Niet ontleedbare stoffen ook wel: elementen.
Atoommodel van Dalton:
1. Moleculen bestaan uit kleinere deeltjes: atomen;
2. Atomen zijn niet te vernietigen;
3. Alle atomen van een niet-ontleedbare stof zijn aan elkaar gelijk;
4. Een molecuul is een groepje bij elkaar behorende atomen.
Elk element heeft zijn eigen symbool, bijv. aluminium: Al.
Leren: atoomsoorten en hun symbolen: tabel 3.1.
Mendelejev (1869) elementen gerangschikt in het periodiek systeem.
Ordeningsprincipes:
1. De elementen staan na elkaar op volgorde van opklimmende massa;
2. De elementen met vergelijkbare chemische eigenschappen staan onder elkaar.
Horizontale rijen perioden, verticale kolommen groepen.
Eigenschappen metalen:
Geleiding warmte en elektrische stroom;
Glimmend oppervlak;
Vervormbaar;
Vast bij kamertemperatuur (m.u.v. kwik)
Soorten metalen:
Zeer onedele metalen
Reageren heftig met andere stoffen.
Alkalimetalen bijv. natrium en kalium
Aardalkalimetalen bijv. magnesium en calcium.
Onedele metalen
Reageren niet heel heftig met andere stoffen. Bijv. ijzer, koper en aluminium.
Edelmetalen
Reageren niet of nauwelijks met andere stoffen. Bijv. goud, zilver of platina.
Eigenschappen niet-metalen:
Geleiden geen elektrische stroom;
Stoffen verschillen erg van elkaar.
Soorten niet-metalen:
Edelgassen (groep 18): stoffen die nauwelijks reageren met andere stoffen.
Halogenen (groep 17): stoffen die makkelijk reageren met andere stoffen, vooral met
metalen.