Oefentoets Medische kennis en
neurologie
Mix van H 1 t/m 6 + ELO artikelen
Vraag 1
, De OPP spreekt van een dynamisch gezichtspunt, wat wordt hier mee bedoelt?
A. Je kunt op meerdere manieren naar een kind kijken, maar de stoornis blijft voor
iedereen hetzelfde
B. Een kind is uniek, dus iedereen zal het op zijn of haar manier het gedrag
interpreteren
C. Wat in een bepaalde levensfase normaal is, kan op een latere leeftijd
abnormaal zijn
Vraag 2
Wat is het doel van OPP?
A. Het in kaart brengen van vreemd/afwijkend gedrag van een groep mensen
B. Het in kaart brengen van het gedrag van een individu/groep mensen
C. Het herkennen, onderscheiden en indelen van psychische problematiek van
het individu
Vraag 3
Hoe wordt er binnen de ontwikkelingspsychopathologie een psychische stoornis
opgevat?
A. Als een relatief vaststaand kenmerk van een kind.
B. Als een scheefgegroeide ontwikkeling van een kind.
C. Er worden binnen de OPP geen psychische stoornissen besproken
D. Als een niet volbrachte ontwikkelingsopgave
Vraag 4
Emil Kreapling is de grondlegger van de DSM, wat staat er in de DSM?
A. Feiten over psychische stoornissen
B. Kenmerken van stoornissen met daarbij het termijn waarin het aanwezig moet
zijn (geweest)
C. Stoornissen waarin rekening gehouden is met de culturele- en
ontwikkelingscontext
Vraag 5
Welke term hoort bij de volgende begrippen: Wat is er aan de hand?, algemene
kennis, beschrijvend, betreft een groep, gedragskenmerken?
A. Classificatie
B. Diagnostiek
C. Comorbiditeit
Vraag 6
Hoe heet het systeem dat rekening houdt met de vele en complexe invloeden op
het gedrag van een kind?
A. Bio-ecologische systeemtheorie van Bronfenbenner
B. Het bio-psycho-sociaal systeem
C. De ontwikkelingsopgavesysteem van Erikson
Vraag 7
Welke levensfase hoort er bij de volgende ontwikkelingsopgave:
Representationele vaardigheden, omgang met leeftijdsgenoten, internaliseren
van maatschappelijke eisen, sekserol-identificatie
A. Vroege Adolescentie
neurologie
Mix van H 1 t/m 6 + ELO artikelen
Vraag 1
, De OPP spreekt van een dynamisch gezichtspunt, wat wordt hier mee bedoelt?
A. Je kunt op meerdere manieren naar een kind kijken, maar de stoornis blijft voor
iedereen hetzelfde
B. Een kind is uniek, dus iedereen zal het op zijn of haar manier het gedrag
interpreteren
C. Wat in een bepaalde levensfase normaal is, kan op een latere leeftijd
abnormaal zijn
Vraag 2
Wat is het doel van OPP?
A. Het in kaart brengen van vreemd/afwijkend gedrag van een groep mensen
B. Het in kaart brengen van het gedrag van een individu/groep mensen
C. Het herkennen, onderscheiden en indelen van psychische problematiek van
het individu
Vraag 3
Hoe wordt er binnen de ontwikkelingspsychopathologie een psychische stoornis
opgevat?
A. Als een relatief vaststaand kenmerk van een kind.
B. Als een scheefgegroeide ontwikkeling van een kind.
C. Er worden binnen de OPP geen psychische stoornissen besproken
D. Als een niet volbrachte ontwikkelingsopgave
Vraag 4
Emil Kreapling is de grondlegger van de DSM, wat staat er in de DSM?
A. Feiten over psychische stoornissen
B. Kenmerken van stoornissen met daarbij het termijn waarin het aanwezig moet
zijn (geweest)
C. Stoornissen waarin rekening gehouden is met de culturele- en
ontwikkelingscontext
Vraag 5
Welke term hoort bij de volgende begrippen: Wat is er aan de hand?, algemene
kennis, beschrijvend, betreft een groep, gedragskenmerken?
A. Classificatie
B. Diagnostiek
C. Comorbiditeit
Vraag 6
Hoe heet het systeem dat rekening houdt met de vele en complexe invloeden op
het gedrag van een kind?
A. Bio-ecologische systeemtheorie van Bronfenbenner
B. Het bio-psycho-sociaal systeem
C. De ontwikkelingsopgavesysteem van Erikson
Vraag 7
Welke levensfase hoort er bij de volgende ontwikkelingsopgave:
Representationele vaardigheden, omgang met leeftijdsgenoten, internaliseren
van maatschappelijke eisen, sekserol-identificatie
A. Vroege Adolescentie
