Tijdsperiode Periode Klimaat en platen Zeespiegel Formaties en afzettingen
Kwartair: Stijging Bodemdaling door forebuldge.
Holoceen Echteld formatie: rivierdelta Rijn
(11.700-nu) en Maas
Naaldwijk formatie: ondiep
mariene. Zandvoort laagpakket:
strandzand en zeebodem en
Schoorl: duinzand. Wormer en
Walcheren in kustvlakte.
Nieuwkoop formatie: marien met
veenlagen. Basisveen,
Hollandveen en Griendtsveen. Er
vormen strandwallen,
kustvlaktes, deltas,
stroomgordels, komafzettingen
en crevasses.
Subatlanticum Koud door afsmelten Daling Kruiden en uitbreiding
landijs wat zorgde voor
toevloed zoet smeltwater
Subboreaal Beuken
Atlanticum IJskappen smolten Stijging Loofbomen, veen in grote
gebieden
Boreaal Dennebomen, lokaal veen
Preboreaal Kruiden, lokaal veen
Kwartair: Laat
Pleistoceen Pleistoceen:
(2.6 Ma-
11.700) Weichselien Glaciaal (Last Glacial Daling Noordzee was droog en kreeg
(115-11.7) Maximum) continentaal karakter.
Boxtel formatie: dekzand en loss
Dobben en pingos ontstonden en
rivierduinen
Laat Van Pleniglaciaal naar Stijging Dennebos en veen. Oude en
(Laat-Glaciaal) Holoceen, warm Jonge Dryas. Lokale verstuivingen
(Jong Dekzand).
Midden
(Pleniglaciaal) Periglaciaal Daling Kruiden vormde, grote gebieden
dekzanden (Oud Dekzand).
Vlechtende rivieren: Laagterras
Vroeg MIS 5, warm Stijging Den, berk, spar en delta. Lokale
verstuivingen
Eemien (130 - Interglaciaal (MIS 5e). Stijging Eem Formatie: Diepe glaciale
115) Gebaseerd op O18 bekkens die opvulde
, isotopen. Woudeberg Formatie: veen
Kreftenheye Formatie: Zutpen
laagpakket met zand, klei en
veen.
Boxtel formatie: beekafzettingen
Midden
Pleistoceen:
Saalien Landijs tot midden Daling Vorstwiggen en grassen en zegge.
(380-310 of Nederland. De glaciatie De Rijn verlegde zich en is door
310-130) was binnen MIS 6. Met de ijstongen gebruikt. Er vormde
Hesemann tellingen stuwwallen door het ijs, er waren
kunnen de zwerfstenen loss afzettingen en
worden bepaald waar ze smeltwaterrivieren. Ook zijn er
vandaan komen. Het glaciale bekkens, surges, drumlins
landijs rukte eerst uit pradolinas en sandrs.
richting het zuidwesten, Drente formatie: afzettigen
waarna de randzone werd (kristallijn grind uit noorden).
gestuwd. De Kreftenheye formatie: Rijn en
stromingsrichting Maas ontstonden uit veel grind
veranderde doordat de en zand en waren vlechtend
Britse en Scnadinvasiche (augiet)
ijskap elkaar tegen Boxtel formatie: dekzanden en
kwamen. loss
Holsteinien Langste en warmste Stijging Zee drong de diepe dalen binnen
(420-380 of interglaciaal. Zacht waar de Rijn en Maas uitmonde
335-310 ka) oceanisch klimaat met als estuaria.
weinig koude winters.
Elsterien Landijsbedekking met Daling Fijn korrelige zanden en potklei.
(475-420 of diepe erosie en Urk formatie: rivierafzettingen
380-355 ka) tunneldalen (Rijn mondde van de Rijn (onderscheiden door
daar uit). Er waren ook augietformatie)
landijs meren. Het Nauw Boxtel formatie: Roerdalslenk
van Calais ontstond.
Cromerien Stijging en Appelscha formatie: Eridanos viel
(870- 475) Eridanos riviersysteem viel daling weg. Sterksel formatie:
weg. Er zijn vier interglaciaal. In warme periode
interglacialen en drie gemengd eikenbos en in koude
glacialen. kruiden.
Urk formatie: klei en veenlagen in
Noordzeebekken
Vroeg
Pleistoceen:
Bavelien (1.1- Twee warme en koude Stijging en In de interglacialen overheerste
0.85) perioden. Veel droogte daling het gemengde eikenbos en in de
glacialen de kruiden.
Menapien Koude periode Daling Sedimenten van de Peize
(1.3-1.1) formatie met grindrijke lagen in
Kwartair: Stijging Bodemdaling door forebuldge.
Holoceen Echteld formatie: rivierdelta Rijn
(11.700-nu) en Maas
Naaldwijk formatie: ondiep
mariene. Zandvoort laagpakket:
strandzand en zeebodem en
Schoorl: duinzand. Wormer en
Walcheren in kustvlakte.
Nieuwkoop formatie: marien met
veenlagen. Basisveen,
Hollandveen en Griendtsveen. Er
vormen strandwallen,
kustvlaktes, deltas,
stroomgordels, komafzettingen
en crevasses.
Subatlanticum Koud door afsmelten Daling Kruiden en uitbreiding
landijs wat zorgde voor
toevloed zoet smeltwater
Subboreaal Beuken
Atlanticum IJskappen smolten Stijging Loofbomen, veen in grote
gebieden
Boreaal Dennebomen, lokaal veen
Preboreaal Kruiden, lokaal veen
Kwartair: Laat
Pleistoceen Pleistoceen:
(2.6 Ma-
11.700) Weichselien Glaciaal (Last Glacial Daling Noordzee was droog en kreeg
(115-11.7) Maximum) continentaal karakter.
Boxtel formatie: dekzand en loss
Dobben en pingos ontstonden en
rivierduinen
Laat Van Pleniglaciaal naar Stijging Dennebos en veen. Oude en
(Laat-Glaciaal) Holoceen, warm Jonge Dryas. Lokale verstuivingen
(Jong Dekzand).
Midden
(Pleniglaciaal) Periglaciaal Daling Kruiden vormde, grote gebieden
dekzanden (Oud Dekzand).
Vlechtende rivieren: Laagterras
Vroeg MIS 5, warm Stijging Den, berk, spar en delta. Lokale
verstuivingen
Eemien (130 - Interglaciaal (MIS 5e). Stijging Eem Formatie: Diepe glaciale
115) Gebaseerd op O18 bekkens die opvulde
, isotopen. Woudeberg Formatie: veen
Kreftenheye Formatie: Zutpen
laagpakket met zand, klei en
veen.
Boxtel formatie: beekafzettingen
Midden
Pleistoceen:
Saalien Landijs tot midden Daling Vorstwiggen en grassen en zegge.
(380-310 of Nederland. De glaciatie De Rijn verlegde zich en is door
310-130) was binnen MIS 6. Met de ijstongen gebruikt. Er vormde
Hesemann tellingen stuwwallen door het ijs, er waren
kunnen de zwerfstenen loss afzettingen en
worden bepaald waar ze smeltwaterrivieren. Ook zijn er
vandaan komen. Het glaciale bekkens, surges, drumlins
landijs rukte eerst uit pradolinas en sandrs.
richting het zuidwesten, Drente formatie: afzettigen
waarna de randzone werd (kristallijn grind uit noorden).
gestuwd. De Kreftenheye formatie: Rijn en
stromingsrichting Maas ontstonden uit veel grind
veranderde doordat de en zand en waren vlechtend
Britse en Scnadinvasiche (augiet)
ijskap elkaar tegen Boxtel formatie: dekzanden en
kwamen. loss
Holsteinien Langste en warmste Stijging Zee drong de diepe dalen binnen
(420-380 of interglaciaal. Zacht waar de Rijn en Maas uitmonde
335-310 ka) oceanisch klimaat met als estuaria.
weinig koude winters.
Elsterien Landijsbedekking met Daling Fijn korrelige zanden en potklei.
(475-420 of diepe erosie en Urk formatie: rivierafzettingen
380-355 ka) tunneldalen (Rijn mondde van de Rijn (onderscheiden door
daar uit). Er waren ook augietformatie)
landijs meren. Het Nauw Boxtel formatie: Roerdalslenk
van Calais ontstond.
Cromerien Stijging en Appelscha formatie: Eridanos viel
(870- 475) Eridanos riviersysteem viel daling weg. Sterksel formatie:
weg. Er zijn vier interglaciaal. In warme periode
interglacialen en drie gemengd eikenbos en in koude
glacialen. kruiden.
Urk formatie: klei en veenlagen in
Noordzeebekken
Vroeg
Pleistoceen:
Bavelien (1.1- Twee warme en koude Stijging en In de interglacialen overheerste
0.85) perioden. Veel droogte daling het gemengde eikenbos en in de
glacialen de kruiden.
Menapien Koude periode Daling Sedimenten van de Peize
(1.3-1.1) formatie met grindrijke lagen in