practica kuni
1 practicum 1
mobilisatie, transfer en positionering van de hemiplegische
patient
1. De student weet hoe hij het bovenste lidmaat van een hemiplegische patiënt moet
mobiliseren zonder schade aan te brengen aan de patiënt.
2. De student weet hoe hij een transfer van de hemiplegische patiënt moet
uitvoeren. Volgende transfers komen aan bod in het leerpad:
• ruglig - zijlig niet-aangedane zijde (niet-hemiplegische zijde)
• ruglig - zijlig aangedane zijde (hemiplegische zijde)
• (andere transfers worden geoefend in het practicum)
het spastische patroon
scapula: depressie en retractie
schouder: endorotatie en adductie
elleboog: flexie
onderarm: pronatie
pols: flexie en ulanire deviatie
vingers en duim: flexie en adductie
,Op onderstaande foto's kan u zien wat de positie is van de hand van de therapeut
op de scapula van de patiënt tijdens het mobiliseren.
Foto 1: angulus inferior scapula
Foto 2: margo medialis scapula
,De mobilisatie van het bovenste lidmaat wordt uitgevoerd volgens een welbepaalde
volgorde, namelijk van proximaal naar distaal. Tijdens het mobiliseren van een
hemiplegische patiënt met spasticiteit is het de bedoeling dat de bovenste extremiteit
gemobiliseerd wordt in de bewegingsrichting tegengesteld aan het spastisch patroon (zie
handboek Hemiplegie pagina 52-53). Op deze manier wordt de spasticiteit in het
bovenste lidmaat gereduceerd en het comfort van de patiënt verhoogd. Een mobilisatie
heeft daarnaast ook tot doel de PROM te maximaliseren om nadien, indien mogelijk,
actief te werken naar maximale AROM. Kies voor elk gewricht de juiste
bewegingsrichting waar naar gemobiliseerd wordt bij een hemiplegische patiënt met
spasticiteit.
bewegen naar
scapula = protractie en elevatie
schouder = exorotatie, abductie en anteflexie
elleboog = extensie
onderarm = supinatie
pols = dorsiflexie en neutrale stand (geen deviatie)
vingers en duim = extensie en abductie
positioneren in zijlig op de aangedane zijde:
, positioneren in zijlig op de niet aangedane zijde
Bij de positionering van een hemiplegische patiënt op de aangedane lichaamszijde moet
er extra aandacht besteed worden aan de scapula van de hemiplegische patiënt. Welke
onderstaande stelling is juist met betrekking tot de positie van de scapula van de
hemiplegische patiënt?
De scapula van de hemiplegische patiënt bevindt zich bij de positionering in zijlig op de
aangedane lichaamszijde in protractie.
Wanneer een hemiplegische patiënt in zijlig op de niet-aangedane zijde ligt, ligt het been
van de aangedane zijde van de patiënt bovenaan met een lichte flexie in de heup en in
de knie. Het been van de aangedane zijde wordt ondersteund met één of meerdere
kussens. Mag de voet van de aangedane zijde mee op het kussen geplaatst worden?
Ja, de voet van de hemiplegische zijde moet mee op het kussen geplaatst worden zodat
de voet niet kan supineren waardoor het spastisch patroon geïnhibeerd wordt.
1 practicum 1
mobilisatie, transfer en positionering van de hemiplegische
patient
1. De student weet hoe hij het bovenste lidmaat van een hemiplegische patiënt moet
mobiliseren zonder schade aan te brengen aan de patiënt.
2. De student weet hoe hij een transfer van de hemiplegische patiënt moet
uitvoeren. Volgende transfers komen aan bod in het leerpad:
• ruglig - zijlig niet-aangedane zijde (niet-hemiplegische zijde)
• ruglig - zijlig aangedane zijde (hemiplegische zijde)
• (andere transfers worden geoefend in het practicum)
het spastische patroon
scapula: depressie en retractie
schouder: endorotatie en adductie
elleboog: flexie
onderarm: pronatie
pols: flexie en ulanire deviatie
vingers en duim: flexie en adductie
,Op onderstaande foto's kan u zien wat de positie is van de hand van de therapeut
op de scapula van de patiënt tijdens het mobiliseren.
Foto 1: angulus inferior scapula
Foto 2: margo medialis scapula
,De mobilisatie van het bovenste lidmaat wordt uitgevoerd volgens een welbepaalde
volgorde, namelijk van proximaal naar distaal. Tijdens het mobiliseren van een
hemiplegische patiënt met spasticiteit is het de bedoeling dat de bovenste extremiteit
gemobiliseerd wordt in de bewegingsrichting tegengesteld aan het spastisch patroon (zie
handboek Hemiplegie pagina 52-53). Op deze manier wordt de spasticiteit in het
bovenste lidmaat gereduceerd en het comfort van de patiënt verhoogd. Een mobilisatie
heeft daarnaast ook tot doel de PROM te maximaliseren om nadien, indien mogelijk,
actief te werken naar maximale AROM. Kies voor elk gewricht de juiste
bewegingsrichting waar naar gemobiliseerd wordt bij een hemiplegische patiënt met
spasticiteit.
bewegen naar
scapula = protractie en elevatie
schouder = exorotatie, abductie en anteflexie
elleboog = extensie
onderarm = supinatie
pols = dorsiflexie en neutrale stand (geen deviatie)
vingers en duim = extensie en abductie
positioneren in zijlig op de aangedane zijde:
, positioneren in zijlig op de niet aangedane zijde
Bij de positionering van een hemiplegische patiënt op de aangedane lichaamszijde moet
er extra aandacht besteed worden aan de scapula van de hemiplegische patiënt. Welke
onderstaande stelling is juist met betrekking tot de positie van de scapula van de
hemiplegische patiënt?
De scapula van de hemiplegische patiënt bevindt zich bij de positionering in zijlig op de
aangedane lichaamszijde in protractie.
Wanneer een hemiplegische patiënt in zijlig op de niet-aangedane zijde ligt, ligt het been
van de aangedane zijde van de patiënt bovenaan met een lichte flexie in de heup en in
de knie. Het been van de aangedane zijde wordt ondersteund met één of meerdere
kussens. Mag de voet van de aangedane zijde mee op het kussen geplaatst worden?
Ja, de voet van de hemiplegische zijde moet mee op het kussen geplaatst worden zodat
de voet niet kan supineren waardoor het spastisch patroon geïnhibeerd wordt.
