Hoofdstuk 5: Methodisch handelen
1. Methodisch handelen
= hulpmiddel of efficiënt en effectief te kunnen werken
- Doelgerichtheid: de zorgverlener weet wat hij wil bereiken en laat zich in zijn handelen
leiden door een concrete voorstelling van het resultaat
behandelplan met doelen en subdoelen opstellen
Vb. de therapeut heeft als doel te weten komen hoe de patiënt de klacht beleeft, en gebruikt
daarvoor een anamnese (middel)
- Bewustheid: de zorgverlener moet bewust zijn van wat er omgaat in zichzelf, in de patiënt en
in de situatie, hij moet zich ook bewust zijn van de mogelijke gevolgen (ongewenst/ gewenst
en (on)bedoeld)
patiënt-therapeut relatie is heel belangrijk
Vb. de therapeut is er zich van bewust dat de patiënt-therapeut relatie een grote invloed kan
hebben op de vooruitgang, dus probeert hij die bewust te verbeteren
- Systematiek: de zorgverlener handelt volgens een logische ordening van de te nemen
stappen de gerelateerd zijn aan het doel
Vb. eerst anamnese, dan BO, dan TO en tenslotte pas behandeling
- Procesmatigheid: de zorgverlener heeft zicht op de ontwikkelingen in de tijd en hij baseert
zijn handelen daarop
uitkomsten van vorige stappen geven mede aan wat er in de volgende stappen moet
gebeuren
2. Manieren van probleemoplossen
- Strategie= het maken en uitvoeren van plannen waarbij er rekening wordt gehouden met de
omstandigheden op dat moment, er wordt steeds naar een doel toegewerkt
eerst moet duidelijk zijn wat het probleem is
Het gezondheidsprobleem van de patiënt
Het probleem van de therapeut: het gezondheidsprobleem vaststellen en
oplossingen zoeken
Verschillende manieren van probleem oplossen
- De hypothetico-deductieve benadering
vanaf het begin worden hypothese opgesteld over wat het probleem is en over welke
aspecten een rol spelen in het probleem
in de loop van het proces zal het aantal hypotheses verminderen en uiteindelijk komt men
uit op de meest waarschijnlijke
- Patroonherkenning: het probleem wordt herkend op basis van eerdere ervaringen
gevaar!
Voor onervaren therapeuten: hebben nog niet veel van dezelfde problemen gezien
en hebben dus minder bronnen om aan deze techniek van probleemoplossing te
doen
Voor ervaren therapeuten: alleen de verschijnselen die men herkent worden in
rekening genomen, de rest wordt over het hoofd gezien
Vb. na een gevolgde cursus zal de therapeut eerder het patroon herkennen dat is
aangeleerd
1. Methodisch handelen
= hulpmiddel of efficiënt en effectief te kunnen werken
- Doelgerichtheid: de zorgverlener weet wat hij wil bereiken en laat zich in zijn handelen
leiden door een concrete voorstelling van het resultaat
behandelplan met doelen en subdoelen opstellen
Vb. de therapeut heeft als doel te weten komen hoe de patiënt de klacht beleeft, en gebruikt
daarvoor een anamnese (middel)
- Bewustheid: de zorgverlener moet bewust zijn van wat er omgaat in zichzelf, in de patiënt en
in de situatie, hij moet zich ook bewust zijn van de mogelijke gevolgen (ongewenst/ gewenst
en (on)bedoeld)
patiënt-therapeut relatie is heel belangrijk
Vb. de therapeut is er zich van bewust dat de patiënt-therapeut relatie een grote invloed kan
hebben op de vooruitgang, dus probeert hij die bewust te verbeteren
- Systematiek: de zorgverlener handelt volgens een logische ordening van de te nemen
stappen de gerelateerd zijn aan het doel
Vb. eerst anamnese, dan BO, dan TO en tenslotte pas behandeling
- Procesmatigheid: de zorgverlener heeft zicht op de ontwikkelingen in de tijd en hij baseert
zijn handelen daarop
uitkomsten van vorige stappen geven mede aan wat er in de volgende stappen moet
gebeuren
2. Manieren van probleemoplossen
- Strategie= het maken en uitvoeren van plannen waarbij er rekening wordt gehouden met de
omstandigheden op dat moment, er wordt steeds naar een doel toegewerkt
eerst moet duidelijk zijn wat het probleem is
Het gezondheidsprobleem van de patiënt
Het probleem van de therapeut: het gezondheidsprobleem vaststellen en
oplossingen zoeken
Verschillende manieren van probleem oplossen
- De hypothetico-deductieve benadering
vanaf het begin worden hypothese opgesteld over wat het probleem is en over welke
aspecten een rol spelen in het probleem
in de loop van het proces zal het aantal hypotheses verminderen en uiteindelijk komt men
uit op de meest waarschijnlijke
- Patroonherkenning: het probleem wordt herkend op basis van eerdere ervaringen
gevaar!
Voor onervaren therapeuten: hebben nog niet veel van dezelfde problemen gezien
en hebben dus minder bronnen om aan deze techniek van probleemoplossing te
doen
Voor ervaren therapeuten: alleen de verschijnselen die men herkent worden in
rekening genomen, de rest wordt over het hoofd gezien
Vb. na een gevolgde cursus zal de therapeut eerder het patroon herkennen dat is
aangeleerd
