Samenvatting literatuur WOZK
Week 1; IGO , CMOP-E en CPPF
Hst 15 grondslagen
CMOP-E: Canadian Model of Occupational Performance and Engagement
CPPF: Canadian Practice Process Framework
Occupational performance uitvoering van het handelen
CMOP..
- beschrijft de uitvoering van het handelen (occupational performace) als de
dynamische interactie van de persoon, de betekenisvolle
activiteiten(occupation) en de omgeving (environment).
- -E is later toegevoegd; visie op gezondheid, welzijn en gerechtigheid door
handelen ( occupational performance) wordt niet begrensd door het
uitvoeren van handelen. Ook de betrokkenheid (engagement) bij het
handelen is een belangrijk aspect van participatie
- Ondersteunt de samenwerking met de client en geeft de samenwerking
vorm
- Richt zich op het mogelijk maken van handelen (enabling occupation) van
een persoon (en omgeving), organisatie of populatie
- Is een inhoudsmodel
OPPM Richt op client gecentreerd werken in iedere ergotherapeutische fase
Belangrijke functies CMOP-E voor ergotherapie
Het beschrijft de drie kernconcepten van ergotherapie
Het levert een grafische representatie van het ergotherapeutisch
perspectief; de uitvoering van het menselijk handelen vindt plaats in een
omgeving en is het resultaat van dynamische interactie tussen persoon,
handelen en omgeving
Persoon
In het CMOP-E wordt een persoon gezien als een geïntegreerd geheel van
spirituele, sociale en culturele ervaringen en waarneembare capaciteiten
(performance components).
Spiritualiteit is geplaatst in het centrum van de persoon, maar relateert
ook aan het handelen en de omgeving; het huist zich in een persoon,
wordt gevormd door de omgeving en geeft betekenis aan het handelen.
Affectief beschrijft gevoelens en bevat sociale en emotionele functies en
interpersoonlijke en intra persoonlijke factoren; het gevoel dat de cliënt ervaart
tijdens het handelen.
Cognitief beschrijft het denken en bevat alle mentale functies, zowel cognitief
als intellectueel. Hieronder vallen: waarneming, concentratie, redeneren en
oordeelsvermogen. Er wordt niet gericht op een enkele functies zoals geheugen,
maar het gehele proces van denken tijdens het handelen.
, Fysiek beschrijft het ‘’doen’’ en omvat alle sensorische, motorische en
sensomotorische functies. Er wordt niet gekeken naar de kwaliteit van spiertonus,
maar naar de uitvoerende capaciteiten tijdens het handelen.
Spiritueel Essentie van leven (innate essence of self), kwaliteit van uniek en
authentiek mens zijn (quality of being uniquely and truly human) (iedereen is een
uniek persoon met een eigen betekenis van leven)
Ergotherapeuten krijgen te maken met spiritualiteit als zij de ervaringen van de
cliënt en de betekenis die het handelen voor hem heeft, proberen te begrijpen.
Daarnaast proberen ergotherapeuten te begrijpen hoe het handelingsprobleem
de cliënt spiritueel beïnvloedt ( net als bij fysiek, cognitief en affectief)
Handelen
In het CMOP-E wordt handelen beschreven als de brug die de persoon met de
omgeving verbindt, waarbij het individu de omgeving beïnvloedt door zijn
handelen. Handelen is gericht op zelfzorg, productiviteit en ontspanning (leisure).
Handelen is meer dan uitvoeren van een activiteit. Het wordt gezien als uitvoeren
van activiteiten die betekenis hebben in een specifieke context.
Omgeving
De omgeving speelt een belangrijke rol in de beteknis die aan het handelen wordt
toegekend, in het begrijpen van het handelingsprobleem en in het zoeken naar
oplossingen
Omgeving is in het CMOP-E ingedeeld naar:
Fysiek
Natuurlijke en bebouwde omgeving bestaande uit gebouwen, tuinen,
wegen, transportvoertuigen, technologie, het weer en andere materialen
Sociaal
Sociale prioriteiten aangaande alle elementen van de omgeving, patronen
van relaties van mensen in een georganiseerde gemeenschap, sociale
groeperingen gebaseerd op gezamenlijke interesses, waarden, attitudes
en overtuigingen
Cultureel
Etnische, raciale, ceremoniële en routinematige activiteiten/praktijken,
gebaseerd op de ethiek en het waardesysteem van bepaalde groepen
Institutioneel
Maatschappelijke organisaties en activiteiten/praktijken, waaronder beleid,
besluitvormingsprocessen, procedures en andere georganiseerde
activiteiten/praktijken.
Economische aspecten: diensten, financiële prioriteiten,
vergoedingsmogelijkheden, ondersteuning voor werknemers
Participatie in de samenleving wordt in het CMOP-E weergegeven in de relatie
tussen de concepten ‘persoon’, ‘omgeving’ en ‘handelen’. Is sterkt gerelateerd
aan de rollen en zingeving die uniek zijn voor elke persoon in specifieke
omgeving.
Bij het mogelijk maken van handelen staan twee perspectieven centraal
Het individuele perspectief richt zich op de persoon-handelen-omgeving-
interactie
Sociale perspectief richt zich op sociale gerechtigheid en inclusie in de
samenleving
Week 1; IGO , CMOP-E en CPPF
Hst 15 grondslagen
CMOP-E: Canadian Model of Occupational Performance and Engagement
CPPF: Canadian Practice Process Framework
Occupational performance uitvoering van het handelen
CMOP..
- beschrijft de uitvoering van het handelen (occupational performace) als de
dynamische interactie van de persoon, de betekenisvolle
activiteiten(occupation) en de omgeving (environment).
- -E is later toegevoegd; visie op gezondheid, welzijn en gerechtigheid door
handelen ( occupational performance) wordt niet begrensd door het
uitvoeren van handelen. Ook de betrokkenheid (engagement) bij het
handelen is een belangrijk aspect van participatie
- Ondersteunt de samenwerking met de client en geeft de samenwerking
vorm
- Richt zich op het mogelijk maken van handelen (enabling occupation) van
een persoon (en omgeving), organisatie of populatie
- Is een inhoudsmodel
OPPM Richt op client gecentreerd werken in iedere ergotherapeutische fase
Belangrijke functies CMOP-E voor ergotherapie
Het beschrijft de drie kernconcepten van ergotherapie
Het levert een grafische representatie van het ergotherapeutisch
perspectief; de uitvoering van het menselijk handelen vindt plaats in een
omgeving en is het resultaat van dynamische interactie tussen persoon,
handelen en omgeving
Persoon
In het CMOP-E wordt een persoon gezien als een geïntegreerd geheel van
spirituele, sociale en culturele ervaringen en waarneembare capaciteiten
(performance components).
Spiritualiteit is geplaatst in het centrum van de persoon, maar relateert
ook aan het handelen en de omgeving; het huist zich in een persoon,
wordt gevormd door de omgeving en geeft betekenis aan het handelen.
Affectief beschrijft gevoelens en bevat sociale en emotionele functies en
interpersoonlijke en intra persoonlijke factoren; het gevoel dat de cliënt ervaart
tijdens het handelen.
Cognitief beschrijft het denken en bevat alle mentale functies, zowel cognitief
als intellectueel. Hieronder vallen: waarneming, concentratie, redeneren en
oordeelsvermogen. Er wordt niet gericht op een enkele functies zoals geheugen,
maar het gehele proces van denken tijdens het handelen.
, Fysiek beschrijft het ‘’doen’’ en omvat alle sensorische, motorische en
sensomotorische functies. Er wordt niet gekeken naar de kwaliteit van spiertonus,
maar naar de uitvoerende capaciteiten tijdens het handelen.
Spiritueel Essentie van leven (innate essence of self), kwaliteit van uniek en
authentiek mens zijn (quality of being uniquely and truly human) (iedereen is een
uniek persoon met een eigen betekenis van leven)
Ergotherapeuten krijgen te maken met spiritualiteit als zij de ervaringen van de
cliënt en de betekenis die het handelen voor hem heeft, proberen te begrijpen.
Daarnaast proberen ergotherapeuten te begrijpen hoe het handelingsprobleem
de cliënt spiritueel beïnvloedt ( net als bij fysiek, cognitief en affectief)
Handelen
In het CMOP-E wordt handelen beschreven als de brug die de persoon met de
omgeving verbindt, waarbij het individu de omgeving beïnvloedt door zijn
handelen. Handelen is gericht op zelfzorg, productiviteit en ontspanning (leisure).
Handelen is meer dan uitvoeren van een activiteit. Het wordt gezien als uitvoeren
van activiteiten die betekenis hebben in een specifieke context.
Omgeving
De omgeving speelt een belangrijke rol in de beteknis die aan het handelen wordt
toegekend, in het begrijpen van het handelingsprobleem en in het zoeken naar
oplossingen
Omgeving is in het CMOP-E ingedeeld naar:
Fysiek
Natuurlijke en bebouwde omgeving bestaande uit gebouwen, tuinen,
wegen, transportvoertuigen, technologie, het weer en andere materialen
Sociaal
Sociale prioriteiten aangaande alle elementen van de omgeving, patronen
van relaties van mensen in een georganiseerde gemeenschap, sociale
groeperingen gebaseerd op gezamenlijke interesses, waarden, attitudes
en overtuigingen
Cultureel
Etnische, raciale, ceremoniële en routinematige activiteiten/praktijken,
gebaseerd op de ethiek en het waardesysteem van bepaalde groepen
Institutioneel
Maatschappelijke organisaties en activiteiten/praktijken, waaronder beleid,
besluitvormingsprocessen, procedures en andere georganiseerde
activiteiten/praktijken.
Economische aspecten: diensten, financiële prioriteiten,
vergoedingsmogelijkheden, ondersteuning voor werknemers
Participatie in de samenleving wordt in het CMOP-E weergegeven in de relatie
tussen de concepten ‘persoon’, ‘omgeving’ en ‘handelen’. Is sterkt gerelateerd
aan de rollen en zingeving die uniek zijn voor elke persoon in specifieke
omgeving.
Bij het mogelijk maken van handelen staan twee perspectieven centraal
Het individuele perspectief richt zich op de persoon-handelen-omgeving-
interactie
Sociale perspectief richt zich op sociale gerechtigheid en inclusie in de
samenleving
