Samenvatting Cardio revaki deel Demeyer (sv + notities + afb)

Cardiovasculaire: Demeyer
Diabetes – metabole aandoeningen
Link diabetes - cardiovasculaire aandoeningen ?
 Diabetes is een belangrijke cardiovasculaire risicofactor
 Een diabetes patiënt heeft 2 tot 4 keer meer kans op een hartaandoening of CVA
 Elke diabetes patiënt is een cardiovasculaire patiënt!
 Diabetes (type 2) en cardiovasculaire aandoeningen delen verschillende risicofactoren

Glucose métabolisme (fysiologie)










Glucose
 KENNEN
o Normaalwaarden
 Plasma glucose tussen 70 mg/dl en 125 mg/dl voor een maaltijd
 Nuchter (8u geen maaltijd) <100 mg/dl
 Na een maaltijd (1-2u na de maaltijd) <160 mg/dl
o Hyperglycemie = nuchter >125 mg/dl of na de maaltijd >180 mg/dl
o Hypoglycemie = <70mg/dl
 Een verhoging van 10 mg/dl zorgt voor:
o Stimulering van insuline afgifte
o Onderdrukking van secretie van glucagon
 Een daling van 20mg/dl zorgt voor
o Verlaagde insuline afgifte
o Verlaagde opname van glucose in de hersenen
o Triggert de afgifte van glucagon en andere tegenregulerende hormonen

,Insuline
 = de sleutel om glucose van de bloedbaan naar de cellen te brengen
 Zorgt voor transport van glucose naar de cellen (absorptie van glucose), omzetten van koolhydraten in
energie voor de cellen.
 Activeert ‘signaling pathway’ door te binden met receptoren in lever, spier, nier en adipeus weefsel
o → Glucose gebruikt als energiebron
o → Glygogenese (glucose wordt omgezet in glycogeen)
 Zorgt voor
o Suppressie van afgifte glucagon
o Translocatie van glucose transport in spier en adipeus weefsel

Glucose transport via GLUT4











 Glucose transporters
o Glut4
 Tissue : skeletal muscle, heart, adipose tissue
 Function: insulin stimulated uptake of glucose

Glucagon
 Glucosespiegel verlaagt: glycogeen knippen tot glucose
 Secretie door α cellen in de pancreas. Wanneer de glucose concentratie daalt binnen de fysiologische range
vermindert glucagon de insuline productie.
 Hypoglycemie (<70 mg/dl)
o ↑ Glucagon (kennen)
 Glucagon bindt met de receptoren in de lever → glycogenolyse (omze en van glycogeen
naar glucose in de lever) + gluconeogenese (synthese van glucose uit niet koolhydraat
bronnen)
 => Onmiddellijke actie

, o ↑ Adrenaline
 Afgifte door veranderingen in sympathisch zenuwstelsel (stresshormoon, ‘fight or flight’),
stimuleert lever tot glycogenolyse en gluconeogenese, inhibitie van insulinesecretie,
 => Onmiddellijke actie
o ↑ Cor sol
 maakt cellen (spier, vet) minder gevoelig voor insuline, verhoogt productie van glucose door
de lever
 => Activatie duurt enkele uren
o ↑ Groeihormoon
 maakt cellen (spier, vet) minder gevoelig voor insuline
 => Activatie duurt enkele uren

Tegenregulerende hormonen





 glucosespiegel terug hoog in de bloedspiegel

Samenvatting







Definitie en classificatie van diabetes
Wat is diabetes mellitus?
 Chronische metabole aandoening
 Verschillende oorzaken
 Gekarakteriseerd door chronische hyperglycemie (verhoogde levels van glucose in het bloed) omdat er geen
of te weinig insuline wordt geproduceerd door het lichaam (pancreas) en/of de insuline die geproduceerd
wordt niet effectief gebruikt wordt.
o Normaal => voldoende insuline aanwezig + insuline bindt met receptor
 Geassocieerd met de ontwikkeling van specifieke macrovasculaire en microvasculaire complicaties (bv
retinopathie, nefropathie, neuropathie)

, Prevalentie (aantal zieken in een populatie)
 Wereld
o 425 miljoen (2017)
o Prevalentie= 8.8% van de bevolking
o Estimatie = 9.9% in 2045
 België
o 500 000 personen
o Prevalentie = 6.1%

Classificatie van diabetes




Kinderen met
extreem overgewicht
altijd




 Auto-immuun aandoening


receptoren ongevoelig geworden voor
insuline => 3x zoveel insuline nodig








 Hoge dosis suiker toedienen

Insulineresistentie
 → Insuline zal verhogen om normale glucosespiegel te behouden
 → Decompensa e van βcellen → onvoldoende insulinesecre e omwille van insulineresistentie →
ontwikkeling van hyperglycemie




