ondernemen
12.1 Beleggen in aandelen
Een spaarrekening of effecten?
• Spaargeld op spaarrekening bij bank
o Direct opeisbaar
o Je kan geen aankopen in winkels doen
o Veiligheid versterkt door depositogarantiestelsel
▪ De gezamenlijke banken garanderen tegoeden van
rekeninghouders bij een bank tot maximaal €100.000 per
rekeninghouder per bank
▪ Banken betalen een bankvergunning aan depositogarantiefonds
• Effecten = verhandelbare rechten die een financiële waarde
vertegenwoordigen
o Aandelen en obligaties
o Risico groter dan spaarrekening
Aandelen
• Aandeel = deelname in het maatschappelijk kapitaal van een naamloze of
besloten vennootschap
• Hogere winsten → hogere uitkeringen → stijging koers
• Gezamenlijke aandeelhouders benoemen de directie van de onderneming
• Dividend = deel van de winst dat aan aandeelhouders wordt uitgekeerd
• Reservering = deel van de winst wordt in de onderneming gelaten
• Alleen naamloze vennootschap (nv) en besloten vennootschap (bv) kennen
aandeelhouders
• Aandelen van beursgenoteerde nv koop je op de effectenbeurs
• Geen beursnotering → rechtstreeks bij betreffende onderneming kopen
Risico
• Waarde belegging bij aanschaf = aankoopprijs aandelen
• Gunstige toekomstperspectieven → grotere vraag → stijgende koers
• Dividend afhankelijk van door onderneming behaalde resultaat
o Verschil tussen omzet en kotsen
• Producten verouderen/ concurrentie → tast winstgevendheid aan
Rentestand en aandelenkoersen
• Directe invloed: rente vormt voor ondernemingen een kostenpost
• Indirecte invloed: verandering in rentestand worden veroorzaakt door centrale
bank en het signaal dat de centrale bank met haar renteverandering wil
afgeven
, • Rente vorm voor ondernemingen die leningen hebben opgenomen kosten
• Signaal van CB met korte rente
o Voorkomen inflatie → onder 2%
o Een reden voor Inflatie: vraag > aanbod
o Verhoging rente → afremmen vraag
Rendement van een belegging
𝑑𝑖𝑣𝑖𝑑𝑒𝑛𝑑 𝑝𝑒𝑟 𝑎𝑎𝑛𝑑𝑒𝑒𝑙
• 𝐷𝑖𝑣𝑖𝑑𝑒𝑛𝑑𝑟𝑒𝑛𝑑𝑒𝑚𝑒𝑛𝑡 = 𝑏𝑒𝑢𝑟𝑠𝑘𝑜𝑒𝑟𝑠 𝑏𝑖𝑗 𝑎𝑎𝑛𝑘𝑜𝑜𝑝 × 100%
𝑘𝑜𝑒𝑟𝑠𝑤𝑖𝑗𝑧𝑖𝑔𝑖𝑛𝑔 𝑎𝑎𝑛𝑑𝑒𝑒𝑙
• 𝐾𝑜𝑒𝑟𝑠𝑟𝑒𝑛𝑑𝑒𝑚𝑒𝑛𝑡 = 𝑏𝑒𝑢𝑟𝑠𝑘𝑜𝑒𝑟𝑠 𝑏𝑖𝑗 𝑎𝑎𝑛𝑘𝑜𝑜𝑝 × 100%
• 𝐴𝑎𝑛𝑑𝑒𝑙𝑒𝑛𝑟𝑒𝑛𝑑𝑒𝑚𝑒𝑛𝑡 = 𝑑𝑖𝑣𝑖𝑑𝑒𝑛𝑑𝑟𝑒𝑛𝑑𝑒𝑚𝑒𝑛𝑡 + 𝑘𝑜𝑒𝑟𝑠𝑟𝑒𝑛𝑑𝑒𝑚𝑒𝑛𝑡
• Voorbeeld blz. 195
Beleggen en moral hazard
• Kleine belegger → ondeskundig → asymmetrische info → aanbieder product
maakt er gebruik van → winnen t.o.v. belgger
• Wet op het financieel toezicht (Wft)
o De Nederlandse Bank (DNB) & Autoriteit Financiële Markten (AFM)
De Nederlandse Bank
• Toezichthouder op het financiële geheel als geheel en waarborgt financiële
stabiliteit
• Controleert hoe gezond een financieel bedrijf is (prudentieel toezicht)
• Stelt eisen aan instellingen die van plan zijn financiële diensten aan te bieden
o Instellingen hebben vergunning nodig
• Financiële instellingen voortdurend onder toezicht
Autoriteit Financiële Markten
• Toezicht op de manier waarop financiële instellingen met hun klanten omgaan
• Toezicht op manier waarop partijen met elkaar omgaan op de financiële
markten
• Vertrouwen van consumenten en bedrijven in financiële markten versterken
• Goede marktwerking → genoeg concurrentie, juiste informatie voor
marktpartijen en vertrouwen in samenwerking
• Instellingen hebben ook vergunning van AFM nodig
o Alleen als instelling financieel gezond zijn en betrouwbaar
o Zorgplicht: instellingen moeten niet hun eigenbelang maar belang van
klanten vooropstellen
• Financiële bijsluiter: document dat verkopers van financiële producten de
kopers moet aanbieden