Examenvragen en antwoorden
Algemene Anatomie deel 2
geschreven door
LV4
De Marktplaats voor het Kopen en Verkopen van je Samenvattingen
Op Stuvia vind je het grootste aanbod aan samenvattingen en collegeaantekeningen. De
documenten zijn geschreven door jouw medestudenten, specifiek voor jouw opleiding!
www.stuvia.nl
Gedownload door: LV4 |
Dit document is auteursrechtelijk beschermd, het verspreiden van dit document is strafbaar.
, Stuvia - De Marktplaats voor het Kopen en Verkopen van je Samenvattingen
H15:
DIGESTIEF
SYSTEEM
1. Functies
van
het
digestieve
systeem
omvatten
(maag-‐
en
darm
stelsel)
-‐ Mechanische
afbraak
van
voeding
-‐ Chemische
afbraak
van
voeding
-‐ Het
verkleinen
van
grote
voedingsstukken
zonder
hun
chemische
structuur
te
veranderen
-‐ Afbraak
voeding
tot
eenvoudigere
chemische
stoffen
2. Maak
het
onderscheid
tussen
mengende
en
propulsieve
bewegingen
-‐ Mengende
bewegingen
ontstaan
wanneer
gladde
spieren
in
smalle
segmenten
van
de
buis
ritmisch
samentrekken.
Voorbeeld:
Wanneer
de
maag
vol
is,
m.a.w.
ritmische
contracties
gladde
spieren
-‐ Propulsieve
bewegingen
bevatten
golvende
bewegingen,
genaamd
peristaltiek.
Wanneer
peristaltiek
optreedt,
zal
er
een
ringsamentrekking
optreden
in
de
wand
van
de
buis.
Tegelijkertijd
zal
de
spierwant
net
voor
de
ring
ontspannen.
3. Bespreek
de
onderdelen
en
de
functies
van
de
mond
Lippen:
sensorische
receptoren:
temperatuur
en
textuur,
sterk
mobiel
Wang:
laterale
wanden
à
rol
bij
het
kauwen
Tong:
mengen
voedsel
met
speeksel,
bewegen
voeding
bij
kauwen
en
slikken
Palatum:
dak
van
de
mondholte
=
gehemelte
Tanden:
start
mechanische
digestie
door
fractioneren
voedselbolus
è
grotere
oppervlakte
waarop
digestieve
enzymen
kunnen
inwerken
Speekselklieren:
bevochtiging
voedselpartikels,
coherente
bolusvorming,
beginnende
chemische
digestie
van
koolhydraten,
solvent
voor
smaakpartikels,
reinigende
functie
voor
mond
en
tanden
4. Maak
het
onderscheid
tussen
primaire
en
secundaire
tanden
-‐ Primair
gebit
=
melkgebit,
bestaand
uit
20
tanden
en
vallen
uit
in
de
volgorde
dat
ze
verschijnen
door
de
druk
van
de
permanente
tanden
met
resorptie
tandwortels
(
6m
–
2
jaar)
2x10
-‐ Secundaire
tanden
=
permanent
gebit,
bestaand
uit
32
tanden
2x16
5. De
tanden
die
het
meest
aangepast
zijn
voor
het
vastnemen
en
verscheuren
van
voeding
zijn
Hoektanden
6. Beschrijf
de
structuur
van
een
tand
2
delen:
kroon
(boven
tandvlees)
en
wortel
(vast
in
processus
alveolaris
kaak)
Daartussen
is
de
hals
7. Verklaar
digestie
Spijsvertering
of
digestie
betekent
het
verteren
van
voedsel
(spijs)
tot
stoffen
die
door
het
lichaam
kunnen
worden
opgenomen.
Dit
gebeurt
in
het
spijsverteringskanaal
=
mechanisme
en
chemische
afbraak
van
voeding
en
absorpitie
van
nutrienten
door
cellen
8. Schets
en
benoem
de
begrenzingen
van
orale
caviteit
en
vestibulum
-‐ Orale
caviteit:
ruitme
tussen
palatum
en
tanden
(met
de
tong
daar
in)
-‐ Vestibulum:
smalle
ruimte
tussen
tanden,
wangen
en
lippen
9. Bespreek
de
functies
van
speeksel
-‐ Bevochtiging
voedselpartikels
(=
deeltjes)
-‐ Coherente
bolusvorming
-‐ Beginnende
chemische
digestie
(=
vertering)
van
koolhydraten
-‐ Solvent
(oplosmiddel)
voor
smaakpartikels
-‐ Reinigende
functie
voor
mond
en
tanden
10. Benoem
de
majeure
speekselklieren
en
hun
seceties
-‐ Oorspeekselklier:
secretie
helder,
waterig
(sereus)
speeksel
32
Gedownload door: LV4 |
Dit document is auteursrechtelijk beschermd, het verspreiden van dit document is strafbaar.
Algemene Anatomie deel 2
geschreven door
LV4
De Marktplaats voor het Kopen en Verkopen van je Samenvattingen
Op Stuvia vind je het grootste aanbod aan samenvattingen en collegeaantekeningen. De
documenten zijn geschreven door jouw medestudenten, specifiek voor jouw opleiding!
www.stuvia.nl
Gedownload door: LV4 |
Dit document is auteursrechtelijk beschermd, het verspreiden van dit document is strafbaar.
, Stuvia - De Marktplaats voor het Kopen en Verkopen van je Samenvattingen
H15:
DIGESTIEF
SYSTEEM
1. Functies
van
het
digestieve
systeem
omvatten
(maag-‐
en
darm
stelsel)
-‐ Mechanische
afbraak
van
voeding
-‐ Chemische
afbraak
van
voeding
-‐ Het
verkleinen
van
grote
voedingsstukken
zonder
hun
chemische
structuur
te
veranderen
-‐ Afbraak
voeding
tot
eenvoudigere
chemische
stoffen
2. Maak
het
onderscheid
tussen
mengende
en
propulsieve
bewegingen
-‐ Mengende
bewegingen
ontstaan
wanneer
gladde
spieren
in
smalle
segmenten
van
de
buis
ritmisch
samentrekken.
Voorbeeld:
Wanneer
de
maag
vol
is,
m.a.w.
ritmische
contracties
gladde
spieren
-‐ Propulsieve
bewegingen
bevatten
golvende
bewegingen,
genaamd
peristaltiek.
Wanneer
peristaltiek
optreedt,
zal
er
een
ringsamentrekking
optreden
in
de
wand
van
de
buis.
Tegelijkertijd
zal
de
spierwant
net
voor
de
ring
ontspannen.
3. Bespreek
de
onderdelen
en
de
functies
van
de
mond
Lippen:
sensorische
receptoren:
temperatuur
en
textuur,
sterk
mobiel
Wang:
laterale
wanden
à
rol
bij
het
kauwen
Tong:
mengen
voedsel
met
speeksel,
bewegen
voeding
bij
kauwen
en
slikken
Palatum:
dak
van
de
mondholte
=
gehemelte
Tanden:
start
mechanische
digestie
door
fractioneren
voedselbolus
è
grotere
oppervlakte
waarop
digestieve
enzymen
kunnen
inwerken
Speekselklieren:
bevochtiging
voedselpartikels,
coherente
bolusvorming,
beginnende
chemische
digestie
van
koolhydraten,
solvent
voor
smaakpartikels,
reinigende
functie
voor
mond
en
tanden
4. Maak
het
onderscheid
tussen
primaire
en
secundaire
tanden
-‐ Primair
gebit
=
melkgebit,
bestaand
uit
20
tanden
en
vallen
uit
in
de
volgorde
dat
ze
verschijnen
door
de
druk
van
de
permanente
tanden
met
resorptie
tandwortels
(
6m
–
2
jaar)
2x10
-‐ Secundaire
tanden
=
permanent
gebit,
bestaand
uit
32
tanden
2x16
5. De
tanden
die
het
meest
aangepast
zijn
voor
het
vastnemen
en
verscheuren
van
voeding
zijn
Hoektanden
6. Beschrijf
de
structuur
van
een
tand
2
delen:
kroon
(boven
tandvlees)
en
wortel
(vast
in
processus
alveolaris
kaak)
Daartussen
is
de
hals
7. Verklaar
digestie
Spijsvertering
of
digestie
betekent
het
verteren
van
voedsel
(spijs)
tot
stoffen
die
door
het
lichaam
kunnen
worden
opgenomen.
Dit
gebeurt
in
het
spijsverteringskanaal
=
mechanisme
en
chemische
afbraak
van
voeding
en
absorpitie
van
nutrienten
door
cellen
8. Schets
en
benoem
de
begrenzingen
van
orale
caviteit
en
vestibulum
-‐ Orale
caviteit:
ruitme
tussen
palatum
en
tanden
(met
de
tong
daar
in)
-‐ Vestibulum:
smalle
ruimte
tussen
tanden,
wangen
en
lippen
9. Bespreek
de
functies
van
speeksel
-‐ Bevochtiging
voedselpartikels
(=
deeltjes)
-‐ Coherente
bolusvorming
-‐ Beginnende
chemische
digestie
(=
vertering)
van
koolhydraten
-‐ Solvent
(oplosmiddel)
voor
smaakpartikels
-‐ Reinigende
functie
voor
mond
en
tanden
10. Benoem
de
majeure
speekselklieren
en
hun
seceties
-‐ Oorspeekselklier:
secretie
helder,
waterig
(sereus)
speeksel
32
Gedownload door: LV4 |
Dit document is auteursrechtelijk beschermd, het verspreiden van dit document is strafbaar.