Nekpijn wordt ingedeeld in vier graden volgens de Neck Pain Task Force (NPTF):
- Graad I: Nekpijn zonder tekenen of symptomen die wijzen op grote structurele
pathologie. De ADL is nauwelijks verstoord
- Graad II: Zelfde als graad I, maar met forse verstoring van de ADL
- Graad III: Zelfde als graad II, maar met neurologische tekenen en symptomen
▪ Insluiten graad III:
▪ Óf Spurling’s test positief óf tractie/distractietest positief
- Graad IV: Nekpijn met tekenen of symptomen die kunnen wijzen op ernstige
structurele pathologie
▪ Bij dit soort nekpijn moet de patiënt verwezen worden
Nekpijn is wereldwijd de op drie na grootste categorie van klachten van het
bewegingsapparaat. Ongeveer 20% van de mensen in Nederland met nekpijn zoekt
er zorg voor. Het natuurlijk beloop bij nekpijn is dat de pijn binnen zes weken met
45% zakt.
Een normaal beloop bij nekpijn is dat in de eerste zes weken de pijn die ervaren
wordt afneemt en het niveau van activiteiten en participatie juist toeneemt. Bij een
afwijkend beloop neemt in de eerste zes weken na aanvang van de nekpijn het
niveau van de pijn en het niveau van activiteiten en/of participatie niet of nauwelijks
af. Bij een afwijkend beloop is er een sterke aanwezigheid van herstelbelemmerende
prognostische factoren. Deze factoren zijn:
- Demografische risicofactoren
▪ Lengte
▪ Vrouwelijk geslacht
▪ Leeftijd
- Algemene risicofactoren
▪ Eerdere nek- of rugpijn
▪ Eerdere andere lichamelijke klachten
▪ BMI
▪ Sportbeoefening
- Trauma gerelateerde risicofactoren
- Werkgerelateerde risicofactoren
▪ Werktijden
▪ Houding van de nek tijdens werktijd
▪ Hersteltijd op werk
▪ Werk in ongemakkelijke houdingen
▪ Zwaar lichamelijk werk
- Psychosociale risicofactoren
▪ Stressniveau
▪ Negatieve gevoelens
▪ Invloed op de werksituatie
Uit recent onderzoek is gebleken dat psychosociale factoren, zoals angstvermijding
en passieve copingstrategieën, in grotere mate bijdragen aan een slechte prognose
dan fysieke factoren.
Uit een ander onderzoek is gebleken dat meer sociale steun, een copingstijl met
zelfgeruststelling, optimisme en geen noodzaak om sociaal te zijn een positieve
invloed hebben op het herstel en het beloop van nekpijn.
,
,Bij de screening van een patiënt met nekpijn gaat het over de volgende dingen:
- Generieke rode vlaggen
- Regiospecifieke rode vlaggen
- Beloop (normaal/afwijkend/afwijkend verklaarbaar)
- Mechanische of niet-mechanische pijn
, Volgens de richtlijn is nekpijn een onaangename sensorische en emotionele ervaring
die geassocieerd wordt met daadwerkelijke of potentiële weefselschade in de
nekregio. Dit betekent dat de patiënt zelf invloed heeft op hoe diegene de pijn
ervaart.
Bij nekpijn zijn er enkele prognostische factoren die een positieve of negatieve
invloed kunnen hebben op het herstel. Behalve deze prognostische factoren voor
nekpijn, zijn er ook nog risicofactoren. Het verschil tussen deze factoren is dat
risicofactoren een kans aanduiden om iets te krijgen als je iets nog niet hebt.
Voorbeelden van risicofactoren zijn:
- Vrouwelijk geslacht
- Weduwnaar
- Lagere leeftijd
- Drie of meer kinderen
Prognostische factoren hebben op hun beurt invloed als de klachten al aanwezig zijn.
Voorbeelden van prognostische factoren zijn:
- Voorgeschiedenis van andere musculoskeletale aandoeningen
- Hoge pijnintensiteit
- Angst
- Depressieve klachten
Prognostische factoren kunnen dus zowel een positieve als een negatieve rol
hebben:
Coping is de manier waarop je met een situatie omgaat. Je kan dat dus op
verschillende manieren doen, actief en passief:
- Actief: Je analyseert de situatie, maakt keuzes hoe het aan te pakken en je
stelt jezelf gerust
- Passief: Je doet niks, ontkent je probleem en vermijdt je klacht
Naast coping hebt je ook een andere term die met coping te maken heeft, dit is locus
of control. Locus of control is de mate waarin iemand de oorzaken van wat hem of haar
overkomt bij zichzelf of juist buiten zichzelf zoekt. Je maakt hierbij onderscheid tussen
interne en externe locus of control:
- Intern: Je gelooft dat wat je overkomt voornamelijk wordt beïnvloed door je
eigen mogelijkheden, acties en fouten
- Extern: Je gelooft dat wat je overkomt voornamelijk wordt beïnvloed door
toeval, je omgeving of actief van anderen
- Graad I: Nekpijn zonder tekenen of symptomen die wijzen op grote structurele
pathologie. De ADL is nauwelijks verstoord
- Graad II: Zelfde als graad I, maar met forse verstoring van de ADL
- Graad III: Zelfde als graad II, maar met neurologische tekenen en symptomen
▪ Insluiten graad III:
▪ Óf Spurling’s test positief óf tractie/distractietest positief
- Graad IV: Nekpijn met tekenen of symptomen die kunnen wijzen op ernstige
structurele pathologie
▪ Bij dit soort nekpijn moet de patiënt verwezen worden
Nekpijn is wereldwijd de op drie na grootste categorie van klachten van het
bewegingsapparaat. Ongeveer 20% van de mensen in Nederland met nekpijn zoekt
er zorg voor. Het natuurlijk beloop bij nekpijn is dat de pijn binnen zes weken met
45% zakt.
Een normaal beloop bij nekpijn is dat in de eerste zes weken de pijn die ervaren
wordt afneemt en het niveau van activiteiten en participatie juist toeneemt. Bij een
afwijkend beloop neemt in de eerste zes weken na aanvang van de nekpijn het
niveau van de pijn en het niveau van activiteiten en/of participatie niet of nauwelijks
af. Bij een afwijkend beloop is er een sterke aanwezigheid van herstelbelemmerende
prognostische factoren. Deze factoren zijn:
- Demografische risicofactoren
▪ Lengte
▪ Vrouwelijk geslacht
▪ Leeftijd
- Algemene risicofactoren
▪ Eerdere nek- of rugpijn
▪ Eerdere andere lichamelijke klachten
▪ BMI
▪ Sportbeoefening
- Trauma gerelateerde risicofactoren
- Werkgerelateerde risicofactoren
▪ Werktijden
▪ Houding van de nek tijdens werktijd
▪ Hersteltijd op werk
▪ Werk in ongemakkelijke houdingen
▪ Zwaar lichamelijk werk
- Psychosociale risicofactoren
▪ Stressniveau
▪ Negatieve gevoelens
▪ Invloed op de werksituatie
Uit recent onderzoek is gebleken dat psychosociale factoren, zoals angstvermijding
en passieve copingstrategieën, in grotere mate bijdragen aan een slechte prognose
dan fysieke factoren.
Uit een ander onderzoek is gebleken dat meer sociale steun, een copingstijl met
zelfgeruststelling, optimisme en geen noodzaak om sociaal te zijn een positieve
invloed hebben op het herstel en het beloop van nekpijn.
,
,Bij de screening van een patiënt met nekpijn gaat het over de volgende dingen:
- Generieke rode vlaggen
- Regiospecifieke rode vlaggen
- Beloop (normaal/afwijkend/afwijkend verklaarbaar)
- Mechanische of niet-mechanische pijn
, Volgens de richtlijn is nekpijn een onaangename sensorische en emotionele ervaring
die geassocieerd wordt met daadwerkelijke of potentiële weefselschade in de
nekregio. Dit betekent dat de patiënt zelf invloed heeft op hoe diegene de pijn
ervaart.
Bij nekpijn zijn er enkele prognostische factoren die een positieve of negatieve
invloed kunnen hebben op het herstel. Behalve deze prognostische factoren voor
nekpijn, zijn er ook nog risicofactoren. Het verschil tussen deze factoren is dat
risicofactoren een kans aanduiden om iets te krijgen als je iets nog niet hebt.
Voorbeelden van risicofactoren zijn:
- Vrouwelijk geslacht
- Weduwnaar
- Lagere leeftijd
- Drie of meer kinderen
Prognostische factoren hebben op hun beurt invloed als de klachten al aanwezig zijn.
Voorbeelden van prognostische factoren zijn:
- Voorgeschiedenis van andere musculoskeletale aandoeningen
- Hoge pijnintensiteit
- Angst
- Depressieve klachten
Prognostische factoren kunnen dus zowel een positieve als een negatieve rol
hebben:
Coping is de manier waarop je met een situatie omgaat. Je kan dat dus op
verschillende manieren doen, actief en passief:
- Actief: Je analyseert de situatie, maakt keuzes hoe het aan te pakken en je
stelt jezelf gerust
- Passief: Je doet niks, ontkent je probleem en vermijdt je klacht
Naast coping hebt je ook een andere term die met coping te maken heeft, dit is locus
of control. Locus of control is de mate waarin iemand de oorzaken van wat hem of haar
overkomt bij zichzelf of juist buiten zichzelf zoekt. Je maakt hierbij onderscheid tussen
interne en externe locus of control:
- Intern: Je gelooft dat wat je overkomt voornamelijk wordt beïnvloed door je
eigen mogelijkheden, acties en fouten
- Extern: Je gelooft dat wat je overkomt voornamelijk wordt beïnvloed door
toeval, je omgeving of actief van anderen
