Inleiding in de communicatie
, Communicatie = het proces waarbij een zender een boodschap overbrengt naar 1 of
meerdere ontvangers
Intentioneel (bewust signaal) versus non-intentioneel (niet bewust)
Geslaagd (boodschap goed overgekomen) versus niet geslaagd (boodschap slecht
overgekomen)
Verbaal (met woorden) versus non-verbaal (zonder woorden) volgens Albert
Mehrabian: 7% verbaal, 38% toon en 55% non-verbaal
Communicatiemodel (Shannon & Weaver): zender wil boodschap overbrengen (eerst
encoderen = in woorden) verzonden naar ontvanger (moet het decoderen = omzetten in
gedachtes) ontvanger kan feedback geven terugkoppeling (antwoord) er kan
externe (ligt niet aan jezelf) /interne (komt vanuit jezelf) ruis ontstaan
Doelen boodschap:
Kennis overbrengen
Houding veranderen (gevoelens)
Gedrag veranderen
Vormen van communicatie:
Intrapersoonlijk = wat er in jezelf gebeurd, wat je tegen jezelf zegt
Hoe je jezelf ziet heeft te maken met verschillende factoren, maatschappelijke
(voor)oordelen, fysieke omgeving, familie
Interpersoonlijk = hoe je communiceert met anderen
Massacommunicatie = communiceren met een grote groep
o Eenrichtingsverkeer = alleen zenden
o Gecontroleerd eenrichtingsverkeer = connectie maken met ontvanger
o Tweerichtingsverkeer = dialoog
H1: Non-verbale communicatie
, Communicatie = het proces waarbij een zender een boodschap overbrengt naar 1 of
meerdere ontvangers
Intentioneel (bewust signaal) versus non-intentioneel (niet bewust)
Geslaagd (boodschap goed overgekomen) versus niet geslaagd (boodschap slecht
overgekomen)
Verbaal (met woorden) versus non-verbaal (zonder woorden) volgens Albert
Mehrabian: 7% verbaal, 38% toon en 55% non-verbaal
Communicatiemodel (Shannon & Weaver): zender wil boodschap overbrengen (eerst
encoderen = in woorden) verzonden naar ontvanger (moet het decoderen = omzetten in
gedachtes) ontvanger kan feedback geven terugkoppeling (antwoord) er kan
externe (ligt niet aan jezelf) /interne (komt vanuit jezelf) ruis ontstaan
Doelen boodschap:
Kennis overbrengen
Houding veranderen (gevoelens)
Gedrag veranderen
Vormen van communicatie:
Intrapersoonlijk = wat er in jezelf gebeurd, wat je tegen jezelf zegt
Hoe je jezelf ziet heeft te maken met verschillende factoren, maatschappelijke
(voor)oordelen, fysieke omgeving, familie
Interpersoonlijk = hoe je communiceert met anderen
Massacommunicatie = communiceren met een grote groep
o Eenrichtingsverkeer = alleen zenden
o Gecontroleerd eenrichtingsverkeer = connectie maken met ontvanger
o Tweerichtingsverkeer = dialoog
H1: Non-verbale communicatie