Deel 1: Het auditberoep
Hoofdstuk 1: Inleidende begrippen
o Auditing is een attestatie (= geschreven verklaring door een deskundige)
o Auditing is:
• Een systematisch proces: controle via een gestructureerde aanpak
• Auditor verzamelt en analyseert controle-informatie op objectieve manier
• Meedelen van resultaten aan de belanghebbenden
o Wijze van rapportering hangt af van het type en het doel van de audit
o Doel financiële audit: bijdragen aan betrouwbaarheid van financiële overzichten
o Bestuursorgaan onderneming is verantwoordelijk dat jaarrekening getrouw beeld geeft van
het vermogen, financiële positie en resultaat van de vennootschap
• Auditor controleert de mate van overeenstemming tussen deze beweringen en de
vastgelegde criteria of normen ter zake
o Als auditor het niet eens is met de getrouwheid kan hij verschillende uitspraken doen:
• Oordeel onder voorbehoud
• Afkeurend oordeel
• Onthoudende verklaring
o Auditing accountancy
• Accountancy bestaat uit 4 componenten:
- Gebeurtenissen analyseren
- Gebeurtenissen administratief verwerken
- Geheel samenvatten in financiële overzichten
- Raadpleegbaarheid waarborgen
• Auditing is enkel gericht op nazicht van het getrouwe beeld
- Nood aan diepgaande kennis van de GAAP
o Interne versus wettelijke auditor
• Beide als taak controle-informatie verzamelen
• Verschil in de relatie met de buitenwereld
- Interne: werknemer dus andere graad van onafhankelijkheid en moet
rapporteren aan voldoende hoog hiërarchisch niveau
▪ Kijkt vooral boekhouding na en beoordeelt de efficiëntie
- Wettelijke: buitenstaander van het bedrijf
▪ Oordeel uitbrengen over getrouwheid jaarrekening
1.1 Historische roots
o Auditing is onlosmakelijk verbonden met accounting (Mesopotanië, Oude Egypte,
Babylonië,…)
o Afgeleid van het Latijnse werkwoord ‘audire’ (aanhoren)
• Mondelinge verificatie
o Vrijwillige aanstelling externe auditor door ondernemingen sinds ten minste de 13de eeuw
o 1800-… professionalisering (“moderne audit”)
1
, o Tweede industriële revolutie
• Snelle economische groei
• Toenemende scheiding eigendom en controle
o 1844 ‘Joint Stock Companies Act’
• Balans opstellen voor aandeelhouders
• Controle van deze rekeningen door een auditor
• Er kwamen meer en meer verplichtingen voor bedrijven
o 1900 ‘Companies Act’ (t.g.v. reeks schandalen)
• Aanstellen van een onafhankelijke auditor
o Oprichting professionele auditkantoren en beroepsorganisaties (formele certificatie)
• 1854: Royal Charter of the Society of Accountants in Edinburg (Nu: Institute of
Institute of Chartered Accountants of Scotland [ICAS])
• 1880: Institute of Chartered Accountants in England and Wales (ICAEW)
• 1887: American Association of Public Accountants (Nu: American Institute of
Certified Public Accountants [AICPA])
• 1895: Nederlandsch Instituut van Accountants
- België is dus vrij laat op dit vlak, maar snelle industriële revolutie
Hoofdstuk 2: De vraag naar externe auditdiensten
o Bijzondere kenmerken van de audit(markt):
• Sterk gereguleerde markt
• Substantiëel deel van de vraag naar auditing vloeit voort uit wettelijke verplichtingen
(inelastische vraag)
• Sterk geconcentreerde aanbodzijde overal ter wereld
• Auditdiensten zijn ervaringsgoederen (experience goods) of zelfs
vertrouwensgoederen (credence goods)
o Vraag en aanbod naar audits is gereguleerd en inelastisch
o De vraag naar auditing (en auditkwaliteit) is vermoedelijk kleiner in een ongereguleerde
omgeving, maar …
• Vrijwillige aanstelling externe auditor door ondernemingen sinds 13de eeuw
• Vrijwillige aanstelling door 82% van de in 1926 op NYSE genoteerde ondernemingen
• Zonder wettelijke verplichting zou 50-75% van de (kleinere) ondernemingen een
auditor aanstellen
o Hoe zou de auditmarkt eruit zien als hij niet gereguleerd was?
-> Zelfs als het niet verplicht zou zijn, zouden veel bedrijven een audit aanstellen
2.1 Agencytheorie
2.1.1 Vraag naar audit
o Waarom bestaat er een vraag naar auditing?
• Agencytheorie (monitoring hypothese)
- Auditing als monitoring/bonding: belangenconflicten vermijden
▪ Management (A) – Eigenaars (P)
▪ Eigenaars/managers (A) – Schuldeisers (P)
- Controle van de jaarrekening verkleint de informatie-asymmetrie
- Omvang van agencyproblemen beïnvloedt:
▪ Kans op vrijwillige aanstelling auditor neemt toe naarmate
onderneming met meer problemen geconfronteerd wordt
▪ Omvang/kwaliteit gevraagde auditdienst (+)
2
, - Voorbeeld: management misbruikt een aantal activa zoals luxueuze kantoren
of het opdrijven van de onkosten voor snoepreisjes, project met veel risico,…
- Probleem oplossen door adequate prikkels te voorzien om de agent te
motiveren om te handelen in belang van de principaal
- Probleem tussen eigenaars en managers oplossen door de managers
aandeelhouder te maken -> nuttig om welvaart bedrijf te maximaliseren
2.1.2 Keuze van auditor
o Differentiële vraag naar auditors omdat niet iedereen zelfde problemen heeft
• Grotere problemen -> vrijwillig auditor aanstellen en betere kwaliteit aannemen
o Het beroep van bedrijfsrevisor staat of valt met het geloof van de gebruikers van
gecertificeerde informatie in de onafhankelijkheid van het oordeel van de revisor
• Auditkwaliteit = “the market-assessed joint probability that a given auditor will both
(a) discover a breach in the client’s accounting system and (b) report the breach”
o Auditkwaliteit hangt af van:
• Waarschijnlijkheid dat auditor fouten ontdekt
• Waarschijnlijkheid dat auditor fouten rapporteert
o Over het algemeen hebben grotere auditkantoren een grotere onafhankelijkheid
• Aantal klanten en de omvang zijn een belangrijke factor bij onafhankelijkheid
- Bij grote klant minder geneigd een negatief rapport af te geven
o Naamsbekendheid auditor ook belangrijk (iedereen kent de ‘Big N’ kantoren)
2.2 Signaalfunctie
2.2.1 Vraag naar audit
o Signaaltheorie (informatie hypothese): informatie-asymmetrie tussen insiders en (potentiële)
kapitaalverstrekkers (outsiders)
• ‘Market for lemons’ (Akerlof 1970)
- Leveranciers van hoge kwaliteit worden uit de markt gedreven omdat klant
de gemiddelde prijs wil betalen ondanks welke kwaliteit het dan is
o Incentive om kwaliteit te signaleren voor leveranciers van bovengemiddelde kwaliteit
• Outsiders kunnen de kwaliteit namelijk moeilijk beoordelen
o Belangrijk om een signaal van betrouwbaarheid te geven
• Vrijwillig een auditor aanstellen geeft zo een signaal
• Heel belangrijk bij IPOs want investeerders kennen je bedrijf niet
- Onderwaardering nieuwe aandelen wordt beperkt door audits hoge kwaliteit
2.2.2 Keuze van auditor
o Auditor geeft investeerders informatie waardoor ze goed de kwaliteit kunnen inschatten
o Aanstellen dure audit van hoge kwaliteit zal zijn vruchten afwerpen bij investeerders
• Extra premie zijn ze bereid te betalen als bedrijf niks te verbergen heeft
o Bewezen dat een auditor van hoge kwaliteit de onderwaardering van aandelen beperkt
2.3 Verzekeringstheorie
2.3.1 Vraag naar audit
o Verzekeringstheorie (‘diepe zakken’ hypothese): auditor als verzekeraar ten aanzien van
derden (investeerders, banken, …)
• Vooral belangrijk in landen waar rechtszaken tegen auditors gebruikelijk is
o Auditor kan mee in verlies gesleept worden
• Enkel als hem nalatigheid verweten kan worden
3
, 2.3.2 Keuze van auditor
o Enkel aansprakelijk in landen waar aansprakelijkheidsregime voldoende uitgewerkt is
o Vooral aanstelling grotere auditkantoren (‘deep pockets’)
o Impact op het auditproces:
• Risico-inschatting
• Audithonorarium: hoe hoger, hoe hoger betaalde verzekeringspremie en dus hoe
hoger de terugbetaling in geval van een schadeclaim
• Verslaggeving
o Leidt tot directe kosten (claim) en indirecte kosten (reputatieverlies)
o In België is dit een slechte theorie voor te verklaren waarom er audits zijn
-> Weinig rechtszaken tegen audits
o Beëindiging controleopdracht
• Aanstelling commissaris voor 3 jaar!
• Op straffe van schadevergoeding is ontslag enkel mogelijk door de AV om wettige
redenen zoals bijvoorbeeld het ontstaan van belangenconflicten
• Behoudens gewichtige persoonlijke redenen mag de commissaris geen ontslag
nemen tenzij ter AV en nadat de AV schriftelijk is ingelicht over de beweegreden
- Schadevergoeding voor geleden schade
- Omgekeerde richting geldt ook -> commissaris is ook gebonden aan 3 jaar
behalve bij bijvoorbeeld familiale conflicten of ziekte
2.4 De toegevoegde waarde van audit
o 3 theorieën zijn complementair, niet de ene is beter dan de andere
o Toegevoegde waarde van een audit:
• Effect(en) van auditing per se moeilijk na te gaan (jaarrekeningen niet-geauditeerde
ondernemingen beperkt beschikbaar)
- Vrijwillige aanstelling van auditors doorheen de tijd
• Geauditeerde ondernemingen hebben eenvoudiger toegang tot schuldfinanciering
(en lagere rentevoeten)
• De kwaliteit van de informatie in de jaarrekeningen van geauditeerde
ondernemingen is hoger (e.g. minder winststuring)
• Financiële audit vermindert informatierisico voor belanghebbenden
o 65% van de bedrijven zou vrijwillig een auditor aanstellen dus toegevoegde waarde
2.5 Regulering auditmarkt
o Zowel vraag als aanbod externe audit gereguleerd in vrijwel alle landen
o Economische argumenten pro regulering:
• Monopolievorming
• Publieke goederen
- Audit in het belang van alle stakeholders
- Individueel belang < totale kostprijs
- Coördinatieprobleem neemt toe naarmate het # stakeholders toeneemt
- Leidt tot onvoldoende investering in audits (i.e., Pareto-inefficiënt)
• Netwerkvoordeel: zorgt voor grotere vergelijkbaarheid
• Positieve externaliteiten
4