Anatomiepracticum thorax 1:
Station 1: thoraxwand
Arcus costalis: 8e en 10e paar ribben vormen de ribbenboog dus dat zijn de costae spuriae
Beweging:
verbinding met rib I – VII
tpv: articulatio sternocostalis
tussen sternum en costa (rib)
Maar ook articulatio costovertebralis
Tussen costa en
vertebra
Costa= rib
Vertebrae= wervel
2 ribben op 1 wervel
Factiliteren bewging
Thorax vragen
, 1. Functie thoraxwand: bescherming van de abdominale organen. De thoraxwand kan door zijn
bouw (stijfheid door de ribben) de drukveranderingen in de thoraxholte weerstaan. Doordat
de thorax ook bewegelijk is, kunnen exursies van de thoraxwand intrathoracale
drukveranderingen teweegbrengen die noodzakelijk zijn voor de ademhaling.
2. Waar bevinden zich precies de gewrichten op het sternum en de wervels? Op de thoracale
wervelkolom, sternocostaal en costovertebraal. Je hebt 2 ribben op 1 wervelkolom.
3. Functie gewrichten: bescherming, bewegelijkheid en stabiliteit. Je hebt 24 individuele
wervels dus 12 ribben.
4. Bovenste opening thorax: Apertura thoracisis superior
- Bevat oa trachea en oesophagus
5. Onderste opening: apertura thoracisis inferior
- Bevat oa aorta en vena cava
6. Tussen ribben: spatium intercostale
- Bevat spieren, zenuwen en vaten
7. Mm. Intercostales externi 4: buitenste tussenribspier: loopt van boven naar beneden.
Ontspringt aan de onderrand van de rib en hecht aan de bovenrand daaronder. Spieren die
trekken hetgeen waar ze aan hechten naar zich
toe dus van BOVEN naar BENDEN.
- Inspiratie: rib omhoog trekken bij
aanhechten. Borstkas wordt dan dus
vergroot -> omhoog trekken door externe
spieren
8. Mm. Intercostales interni: 5 regelt de expiratie.
Deze loopt dan van BENEDEN naar BOVEN.
Ontspringt aan bovenrand rib en hecht aan
onderrand rib
9. Mm. Intercostales transversus: ontspringt van
rib 2-6. Hecht aan op sternum en heeft ook een rol in expiratie
10. Intercostale vaatzenuwbundel: deze loopt onder de betreffende rib. De arterie en vene
heten hier a. en v. intercostalis anterior. Deze ontspringen uit de a. en v. thoracia interna
(loopt bilateraal langs het sternum).
11. Je hebt ook de a. en v. intercostalis posterior, deze ontspringen uit de aorta en v. azygos en
voegen samen met a. en v. intercostalis anterior = anastomose
12. N. intercostalis; deze ontspringt uit het ruggenmerg. Voorziet onder andere intercostale
spieren en de huid.
13. Een punctie van longweefel doe je altijd boven de rib, want de intercostale vaatzenuwbundel
loopt onder de rib.
14. Dermatomen: bij iedere zenuw hoort 1 dermatoom. Een dermatoom is een stuk huid dat
sensibel geinnerveerd wordt vanuit 1 segmentale zenuw uit de ruggenmerg. Je hebt 12
thoracale zenuwparen. Deze vervlechten niet, dus zijn mooie ‘plakjes’.
Station 1: thoraxwand
Arcus costalis: 8e en 10e paar ribben vormen de ribbenboog dus dat zijn de costae spuriae
Beweging:
verbinding met rib I – VII
tpv: articulatio sternocostalis
tussen sternum en costa (rib)
Maar ook articulatio costovertebralis
Tussen costa en
vertebra
Costa= rib
Vertebrae= wervel
2 ribben op 1 wervel
Factiliteren bewging
Thorax vragen
, 1. Functie thoraxwand: bescherming van de abdominale organen. De thoraxwand kan door zijn
bouw (stijfheid door de ribben) de drukveranderingen in de thoraxholte weerstaan. Doordat
de thorax ook bewegelijk is, kunnen exursies van de thoraxwand intrathoracale
drukveranderingen teweegbrengen die noodzakelijk zijn voor de ademhaling.
2. Waar bevinden zich precies de gewrichten op het sternum en de wervels? Op de thoracale
wervelkolom, sternocostaal en costovertebraal. Je hebt 2 ribben op 1 wervelkolom.
3. Functie gewrichten: bescherming, bewegelijkheid en stabiliteit. Je hebt 24 individuele
wervels dus 12 ribben.
4. Bovenste opening thorax: Apertura thoracisis superior
- Bevat oa trachea en oesophagus
5. Onderste opening: apertura thoracisis inferior
- Bevat oa aorta en vena cava
6. Tussen ribben: spatium intercostale
- Bevat spieren, zenuwen en vaten
7. Mm. Intercostales externi 4: buitenste tussenribspier: loopt van boven naar beneden.
Ontspringt aan de onderrand van de rib en hecht aan de bovenrand daaronder. Spieren die
trekken hetgeen waar ze aan hechten naar zich
toe dus van BOVEN naar BENDEN.
- Inspiratie: rib omhoog trekken bij
aanhechten. Borstkas wordt dan dus
vergroot -> omhoog trekken door externe
spieren
8. Mm. Intercostales interni: 5 regelt de expiratie.
Deze loopt dan van BENEDEN naar BOVEN.
Ontspringt aan bovenrand rib en hecht aan
onderrand rib
9. Mm. Intercostales transversus: ontspringt van
rib 2-6. Hecht aan op sternum en heeft ook een rol in expiratie
10. Intercostale vaatzenuwbundel: deze loopt onder de betreffende rib. De arterie en vene
heten hier a. en v. intercostalis anterior. Deze ontspringen uit de a. en v. thoracia interna
(loopt bilateraal langs het sternum).
11. Je hebt ook de a. en v. intercostalis posterior, deze ontspringen uit de aorta en v. azygos en
voegen samen met a. en v. intercostalis anterior = anastomose
12. N. intercostalis; deze ontspringt uit het ruggenmerg. Voorziet onder andere intercostale
spieren en de huid.
13. Een punctie van longweefel doe je altijd boven de rib, want de intercostale vaatzenuwbundel
loopt onder de rib.
14. Dermatomen: bij iedere zenuw hoort 1 dermatoom. Een dermatoom is een stuk huid dat
sensibel geinnerveerd wordt vanuit 1 segmentale zenuw uit de ruggenmerg. Je hebt 12
thoracale zenuwparen. Deze vervlechten niet, dus zijn mooie ‘plakjes’.