvoudige jaarrekening komt dit beeld, niet op de door de wetgever bedoelde wijze tot stand.
Daarbij is inzicht in resultaat, EV, solvabiliteit en liquiditeit die betrekking hebben op cijfers van de
groepsmaatschappijen zeer beperkt/moeilijk te verkrijgen, omdat alle cijfers die op de
groepsmaatschappijen betrekking hebben in één post in de balans (deelneming) dan wel winst- en
verliesrekening zijn opgenomen.
Geconsolideerde jaarrekening geeft inzicht in de economische power van de groep.
Consolidatieplicht:
De rechtspersoon die aan het hoofd staat van een groep heeft een consolidatieplicht.
Indicatie hiervoor is vaak beleidsbepalende invloed (overheersende zeggenschap) kunnen uitoefenen
op een andere entiteit.
Welke ondernemingen in de consolidatie betrekken (consolidatiekring):
Alle groepsmaatschappijen (behoudens vrijstellingen). Groepshoofd betrekt in de consolidatie (art.
2:406 lid 1 BW):
1. Rechtspersoon zelf;
2. Dochtermaatschappijen in de groep;
3. Andere groepsmaatschappijen; en
4. Andere rechtspersonen (SPE);
* Waarover hij overheersende zeggenschap kan uitoefenen; of
* Waarover hij de centrale leiding heeft
De consolidatiekring van een subgroepshoofd is gelijk aan 4 bovenstaande punten (art. 2:406 lid 2
BW).
Bij het bepalen van de consolidatieplicht is substance over form: belangrijk: het gaat om de feitelijke
situatie.
Groepsmaatschappij:
Er is sprake van een groepsmaatschappij indien er sprake is van overheersende zeggenschap. Nadere
invulling van overheersende zeggenschap:
- Organisatorische verbondenheid
o er kan een meerderheid van de stemrechten worden uitgeoefend (kan zowel bij
meer- als bij minderheidsbelang)
- Centrale leiding
o gecentraliseerde of gecoördineerde systemen, zoals budgettingssysteem,
rapportagesystemen, geüniformeerde voorschriften
o de overlegstructuren vanuit de centrale afdelingen met de afzonderlijke subgroepen,
divisies of individuele entiteiten
- Economische eenheid
Volgens kapstokartikel (art. 2:362 lid 1 BW):
1. Inzicht (in resultaat, EV, solvabiliteit en liquiditeit)
2. Verantwoord oordeel
3. Voor het maatschappelijk verkeer
In enkelvoudige jaarrekening komt dit beeld, niet op de door de wetgever bedoelde wijze tot stand.
Daarbij is inzicht in resultaat, EV, solvabiliteit en liquiditeit die betrekking hebben op cijfers van de
groepsmaatschappijen zeer beperkt/moeilijk te verkrijgen, omdat alle cijfers die op de
groepsmaatschappijen betrekking hebben in één post in de balans (deelneming) dan wel winst- en
verliesrekening zijn opgenomen.
Geconsolideerde jaarrekening geeft inzicht in de economische power van de groep.
Consolidatieplicht:
De rechtspersoon die aan het hoofd staat van een groep heeft een consolidatieplicht.
Indicatie hiervoor is vaak beleidsbepalende invloed (overheersende zeggenschap) kunnen uitoefenen
op een andere entiteit.
Welke ondernemingen in de consolidatie betrekken (consolidatiekring):
Alle groepsmaatschappijen (behoudens vrijstellingen). Groepshoofd betrekt in de consolidatie (art.
2:406 lid 1 BW):
1. Rechtspersoon zelf;
2. Dochtermaatschappijen in de groep;
3. Andere groepsmaatschappijen; en
4. Andere rechtspersonen (SPE);
* Waarover hij overheersende zeggenschap kan uitoefenen; of
* Waarover hij de centrale leiding heeft
De consolidatiekring van een subgroepshoofd is gelijk aan 4 bovenstaande punten (art. 2:406 lid 2
BW).
Bij het bepalen van de consolidatieplicht is substance over form: belangrijk: het gaat om de feitelijke
situatie.
Groepsmaatschappij:
Er is sprake van een groepsmaatschappij indien er sprake is van overheersende zeggenschap. Nadere
invulling van overheersende zeggenschap:
- Organisatorische verbondenheid
o er kan een meerderheid van de stemrechten worden uitgeoefend (kan zowel bij
meer- als bij minderheidsbelang)
- Centrale leiding
o gecentraliseerde of gecoördineerde systemen, zoals budgettingssysteem,
rapportagesystemen, geüniformeerde voorschriften
o de overlegstructuren vanuit de centrale afdelingen met de afzonderlijke subgroepen,
divisies of individuele entiteiten
- Economische eenheid
