De Aanslag
, A. De romananalyse
Kop: Mulisch,H. De Aanslag. De Bezige Bij, Amsterdam, 2010
Motto: `overal was het al dag, behalve hier was het nacht, neen meer dan nacht '.
Dit motto is ontleend aan een brief van een Romeinse senator, C.Plinius Caecilius Secundus
79 na Christus, die verslag doet van een rampzalige uitbarsting van de Vesuvius in het jaar
79. Pompeji werd bedolven onder een laag as en kwam in een absolute duisternis terecht.
Dit Motto is een vergelijking van de asbedolving in Pompei en de `De Aanslag'. In de
gevolgen van de rampen zie je ook overeenkomsten: Het terechtkomen in een langdurige en
diepe duisternis.
Genre: Het boek bevat twee genres: Het is een psychologische, maar ook een
oorlogsroman. Een deel van het boek speelt zich af in de ‘Tweede Wereldoorlog’. In
diezelfde periode speelt ‘De Aanslag’ af. Deze gebeurtenis heeft zo’n grote impact op
Antons leven. De rest van het boek gaat daarom dus ook over zijn leven die beïnvloed is
door ‘De Aanslag’.
Samenvatting:
➢ Eerste episode, 1945:
Op een avond in januari 1945 wordt de familie Steenwijk opgeschrikt door zes schoten. Voor
het huis van de buren Korteweg ligt het lijk van Fake Ploeg, hoofdinspecteur van de politie.
Korteweg en Karin slepen het lijk voor het huis van de familie Steenwijk. Peter rent naar
buiten om het dode lichaam weer weg te zeulen. De Duitsers komen: Peter vlucht weg en
neemt het pistool van Ploeg mee.
Anton en zijn ouders worden uit hun huis gehaald en de villa wordt in brand gestoken, nadat
eerst de ruiten kapot zijn geslagen. Anton wordt in een auto gestopt en weggevoerd. Wat er
met zijn ouders gebeurt, weet hij niet. Hij wordt in een cel in het politiebureau in Heemstede
geworpen. In deze cel zit al een vrouw. Ze troost Anton en praat met hem over fascisten (‘ze
zullen zeggen, dat het de schuld van de illegaliteit is’) en over de noodzaak hen te haten.
Anton wordt de volgende dag overgebracht naar de Ortskommandant in Haarlem, van wie
hij naar zijn oom en tante in Amsterdam mag gaan. Tijdens de rit van Haarlem naar
Amsterdam wordt het konvooi door een Engels vliegtuig beschoten, waarbij enige doden
vallen. In Amsterdam komt Anton bij een Duitse generaal terecht, die vriendelijk voor hem is.
Oom Peter haalt hem op.
➢ Tweede episode, 1952:
, A. De romananalyse
Kop: Mulisch,H. De Aanslag. De Bezige Bij, Amsterdam, 2010
Motto: `overal was het al dag, behalve hier was het nacht, neen meer dan nacht '.
Dit motto is ontleend aan een brief van een Romeinse senator, C.Plinius Caecilius Secundus
79 na Christus, die verslag doet van een rampzalige uitbarsting van de Vesuvius in het jaar
79. Pompeji werd bedolven onder een laag as en kwam in een absolute duisternis terecht.
Dit Motto is een vergelijking van de asbedolving in Pompei en de `De Aanslag'. In de
gevolgen van de rampen zie je ook overeenkomsten: Het terechtkomen in een langdurige en
diepe duisternis.
Genre: Het boek bevat twee genres: Het is een psychologische, maar ook een
oorlogsroman. Een deel van het boek speelt zich af in de ‘Tweede Wereldoorlog’. In
diezelfde periode speelt ‘De Aanslag’ af. Deze gebeurtenis heeft zo’n grote impact op
Antons leven. De rest van het boek gaat daarom dus ook over zijn leven die beïnvloed is
door ‘De Aanslag’.
Samenvatting:
➢ Eerste episode, 1945:
Op een avond in januari 1945 wordt de familie Steenwijk opgeschrikt door zes schoten. Voor
het huis van de buren Korteweg ligt het lijk van Fake Ploeg, hoofdinspecteur van de politie.
Korteweg en Karin slepen het lijk voor het huis van de familie Steenwijk. Peter rent naar
buiten om het dode lichaam weer weg te zeulen. De Duitsers komen: Peter vlucht weg en
neemt het pistool van Ploeg mee.
Anton en zijn ouders worden uit hun huis gehaald en de villa wordt in brand gestoken, nadat
eerst de ruiten kapot zijn geslagen. Anton wordt in een auto gestopt en weggevoerd. Wat er
met zijn ouders gebeurt, weet hij niet. Hij wordt in een cel in het politiebureau in Heemstede
geworpen. In deze cel zit al een vrouw. Ze troost Anton en praat met hem over fascisten (‘ze
zullen zeggen, dat het de schuld van de illegaliteit is’) en over de noodzaak hen te haten.
Anton wordt de volgende dag overgebracht naar de Ortskommandant in Haarlem, van wie
hij naar zijn oom en tante in Amsterdam mag gaan. Tijdens de rit van Haarlem naar
Amsterdam wordt het konvooi door een Engels vliegtuig beschoten, waarbij enige doden
vallen. In Amsterdam komt Anton bij een Duitse generaal terecht, die vriendelijk voor hem is.
Oom Peter haalt hem op.
➢ Tweede episode, 1952: