Samenvatting Kritieke zorg- Forensische zorg ()

FORENSISCHE ZORG
WETENSCHAP EN WET

 Forensisch ten dienste van de wet
 De wetenschap die zorgt voor bewijs in de rechtbank
 Onderzoek van materiaal op de plaats delict op doorslaggevend bewijs
 Locard: uitwisselingsprincipe vb vingerafdrukken,

DACTYLOSCOPIE

 = vingerafdrukken
 Vanaf 3de eeuw v Chr. gebruikt om document te ondertekenen of te verzegelen
 Huidlijsten op de vingers, tenen, handpalmen en voetzolen: zweetklieren monden uit omgeven door
papillen met zenuwen.
 Samenstelling van het zweet kan belang hebben: cocaine vasthouden en innemen, ook aspartaam
 Uniciteit, onveranderlijkheid, mogelijkheid tot classificatie
o Enkel bij diepe wonden kan vingerafdruk doen veranderen door litteken ( wat ook zichtbaar
is)
 Zichtbaar maken met poeders, vloeistoffen (cyanoacrylaat, ninhydrine), optisch ( laser, lichtbron met
bepaalde golflengte)
 Vingersporen op de huid
o Levende: huidweefsel vernieuwt zich, beweegt  vaak onbetrouwbaar, onduidelijk
o Dode: bestraling met licht of cyanoacrylaatoplossing ( vingerafdruk blijft staan)
 Vingerafdrukken van een onbekend lijk
o Vers: inkten
o Deshydratatie: warm water of glycerine subcutaan
o Perkamenthuid: hand weken in glycerine ethanol dan kaliumhydroxidewater oplossing 
vocht wordt opgenomen terug in handen
o Waterlijk: huid komt los door het water huid rond een handschoenen komt los: klassiek
inkten  vingerafdruk

BIOLOGISCHE SPOREN

 Lichaamsvloeistoffen: bloed-sperma-speeksel
 Haren
 Biologische sporen waarvan de aard niet te bepalen is
 Tanden-botten-spieren weefsels bevatten genetisch materiaal
o DNA: menselijke cellen, identificatie
o RNA: typering welk weefsel het is  verschil ts bloed en menses
 Spatten, vlekken, vegen,… donkerrood  evolueren naar bruin of groen
 Aan de hand van bloedspatten kan je niet zien welk wapen is gebruikt
 Aan de hand van de vorm en de plaats van de bloedspatten in samenhang met de andere elementen
van de plaats delict kun je onderbouwd aantonen wat er is gebeurd en in welke volgorde
 Bloedfeiten


1

, o Bloedplas: SO een tijdlang op die plaats bloed verloren
 Stolt binnen 3-15 min en klontervorming
 Contraheren en rand wordt heldergeel vocht
o Bloedspat
 Bloeddruppen, wegvliegende bloeddruppels van vwp in beweging, projectie van
bloed ( back spatter)
 Diameter; hoe kleiner hoe groter de energie dat op het oppervlak is gekomen
 Vorm:
 Ronde: loodrecht ingevallen
 Uitroepteken: onder een hoek ( schotwonden)
 Oorsprong: verschillende richtingen samen stellen het punt waar het SO zich bevond
 Speeksel
o Uit wonde, van oppervlak, van persoon
o Postzegels, likrand envelop, masker, bivakmuts, peuken, kauwgom, drinkrand, voedsel
o Informatie in de cellen
o DNA-profiel: identificatie van een persoon
 Bijtspoor
o Patroon van tandafdrukken

HULP VAN DE NATUUR:

 Forensische botanie
o Toepassing van plantkunde in de waarheidsvinding
o Zoeken naar delen van planten
o Informatie over waar het SO is geweest, plant te vinden in de omgeving, wat heeft SO
gegeten, tijdstip tussen eten en overlijden
o Planten compositie verandert t.o.v. de omgeving wanneer er een lijk begraven werd
 Forensische entomologie
o Studie van insecten
o Vliegen als eerste ter plaatste
o Als het lichaam ontbindt, koloniseren bepaalde insecten en ongewervelden het stoffelijk
overschot in een voorspelbare opeenvolging. Identificatie van de soort en het
ontwikkelingsstadium helpt in bepalen van het tijdstip
o Informatie geven over het verplaatsen van een lijk ( vb insect dat niet voorkomt op die plek)
 Forensische palynologie
o Pollen en sporen van planten
o Pollen en sporen kunnen zich hechten aan het lichaam en geven informatie over de plek waar
personen met in contact kwamen

DETAIL ONDERZOEK

 Unieke sporen leiden naar de waarheid, niks is exact hetzelfde
 Glassplinters: grote variatie van dikte en samenstelling
 Bandensporen, schoensporen
 Vezels
 Sporen van materiaal gebruik en tanden
o Gebruik van papieren zak om sporen te bewaren
 Onderzoek van de nagels: bevatten talloze aanwijzigingen die vertellen wat iemand de laatste tijd
heeft gedaan

2