Natuurkunde
hoofdstuk 1
Grootheid → is eigenschap die je meet.
Eenheid → is maat waarin je meet
kleinste deel van stof is molecuul → van dezelfde stof allemaal gelijk.
Hoe dichter bij elkaar hoe sterker aantrekkingskracht.
Hoe warmer hoe sneller de trilling.
Vaste stof -moleculen tegen elkaar aan
-grote aantrekkingskracht
-moleculen vaste plek
vloeistof -moleculen iets uit elkaar
- kleinere aantrekkingskracht
-glijden langs elkaar
-geen vaste plek
Gas -moleculen alle kanten op
-veel ruimte tussen de moleculen
-aantrekkingskracht klein
stollen doe je door afkoelen: moleculen langzamer trillen → dichter bij elkaar → grote
aantrekkingskracht → vaste stof.
Koken is verdampen in hele vloeistof
Rijpen is gas naar vast → ijslaag in de vriezer
Vervluchtigen is sublimeren → blokje zeep
verdampen kan sneller door:
- verwarmen
- groter oppervlak
- blazen
Zuivere stof → 1 soort moleculen
Onzuivere stof → 2 of meer soorten moleculen
Stoffen waaruit een mengsel bestaat zijn bestanddelen of componenten
Mengsels → 2 vaste stoffen
→ 1 vloeistof met andere stoffen → oplossing/ suspensie
oplossing: bestaat uit 1 vloeistof waar andere stof in opgelost is → limonade- suiker in
water. Vloeistof in vloeistof → azijn- azijnzuur in water. gas in vloeistof → priklimonade-
koolzuurgas in water.
Oplossing is altijd helder, soms gekleurd.
hoofdstuk 1
Grootheid → is eigenschap die je meet.
Eenheid → is maat waarin je meet
kleinste deel van stof is molecuul → van dezelfde stof allemaal gelijk.
Hoe dichter bij elkaar hoe sterker aantrekkingskracht.
Hoe warmer hoe sneller de trilling.
Vaste stof -moleculen tegen elkaar aan
-grote aantrekkingskracht
-moleculen vaste plek
vloeistof -moleculen iets uit elkaar
- kleinere aantrekkingskracht
-glijden langs elkaar
-geen vaste plek
Gas -moleculen alle kanten op
-veel ruimte tussen de moleculen
-aantrekkingskracht klein
stollen doe je door afkoelen: moleculen langzamer trillen → dichter bij elkaar → grote
aantrekkingskracht → vaste stof.
Koken is verdampen in hele vloeistof
Rijpen is gas naar vast → ijslaag in de vriezer
Vervluchtigen is sublimeren → blokje zeep
verdampen kan sneller door:
- verwarmen
- groter oppervlak
- blazen
Zuivere stof → 1 soort moleculen
Onzuivere stof → 2 of meer soorten moleculen
Stoffen waaruit een mengsel bestaat zijn bestanddelen of componenten
Mengsels → 2 vaste stoffen
→ 1 vloeistof met andere stoffen → oplossing/ suspensie
oplossing: bestaat uit 1 vloeistof waar andere stof in opgelost is → limonade- suiker in
water. Vloeistof in vloeistof → azijn- azijnzuur in water. gas in vloeistof → priklimonade-
koolzuurgas in water.
Oplossing is altijd helder, soms gekleurd.