Werken in netwerken
Hoofdstuk 1 (introductie)
Waarom moeten wij als veiligheidskundige leren werken in netwerken?
“De integrale veiligheidskundige is op zoek naar duurzame oplossingen voor hardnekkige,
weerbarstige problemen waarbij het niet mogelijk is één oorzaak aan te wijzen. Hij is geen specialist
in een bepaalde discipline maar probeert meer als een generalist actoren uit verschillende disciplines
met elkaar te laten samenwerken aan een integrale oplossing.”
Hoofdstuk 2
Wat is samenwerken?
Organiseren tussen organisaties is een vorm van organiseren waarbij mensen uit autonome
organisaties ertoe overgaan duurzame afspraken te maken en zo delen van het werk op elkaar af te
stemmen. Het leidt tot een diversiteit aan samenwerkingsrelaties die een duurzame intentie hebben
maar wel eindig zijn.
Kenmerken van een samenwerking:
-Onduidelijk machtscentrum
Meerdere partijen hebben de sleutel tot de oplossing
Macht is daarom verdeeld over meerdere partijen
-Een grote mate van interdependentie
Bestuurders zijn normaal autonoom
In een samenwerking moeten zij hier een stuk van inleveren
Dit is soms lastig voor de partijen
-Een nieuwe werkelijkheid
Het samenwerkingsverband is voor elke partner nieuw
Er wordt een nieuwe betekenis gegeven aan structuur en systemen
-De aantrekkingskracht van heterogeniteit
Samenwerkende partijen zijn meestal van aard verschillend
Verschillende doelstelling, cultuur, achtergrond enz.
-Een dynamische context
Situatie blijft in beweging en wordt constant opnieuw ingeschat
Ook de onderlinge verhoudingen worden steeds opnieuw gedefinieerd
Mogelijke probleemgebieden tijdens samenwerken:
-Gebrek aan gedeelde ambitie
Iedereen moet de zelfde ambitie delen
Hier ontstaat vaak onenigheid en spraakverwarring over
,-Verwatering van het werkende perspectief
Partners moeten niet alleen energie steken in de opzet en het idee, maar ook in de uitvoering
Dat is soms lastig omdat de operationalisering taai is
-Personele instabiliteit
Als er nieuwe mensen bijkomen is dat even wennen
Dit gaat niet altijd even soepel
-Schijnsamenwerking
Bestuurders gaan graag in gesprek over de thema’s die er toe doen
Echter geeft alleen bestuurlijke overeenstemming geen garantie tot een goed functionerend
samenwerkingsverband
-Sluimerend machtsspel
De bestuurders zijn gewend om de macht te hebben
Daardoor komt het wel eens voor dat zich een machtsspel voordoet
-Hardnekkig vijandbeeld
Soms zijn partijen in een samenwerking tot elkaar veroordeeld
Dit betekend niet dat ze positief denken over elkaar
-Dubbele loyaliteiten en achterbanproblematiek
Deelnemers uit het samenwerkingsverband zijn ook nog betrokken bij hun eigen organisatie
Het is soms lastig om voor beide partijen het goede te doen
-Onoverbrugbare diversiteit
Diversiteit is nodig om het complexe probleem op te lossen
Maar die diversiteit kan ook het valkuil zijn. Hoe ga je om met zulke verschillende organisaties?
5 Invalshoeken
Een samenwerking bestaat uit 5 invalshoeken. Die staan beschreven in het model van Kaats&Opheij:
– Ambitie
– Belangen
–Relaties
– Organisaties
– Proces
Deze invalshoeken worden per
hoofdstuk behandeld.
, Hoofdstuk 3 – Ambitie
Ambitie = Een doel waar naar gestreven wordt.
Een gedeelde ambitie is een bindmiddel voor een samenwerking
Gedeelde ambitie:
Komen tot een gemeenschappelijke betekenis van werkelijkheid
Samen wil je het zelfde bereiken
Het verbind de partners
Let op! Door dat iedereen door zijn eigen bril naar de ambitie kijkt, kan er spraakverwarring ontstaan
bij het definiëren van de ambitie.
Door middel van het invullen van de vier puzzelstukken, kan spraakverwarring voorkomen worden:
De ambitieontwikkeling bij samenwerken kan op twee manieren. Via de logica van de hiërarchie en
via de logica van het netwerk.
Logica van de hiërarchie:
Kijk voornamelijk naar je eigen positie
Je wilt zo veel mogelijk bereiken maar daar heb je de andere bij nodig
Kijk eerst wat je zelf wil bereiken, benader daarna andere partijen
Projectmatig en eigen initiatief
Logica van het netwerk:
Neem je eigen belang en het belang van andere partijen mee tijdens ambitieontwikkeling
Niemand heet de macht om iets te realiseren zonder instemming van de rest
Vraagstuk en oplossing moet gedefinieerd worden zodat het voor iedereen interessant is
Overeenstemming
Hoofdstuk 1 (introductie)
Waarom moeten wij als veiligheidskundige leren werken in netwerken?
“De integrale veiligheidskundige is op zoek naar duurzame oplossingen voor hardnekkige,
weerbarstige problemen waarbij het niet mogelijk is één oorzaak aan te wijzen. Hij is geen specialist
in een bepaalde discipline maar probeert meer als een generalist actoren uit verschillende disciplines
met elkaar te laten samenwerken aan een integrale oplossing.”
Hoofdstuk 2
Wat is samenwerken?
Organiseren tussen organisaties is een vorm van organiseren waarbij mensen uit autonome
organisaties ertoe overgaan duurzame afspraken te maken en zo delen van het werk op elkaar af te
stemmen. Het leidt tot een diversiteit aan samenwerkingsrelaties die een duurzame intentie hebben
maar wel eindig zijn.
Kenmerken van een samenwerking:
-Onduidelijk machtscentrum
Meerdere partijen hebben de sleutel tot de oplossing
Macht is daarom verdeeld over meerdere partijen
-Een grote mate van interdependentie
Bestuurders zijn normaal autonoom
In een samenwerking moeten zij hier een stuk van inleveren
Dit is soms lastig voor de partijen
-Een nieuwe werkelijkheid
Het samenwerkingsverband is voor elke partner nieuw
Er wordt een nieuwe betekenis gegeven aan structuur en systemen
-De aantrekkingskracht van heterogeniteit
Samenwerkende partijen zijn meestal van aard verschillend
Verschillende doelstelling, cultuur, achtergrond enz.
-Een dynamische context
Situatie blijft in beweging en wordt constant opnieuw ingeschat
Ook de onderlinge verhoudingen worden steeds opnieuw gedefinieerd
Mogelijke probleemgebieden tijdens samenwerken:
-Gebrek aan gedeelde ambitie
Iedereen moet de zelfde ambitie delen
Hier ontstaat vaak onenigheid en spraakverwarring over
,-Verwatering van het werkende perspectief
Partners moeten niet alleen energie steken in de opzet en het idee, maar ook in de uitvoering
Dat is soms lastig omdat de operationalisering taai is
-Personele instabiliteit
Als er nieuwe mensen bijkomen is dat even wennen
Dit gaat niet altijd even soepel
-Schijnsamenwerking
Bestuurders gaan graag in gesprek over de thema’s die er toe doen
Echter geeft alleen bestuurlijke overeenstemming geen garantie tot een goed functionerend
samenwerkingsverband
-Sluimerend machtsspel
De bestuurders zijn gewend om de macht te hebben
Daardoor komt het wel eens voor dat zich een machtsspel voordoet
-Hardnekkig vijandbeeld
Soms zijn partijen in een samenwerking tot elkaar veroordeeld
Dit betekend niet dat ze positief denken over elkaar
-Dubbele loyaliteiten en achterbanproblematiek
Deelnemers uit het samenwerkingsverband zijn ook nog betrokken bij hun eigen organisatie
Het is soms lastig om voor beide partijen het goede te doen
-Onoverbrugbare diversiteit
Diversiteit is nodig om het complexe probleem op te lossen
Maar die diversiteit kan ook het valkuil zijn. Hoe ga je om met zulke verschillende organisaties?
5 Invalshoeken
Een samenwerking bestaat uit 5 invalshoeken. Die staan beschreven in het model van Kaats&Opheij:
– Ambitie
– Belangen
–Relaties
– Organisaties
– Proces
Deze invalshoeken worden per
hoofdstuk behandeld.
, Hoofdstuk 3 – Ambitie
Ambitie = Een doel waar naar gestreven wordt.
Een gedeelde ambitie is een bindmiddel voor een samenwerking
Gedeelde ambitie:
Komen tot een gemeenschappelijke betekenis van werkelijkheid
Samen wil je het zelfde bereiken
Het verbind de partners
Let op! Door dat iedereen door zijn eigen bril naar de ambitie kijkt, kan er spraakverwarring ontstaan
bij het definiëren van de ambitie.
Door middel van het invullen van de vier puzzelstukken, kan spraakverwarring voorkomen worden:
De ambitieontwikkeling bij samenwerken kan op twee manieren. Via de logica van de hiërarchie en
via de logica van het netwerk.
Logica van de hiërarchie:
Kijk voornamelijk naar je eigen positie
Je wilt zo veel mogelijk bereiken maar daar heb je de andere bij nodig
Kijk eerst wat je zelf wil bereiken, benader daarna andere partijen
Projectmatig en eigen initiatief
Logica van het netwerk:
Neem je eigen belang en het belang van andere partijen mee tijdens ambitieontwikkeling
Niemand heet de macht om iets te realiseren zonder instemming van de rest
Vraagstuk en oplossing moet gedefinieerd worden zodat het voor iedereen interessant is
Overeenstemming
