Toetsmatrijs Integrale kennistoets periode 1
Opleiding HBO-verpleegkunde Code toets:
Studiejaar: 2019-2020 Toetsvorm: Korte casustoets;
MC toets met 4 antwoorden
Periode: Leerjaar 1 – periode 1 Aantal MC vragen: 66
Onderwijseenheid: Beroepssituatie 1 en 2 Normering/cesuur: Cohen Schotanus
Osiriscode: VBS1&2-16 Toetsmatrijs opgesteld door: Maaike Honsbeek, Ingrid
Stevens
Cohort: 2019-2020 Datum: Juni 2017
Aantal EC 6 Revisiedatum: Februari 2020
Toetsdoelen Komt aan de orde
in*:
De student:
1 kan op globaal niveau de inhoud van het Beroepsprofiel Verpleegkundige 2020 weergeven BS1 (HC6)
2 kan benoemen wat de beroepscode inhoudt. BS1 (HC6)
3 kan de CanMEDsgebieden en –rollen benoemen in relatie tot het verpleegkundig beroep BS1 (HC6)
4 kan benoemen wat Wet BIG inhoudt BS1 (HC6)
5 kan uitgangspunten bij enkele verpleegkundige visies / theorieën benoemen. BS1 (HC8)
6 kan benoemen wat verpleegkundige kennis is en welke kennis tot het verpleegkundig domein behoort BS1/KR (KL3, KL9)
7 kan de stappen in het verpleegkundig proces benoemen en ziet de samenhang tussen de stappen. BS1/KR (KL6)
8 kan de 13 domeinen van NANDA benoemen waarin de cliëntproblemen aan bod komen (lichamelijk, psychisch, BS1/KR (KL12)
functioneel, sociaal)
9 kan de 11 patronen van Gordon benoemen BS1/KR (KL12)
10 kan benoemen hoe je als verpleegkundige gegevens verzamelt BS1/KR (KL12)
11 kan benoemen welke vragen en welk lichamelijk onderzoek gesteld/gedaan kunnen worden in de anamnese gericht BS2/KR
op de domeinen waarneming/cognitie en uitscheiding/ uitwisseling
12 kan benoemen welke screeningsinstrumenten gebruikt kunnen worden voor een risico-inschatting/ vroegsignalering BS2/KR (KL11, KL12)
13 kan de methodiek van het zorgleefplan beschrijven BS2/KR
14 kan voorbeelden van moreel-ethische vragen in de zorgverlening benoemen BS2 (HC4)
,15 kan sociale determinanten van gezondheid en gezondheidsverschillen benoemen BS1 (KL11)
16 kan enkele actuele maatschappelijke en politieke ontwikkelingen in de zorg herkennen BS1 (HC6)
17 kan de betekenis beschrijven van enkele onderdelen van de geschiedenis van de moderne verpleegkunde BS1 (HC8)
18 kan de grondbeginselen van de theorie van belevingsgerichte zorg toepassen in een casus BS2 (KL2)
19 Kan benoemen hoe de langdurige zorg wordt gefinancierd BS2 (KL8)
20 kan benoemen wat de betekenis is van de BOPZ, onder curatelestelling, mentorschap en onderbewindvoering. BS2 (KL5)
21 kan benoemen wat kwaliteitszorg is op micro-niveau BS2 (HC8)
22 kan benoemen welke maatregelen er genomen kunnen worden ten aanzien van valpreventie op de afdeling waar BS2 (KL2.11)
mensen met dementie verblijven.
23 Kan adviezen en richtlijnen opgesteld binnen het kader van de arbowet bij het verplaatsen van patiënten benoemen; VTV/BS1
24 Kan uitleggen hoe haptonomie en zelfredzaamheid bijdragen aan ergonomisch werken en kwalitatieve patiëntenzorg VTV/BS1
25 Kan een onderbouwde keuze maken voor een transfertechniek en voor transferhulpmiddelen VTV/BS1
26 Kan complicaties benoemen van immobiliteit VTV/BS1 +2
27 Kan verpleegkundige observaties beschrijven die tijdens lichaamsverzorging worden uitgevoerd VTV/BS2
28 Kan verpleegkundige interventies om bed complicaties te voorkomen benoemen en uitleggen VTV/BS1
29 Kan fundamentele principes ter voorkoming van infectie benoemen, kan uitleggen hoe de hygiëne op een afdeling VTV/BS1
wordt gewaarborgd en hoe kruisinfecties kunnen worden voorkomen
30 Kan uitleggen wat het verschil is tussen verschillende isolatiemaatregelen VTV/BS1
31 Kan afwijkingen in het uitscheiden van urine benoemen VTV/BS2
32 Kan het verklaringsmodel van A van der Plaats uitleggen COVA/BS2
33 Kan herkennen welke factoren stress en verwardheid bij ouderen kunnen veroorzaken COVA/BS2
34 kan principes en theorieën van persoonsgerichte zorg benoemen COVA/BS1
35 Kan het diagnostisch proces en de verschillende ziekte-oorzaken benoemen. MB/BS1
36 Kan de medische terminologie van doorsneden van het lichaam en de plaats en richting van bewegen van MB/BS1
lichaamsdelen interpreteren
37 Kan de bouw en functie van een menselijke cel (inclusief de organellen), de celmembraan en de weefsels uitleggen MB/BS1
38 Kan de belangrijkste oncologische terminologie en de verschillende factoren die een rol spelen in het ontstaan van MB/BS1
kanker benoemen en het onderscheid tussen
benigne en maligne tumoren uitleggen.
39 Kan de farmacologische basisbegrippen omschrijven en interpreteren zoals de farmacokinetiek en de MB/BS1
farmacodynamiek
40 Kan de twee meest voorkomende algemene bijwerkingen van medicatie uitleggen en de verschillende lokale en MB/BS1
, algehele toedieningswegen van medicatie en hun voor- en nadelen uitleggen
41 Kan de anatomie, fysiologie, indeling en tekenen van veroudering van het centraal zenuwstelsel beschrijven MB/BS2
42 Kan verschijnselen, beloop, differentiaal diagnostisch onderzoek en interventies benoemen van de meest MB/BS2
voorkomende vormen van dementie en delier.
43 Kan uitleggen wat kwetsbare ouderen of geriatrische patiënten zijn en daarbij uitleggen welke gevolgen verouderen MB/BS2
heeft op de orgaanstelsels
44 Kan verschijnselen, het diagnostisch proces, de therapeutische mogelijkheden, prognose en mogelijke beperkingen in MB/BS2
het dagelijks leven benoemen van de ziekte van Parkinson en Huntington
45 Kan de anatomie en fysiologie van het urinewegstelsel beschrijven MB/BS2
46 Kan definitie, symptomen, onderzoeken, complicaties, preventie en behandeling van urine-incontinentie, MB/BS2
urineretentie en urineweginfecties benoemen
47 Kan de anatomie en fysiologie van de longen en luchtwegen beschrijven MB/BS2
48 kan definitie, risicofactoren, symptomen, onderzoeken, complicaties, preventie en behandeling van astma, COPD en MB/BS2
pneumonie benoemen
,Uitwerking;
1. Kan op globaal niveau de inhoud van het Beroepsprofiel Verpleegkundige 2020 weergeven.
Het beroepsprofiel is een Landelijke afspraak over wat verpleegkundige doen. Het landelijke opleidingsprofiel Bachelor of Nursing 2020 is daarvan
afgeleid. Jouw taakomschrijving is daar ook van afgeleid. Hierin staan de vele veranderingen van verpleegkundigen in verloop van tijd.
- Zorgvragen in 2020
- Een nieuwe kijk op verpleegkunde
- De verpleegkundige in 2020: competentiegebieden
- De werkomgeving
2. Kan benoemen wat de beroepscode inhoudt.
Eén beroepscode zorgt voor duidelijkheid voor verpleegkundigen en verzorgenden in hun werk en hoe zij zich moeten gedragen. Verdeeld in 4
hoofdstukken:
1. Algemene punten met betrekking tot de beroepsuitoefening
2. De verpleegkundige/ verzorgende in relatie tot de zorgvrager
3. De verpleegkundige/verzorgende in relatie tot (in)formele samenwerkingspartners
4. De verpleegkundige/verzorgende in relatie tot de samenleving.
3. Kan de CanMEDsgebieden en rollen benoemen in relatie tot het verpleegkundig beroep.
1. Vakinhoudelijk handelen de rol van zorgverlener
Als zorgverlener is de verpleegkundige gericht op het versterken van het zelfmanagement van mensen in hun sociale context.
2. Communicatie de rol van communicator
Communiceren op maat met een groot inlevingsvermogen en op een respectvolle manier.
3. Samenwerking de rol van samenwerkingspartner
Verpleegkundige handelt vanuit haar eigen deskundigheid en werkt op basis van gelijkwaardigheid samen met de patiënt en zijn naasten,
andere disciplines, en leidinggevenden.
4. Kennis en wetenschap reflectieve EBP Professional
De verpleegkundige streeft naar het toepassen van instrumenten en interventies waarvan de doeltreffendheid en doelmatigheid aannemelijk
zijn. Zij neemt kennis van resultaten van wetenschappelijk onderzoek en past die waar mogelijk toe in de beroepspraktijk.
5. Maatschappelijk handelen Gezondheidsbevorderaar
, De verpleegkundige beweegt zich in een maatschappij en zorgsector, waarin het denken in termen van zorg en ziekte verschuift naar denken in
gedrag en gezondheid. De verpleegkundige draagt bij aan het bevorderen van gezondheid van mensen door het ondersteunen van
zelfmanagement.
6. Organisatie de rol van Organisator
De verpleegkundige werkt als professional in verschillende sectoren van de zorg. Zij is ondernemend en initiatiefrijk, werkzaam in grote
organisaties of in zelfsturende, kleinschalige teams, of als zelfstandig beroepsoefenaar.
7. Professionaliteit en kwaliteit Professional & Kwaliteitsbevorderaar
De verpleegkundige levert zorg passend binnen de geldende wet- en regelgeving. De verpleegkundige monitort, meet en screent haar zorg
systematisch, met het oog op kwaliteitsverbetering.
4. Kan benoemen wat de Wet BIG inhoudt.
De wet op de Beroepen in de Individuele Gezondheidszorg is bedoeld om de kwaliteit van de beroepsuitoefening in de individuele gezondheidszorg
te bevorderen en te bewaken en de patiënt te beschermen tegen ondeskundig en onzorgvuldig handelen door beroepsbeoefenaren.
Daarom staan er in de wet bepalingen over zaken als titelbescherming, registratie, herregistratie, voorbehouden, handelingen en tuchtrecht.
Beschermt patiënten tegen onzorgvuldig en ondeskundig handelen.
5. Kan uitgangspunten bij enkele verpleegkundige visies/theorieën benoemen.
Theorie = een denkbeeld wat je hebt over de praktijk.
Concepten = bouwsteen van een theorie
Soorten theorieën:
- Grand Therories: cliënt, gezondheid, omgeving, verplegen
- Middle-range theories: 21e eeuw, belang voor ouderenzorg
- Micro-lever interventions: kleine theorietjes die interventies en effectiviteit ervan beschrijven.
- Grand theories:
1. Florence Nightengale: basis gelegd voor verpleegkundige theorieën.
2. D. Orem: gericht op de behoeften van de cliënt. Zelfzorg, aangeleerd gedrag waar milieu en omgeving een belangrijke rol bij hebben.
3. C. Roy: nadruk op het concept van de cliënt. Adaptatie en aanpassing.
4. I. King: gaat om de communicatie tussen de patiënt en de verpleegkundige.
5. M. Rogers: holistisch: een cliënt moet je zien als geheel.
6. B. Neuman: relatie op cliënt en omgeving.
o Systeem theorie: de mens is een open systeem en continu verwerken van iets.
, o Stress-continue theorie: iets dat daadwerkelijk stress geeft of mogelijk stress geeft.
o Preventie theorie: interventie met name op preventie, gericht op het helpen van het cliëntsysteem.
Primair: nog geen ziektegevallen. Informatie geven
Secundair: wel ziektegevallen, zorgen dat er niet meer bijkomen
Tertiair: gevolgen van die ziekte beperken.
6. kan benoemen wat verpleegkundige kennis is en welke kennis tot het verpleegkundig domein behoord.
Verpleegkundige kennis bestaat uit feiten, informatie, principes, en theorieën. Het wordt ook wel wetenschappelijke kennis genoemd. Het wordt
gebruikt om te beschrijven, te verklaren en te voorspellen.
EBP = een benadering die het beste verpleegkundige kennis gebruikt ipv toevalligheden.
Welke kennis behoort tot het verpleegkundig domein:
o vakbekwaamheid: manier waarop verpleegkundigen hun kennis gebruiken
o ethische kennis: kennis die nodig is om een relatie te kunnen leggen tussen de te dragen beroepsverantwoordelijkheid.
o zelfkennis
o verplegingswetenschap
Het specifieke domein van verplegen is dat van de unieke reacties op ervaringen van mensen met gezondheid, ziekte, kwetsbaarheid of
beperkingen, in welke omgeving of omstandigheid zij zich ook bevingen. Reacties van mensen kunnen lichamelijk, psychisch, sociaal, cultureel of
spiritueel van aard zijn, en vaak gaat het om een combinatie hiervan.
7. Kan de stappen in het verpleegkundig proces benoemen en ziet de samenhang tussen de stappen. In Wilkinson boek samenhang opzoeken!
- Anamnese: verzamelen en ordenen van gegevens.
- Diagnose: vaststellen van de huidige gezondheidstoestand.
- Planning van de resultaten: bepalen van de wenselijke situatie.
- Planning van de interventies: selecteren van de verpleegkundige interventies.
- Uitvoering: uitvoeren van het zorgplan.
- Evaluatie: vaststellen of de beoogde resultaten zijn bereikt.
Samenhang:
Anamnese diagnose: je moet over nauwkeurige gegevens beschikken om de juiste diagnose te kunnen stellen.
Diagnose planning resultaten: de wenselijke resultaten komen direct voort uit de diagnose.
Planning resultaten planning interventies: de wenselijke resultaten bepalen je keuze voor de interventies.
Planning interventies/ resultaten uitvoering: het zorgplan dient als leidraad voor de activiteiten die je uitvoert.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller manonvdkamp. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.73. You're not tied to anything after your purchase.