DEEL 1: werken in team en organisatie
1. HOOFDSTUK 1: TEAM ONDER DE LOEP
1.1. WAT IS EEN TEAM?
‘Vroemen’ definieert een team a.d.h.v. 4 kenmerken; verzameling
1. Een bijzondere groep van beperkte omvang
groep
- Alle teams zijn groepen maar niet alle groepen zijn teams..
2. Waarin diversiteit aan talenten
- Diverse kwaliteiten worden verbonden + versterken elkaar team
- Je kan deze ‘klik’ stimuleren maar niet afdwingen
- Diversiteit is het sleutelwoord
3. Een complete taak wordt volbracht
- Hetgeen gedaan wordt moet als relevant ervaren worden door de teamleden
- Resultaat is soms ook relevant voor de buitenwereld, maar is niet nodig
- Verschil tussen een team zijn, en zich een team voelen!
4. Een waarbij de leden veel zelforganisatie hebben
- Groep wordt pas een team als er meegestuurd en gedacht mag worden
- Zelfsturende teams = modewoord wat veel organisaties vrezen – leden zijn
ondernemend, denken voor elkaar en voor zichzelf!
1.2. WAT MAAKT EEN TEAM EFFECTIEF?
Handig model = teamwiel van Vroemen: 6 factoren die in hun samenhang een ‘hecht’ team
dichterbij brengen
1
, 1. Motiverende doelen
- Duidelijk omschreven, werkbare doelen
- Door iedereen gedragen: niet enkel hoofd, ook in het hart
- Doel moet uitdagend zijn
- Kunnen vertalen in zaken: zit ook in de handen
2. Gedeelde verantwoordelijkheid
Verantwoordelijkheid = gezamenlijk iets
- Voorwaarde dat iedereen dan ook zeggenschap heeft
- In de praktijk: vaak kloof tussen droom en daad
o Managers kunnen de strikte kaders moeilijk loslaten
o Eigenaarschap schiet door, waardoor er niets tot stand komt
Gedeelde verantwoordelijkheid
- ≠ ontlopen verantwoordelijkheid
- ≠ sociale loafing
- ≠ iedereen verantwoordelijk voor alles
- ≠ verantwoordelijk zijn voor dingen waar je geen invloed op hebt
- ≠ vooraf regelen
3. Open communicatie
- = smeerolie van een team
- Meer dan overdragen van info: gaat over kneden van relaties + geven van
helderheid
- Vertrouwen is essentieel! Zaken kunnen bespreken, uitspreken, afspreken en
collega’s durven aanspreken
Effectief open communicatie =
- Bespreken: deel alle info die voor je team belangrijk is
- Uitspreken: maak van je hart geen moordkuil en zeg wat je dwars zit
- Afspreken: wees helder met elkaar over wederzijdse verwachtingen
- Aanspreken: durf collega’s aan te spreken indien nodig
Het accent ligt op WIJ en niet op IK.
4. Respect voor verschillen
- Basis voor goed team = vertrouwen
- Moeilijk als verschillen tussen mensen niet benut worden en een bron van
conflict worden
- Respect voor elkaars verschillen is immers niet eenvoudig
- Respect is NIET:
o In grapjesvorm elkaar bekritiseren
o Niets zeggen o.w.v. goede vrede
o Roddelen
o Iemand sparen
2
, 5. Flexibel aanpassen
- Veranderingen in team zijn schering en inslag
- Kunnen team positief of negatief beïnvloeden
- Succesvol team → gepaste manier van hiermee omgaan
- Vraagt veel flexibiliteit: steeds op zoek gaan naar nieuw evenwicht tussen het
oude behouden en nieuwe ontwikkelingen.
6. Initiatief tonen
- Daden aan woorden koppelen DUS actief zijn
- Niet enkel problemen waarnemen, ook tot handelen overgaan
- Verschillende redenen waarom een team geen initiatief neemt
o Gebrek aan duidelijkheid: teamleden weten niet precies wat er van hen
verwacht wordt
o Gebrek aan ruimte: teamleden voelen zich beknot in hun autonomie, of
andere teamleden nemen te veel ruimte in
o Gebrek aan betrokkenheid: er is iets mis met de motivatie en de
onderlinge samenhang
o Gebrek aan waardering: initiatieven die je neemt worden afgepakt of
belachelijk gemaakt
o Gebrek aan durf: initiatief nemen, is ook risico nemen.
- Hoeft niet altijd over grote dingen te gaan
1.3. TEAMONTWIKKELING
5 ontwikkelingsfasen: (model van Tuckman)
1. Vormfase
2. Strijdfase
3. Affectieve fase
4. Samenwerkingsfase
5. Slotfase
3
, 4
1. HOOFDSTUK 1: TEAM ONDER DE LOEP
1.1. WAT IS EEN TEAM?
‘Vroemen’ definieert een team a.d.h.v. 4 kenmerken; verzameling
1. Een bijzondere groep van beperkte omvang
groep
- Alle teams zijn groepen maar niet alle groepen zijn teams..
2. Waarin diversiteit aan talenten
- Diverse kwaliteiten worden verbonden + versterken elkaar team
- Je kan deze ‘klik’ stimuleren maar niet afdwingen
- Diversiteit is het sleutelwoord
3. Een complete taak wordt volbracht
- Hetgeen gedaan wordt moet als relevant ervaren worden door de teamleden
- Resultaat is soms ook relevant voor de buitenwereld, maar is niet nodig
- Verschil tussen een team zijn, en zich een team voelen!
4. Een waarbij de leden veel zelforganisatie hebben
- Groep wordt pas een team als er meegestuurd en gedacht mag worden
- Zelfsturende teams = modewoord wat veel organisaties vrezen – leden zijn
ondernemend, denken voor elkaar en voor zichzelf!
1.2. WAT MAAKT EEN TEAM EFFECTIEF?
Handig model = teamwiel van Vroemen: 6 factoren die in hun samenhang een ‘hecht’ team
dichterbij brengen
1
, 1. Motiverende doelen
- Duidelijk omschreven, werkbare doelen
- Door iedereen gedragen: niet enkel hoofd, ook in het hart
- Doel moet uitdagend zijn
- Kunnen vertalen in zaken: zit ook in de handen
2. Gedeelde verantwoordelijkheid
Verantwoordelijkheid = gezamenlijk iets
- Voorwaarde dat iedereen dan ook zeggenschap heeft
- In de praktijk: vaak kloof tussen droom en daad
o Managers kunnen de strikte kaders moeilijk loslaten
o Eigenaarschap schiet door, waardoor er niets tot stand komt
Gedeelde verantwoordelijkheid
- ≠ ontlopen verantwoordelijkheid
- ≠ sociale loafing
- ≠ iedereen verantwoordelijk voor alles
- ≠ verantwoordelijk zijn voor dingen waar je geen invloed op hebt
- ≠ vooraf regelen
3. Open communicatie
- = smeerolie van een team
- Meer dan overdragen van info: gaat over kneden van relaties + geven van
helderheid
- Vertrouwen is essentieel! Zaken kunnen bespreken, uitspreken, afspreken en
collega’s durven aanspreken
Effectief open communicatie =
- Bespreken: deel alle info die voor je team belangrijk is
- Uitspreken: maak van je hart geen moordkuil en zeg wat je dwars zit
- Afspreken: wees helder met elkaar over wederzijdse verwachtingen
- Aanspreken: durf collega’s aan te spreken indien nodig
Het accent ligt op WIJ en niet op IK.
4. Respect voor verschillen
- Basis voor goed team = vertrouwen
- Moeilijk als verschillen tussen mensen niet benut worden en een bron van
conflict worden
- Respect voor elkaars verschillen is immers niet eenvoudig
- Respect is NIET:
o In grapjesvorm elkaar bekritiseren
o Niets zeggen o.w.v. goede vrede
o Roddelen
o Iemand sparen
2
, 5. Flexibel aanpassen
- Veranderingen in team zijn schering en inslag
- Kunnen team positief of negatief beïnvloeden
- Succesvol team → gepaste manier van hiermee omgaan
- Vraagt veel flexibiliteit: steeds op zoek gaan naar nieuw evenwicht tussen het
oude behouden en nieuwe ontwikkelingen.
6. Initiatief tonen
- Daden aan woorden koppelen DUS actief zijn
- Niet enkel problemen waarnemen, ook tot handelen overgaan
- Verschillende redenen waarom een team geen initiatief neemt
o Gebrek aan duidelijkheid: teamleden weten niet precies wat er van hen
verwacht wordt
o Gebrek aan ruimte: teamleden voelen zich beknot in hun autonomie, of
andere teamleden nemen te veel ruimte in
o Gebrek aan betrokkenheid: er is iets mis met de motivatie en de
onderlinge samenhang
o Gebrek aan waardering: initiatieven die je neemt worden afgepakt of
belachelijk gemaakt
o Gebrek aan durf: initiatief nemen, is ook risico nemen.
- Hoeft niet altijd over grote dingen te gaan
1.3. TEAMONTWIKKELING
5 ontwikkelingsfasen: (model van Tuckman)
1. Vormfase
2. Strijdfase
3. Affectieve fase
4. Samenwerkingsfase
5. Slotfase
3
, 4