BTW- basiscursus
Hoofdstuk 1: Algemeenheden
1. Situering
De btw- regeling behoort tot het fiscaal recht, m.n. tot het gedeelte der indirecte belastingen
BE fiscaliteit
Direct indirect
= op inkomsten =op verbruik
Vb. accijnzen op roken
Registratierechten
Milieubelasting
BTW!!!!
2. Overdrachtsbelasting
De overdracht van goederen en diensten vormt de basis voor het heffen van de belasting.
1921: overdrachtsbelasting
1971: systeem van de belasting over de toegevoegde waarde= verbruiksbelasting
Deze overgang heeft geduurd tot 1977
3. Europese belasting
Het is een Europese belasting: enkel op gebied van de tarieven hebben de lidstaten (LS=28) nog enige
vrijheid.
2007: de zesde RL is ingetrokken en vervangen door een nieuwe algemene btw-richtlijn (RL
2006/112/EG).
=BTW-RICHTLIJN
2010: opnieuw belangrijke wijziging. Nl. de regels voor het bepalen van de plaats van de dienst
werden vereenvoudigd, vooral voor B2B-handelingen.
4. Het werkingsmechanisme
=verbruiksbelasting die in elke fase van de productie en distributie geheven wordt door de
belastingplichtige en doormiddel van gefractioneerde betalingen wordt voldaan aan de schatkist.
Zie boek pagina 12-13: schema en uitleg bij schema
1
,5. Toepassingsgebied van de btw
Titel uitleg
Territori Zie handboek pagina 13
aal
Art. 1 §§2 en 3 Wbtw
Belastba 1. Levering van goederen en het verstrekken van diensten
re o Hier te lande
handelin o Door en als zodanig handelend belastingplichtige
g o Onder bezwarende titel (niet gratis, er is een tegenprestatie)
Art. 2 Wbtw
2. Invoer
=als goederen van buiten de EU in België worden ingevoerd
De belasting is dan verschuldigd, wie ook de invoerder is
Art. 3 Wbtw
3. Intracommunautaire verwerving
Als een belastingplichtige, gevestigd in België, goederen in een andere lidstaat
koopt en ze hier verwerft, is er een Belgische btw verschuldigd op de verwerving
Plaats Genoemde handelingen kunnen enkel aan de Belgische btw onderworpen worden
als ze hier te lande plaatsvinden
Plaats van levering
Een dienst
Een intracommunautaire verwerving
Een invoer
Wordt in gans de Europese Unie op uniforme wijze vastgesteld
Men houdt hierbij een dubbel doel voor ogen:
o Vermijden dat twee LS eenzelfde transactie kunnen belasten
o Voorkomen dat andere transacties nergens belastbaar zijn
2
,6. Enkele essentiële begrippen
Titels Uitleg
Belastbaar feit Art. 1 §12, 1°
= elke transactie die btw opeisbaar maakt
Voorwaarden:
o Leveringen van goederen en diensten, in zoverre ze door de
wetgever als belastbare handelingen worden aangeduid
o De invoer van goederen buiten de EU of een
intracommunautaire verwerving uit een LS van de EU maken
tevens een belastbaar feit uit
Tijdstip van Art. 1 §12, 2°
opeisbaarheid Het is opeisbaar vanaf de factuurdatum (deze moet worden opgesteld,
ten laatste 15 dagen van de maand volgend op deze waarin de levering
of dienst gebeurt).
Tijdstip van Er zijn twee soorten aangiften: maandelijkse en driemaandelijkse
voldoening
Dus datum van opeisbaarheid:
20e van de volgende maand voor maandaangiftes
Of
20/04; 20/07; 20/10; 20/1 voor kwartaalaangevers
(zie extra handgeschreven schema’s
Tijdstip van De betaling van de verschuldigde btw kan pas officieel afgedwongen
afdwingbaarhei worden na de betekening van een dwangbevel (uitvoerbare titel)
d van btw
7. Btw- denkpatroon
Nog niet gedaan: mevrouw vond het nog te vroeg om deze oefeningen op te lossen
3
, Hoofdstuk 2: De btw- belastingplichtige en zijn
verplichtingen
§1 De belastingplichtige
1 Definitie
art. 4§1 Wbtw
4 essentiële elementen:
o De belastingplichtige is een persoon (“eenieder”)
Natuurlijk persoon
Rechtspersoon: private RP & publieke RP
Verenigingen: o.a. feitelijke & tijdelijke (handels)verenigingen
o De persoon oefent een economische activiteit uit
Van een fabrikant, handelaar of dienstverrichter
Ook exploitatie van een lichamelijke of onlichamelijke zaak om er duurzaam
opbrengst uit te verkrijgen
o Die activiteit wordt geregeld uitgeoefend
Is vaak een feitenkwestie
o Die activiteit wordt zelfstandig uitgeoefend
Niet in dienstverband: WG verschaft arbeid en betaalt loon
Geen ondergeschiktheid: onder het gezag van een WG
Schijnzelfstandigheid:
4
Hoofdstuk 1: Algemeenheden
1. Situering
De btw- regeling behoort tot het fiscaal recht, m.n. tot het gedeelte der indirecte belastingen
BE fiscaliteit
Direct indirect
= op inkomsten =op verbruik
Vb. accijnzen op roken
Registratierechten
Milieubelasting
BTW!!!!
2. Overdrachtsbelasting
De overdracht van goederen en diensten vormt de basis voor het heffen van de belasting.
1921: overdrachtsbelasting
1971: systeem van de belasting over de toegevoegde waarde= verbruiksbelasting
Deze overgang heeft geduurd tot 1977
3. Europese belasting
Het is een Europese belasting: enkel op gebied van de tarieven hebben de lidstaten (LS=28) nog enige
vrijheid.
2007: de zesde RL is ingetrokken en vervangen door een nieuwe algemene btw-richtlijn (RL
2006/112/EG).
=BTW-RICHTLIJN
2010: opnieuw belangrijke wijziging. Nl. de regels voor het bepalen van de plaats van de dienst
werden vereenvoudigd, vooral voor B2B-handelingen.
4. Het werkingsmechanisme
=verbruiksbelasting die in elke fase van de productie en distributie geheven wordt door de
belastingplichtige en doormiddel van gefractioneerde betalingen wordt voldaan aan de schatkist.
Zie boek pagina 12-13: schema en uitleg bij schema
1
,5. Toepassingsgebied van de btw
Titel uitleg
Territori Zie handboek pagina 13
aal
Art. 1 §§2 en 3 Wbtw
Belastba 1. Levering van goederen en het verstrekken van diensten
re o Hier te lande
handelin o Door en als zodanig handelend belastingplichtige
g o Onder bezwarende titel (niet gratis, er is een tegenprestatie)
Art. 2 Wbtw
2. Invoer
=als goederen van buiten de EU in België worden ingevoerd
De belasting is dan verschuldigd, wie ook de invoerder is
Art. 3 Wbtw
3. Intracommunautaire verwerving
Als een belastingplichtige, gevestigd in België, goederen in een andere lidstaat
koopt en ze hier verwerft, is er een Belgische btw verschuldigd op de verwerving
Plaats Genoemde handelingen kunnen enkel aan de Belgische btw onderworpen worden
als ze hier te lande plaatsvinden
Plaats van levering
Een dienst
Een intracommunautaire verwerving
Een invoer
Wordt in gans de Europese Unie op uniforme wijze vastgesteld
Men houdt hierbij een dubbel doel voor ogen:
o Vermijden dat twee LS eenzelfde transactie kunnen belasten
o Voorkomen dat andere transacties nergens belastbaar zijn
2
,6. Enkele essentiële begrippen
Titels Uitleg
Belastbaar feit Art. 1 §12, 1°
= elke transactie die btw opeisbaar maakt
Voorwaarden:
o Leveringen van goederen en diensten, in zoverre ze door de
wetgever als belastbare handelingen worden aangeduid
o De invoer van goederen buiten de EU of een
intracommunautaire verwerving uit een LS van de EU maken
tevens een belastbaar feit uit
Tijdstip van Art. 1 §12, 2°
opeisbaarheid Het is opeisbaar vanaf de factuurdatum (deze moet worden opgesteld,
ten laatste 15 dagen van de maand volgend op deze waarin de levering
of dienst gebeurt).
Tijdstip van Er zijn twee soorten aangiften: maandelijkse en driemaandelijkse
voldoening
Dus datum van opeisbaarheid:
20e van de volgende maand voor maandaangiftes
Of
20/04; 20/07; 20/10; 20/1 voor kwartaalaangevers
(zie extra handgeschreven schema’s
Tijdstip van De betaling van de verschuldigde btw kan pas officieel afgedwongen
afdwingbaarhei worden na de betekening van een dwangbevel (uitvoerbare titel)
d van btw
7. Btw- denkpatroon
Nog niet gedaan: mevrouw vond het nog te vroeg om deze oefeningen op te lossen
3
, Hoofdstuk 2: De btw- belastingplichtige en zijn
verplichtingen
§1 De belastingplichtige
1 Definitie
art. 4§1 Wbtw
4 essentiële elementen:
o De belastingplichtige is een persoon (“eenieder”)
Natuurlijk persoon
Rechtspersoon: private RP & publieke RP
Verenigingen: o.a. feitelijke & tijdelijke (handels)verenigingen
o De persoon oefent een economische activiteit uit
Van een fabrikant, handelaar of dienstverrichter
Ook exploitatie van een lichamelijke of onlichamelijke zaak om er duurzaam
opbrengst uit te verkrijgen
o Die activiteit wordt geregeld uitgeoefend
Is vaak een feitenkwestie
o Die activiteit wordt zelfstandig uitgeoefend
Niet in dienstverband: WG verschaft arbeid en betaalt loon
Geen ondergeschiktheid: onder het gezag van een WG
Schijnzelfstandigheid:
4
