100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached 4.2 TrustPilot
logo-home
Summary

Samenvatting Additieven & verpakkingen

Rating
-
Sold
2
Pages
30
Uploaded on
13-12-2022
Written in
2020/2021

Dit is een samenvatting van additieven en verpakkingen, gegeven door An Vandenhaute in het eerste jaar voedings- en dieetkunde.

Institution
Course










Whoops! We can’t load your doc right now. Try again or contact support.

Written for

Institution
Study
Course

Document information

Uploaded on
December 13, 2022
Number of pages
30
Written in
2020/2021
Type
Summary

Subjects

Content preview

Samenvatting additieven
1. Inleiding
Non-nutritieve stoffen / xenobiotica:
1. Contaminanten (niet opzettelijke toevoegingen)
a) Door bereidingswijze:
 PAK’s = polycyclische aromatische koolwaterstoffen  gerookte waren
 Nitrosamines in nitraatbevattende vleeswaren
b) Uit het milieu:
 kwik in vis
 dioxinen (restanten machinale vetten verwerkt in veevoeder)
 aflatoxinen (van Aspergillus flavus = schimmel)
c) Van andere oorsprong:
 antibiotica in melk (behandeling van vee)
 hormonenresidu’s in vlees door vetmesten v/h vee
 fipronil (insecticide) in eieren
2. Additieven (opzettelijke toevoegingen)
 Verplicht vermeld op verpakking (bij ingrediëntenlijst)
 Evt. soort additief vermelden (antioxidant, conserveermiddel, …)
Levensmiddelenadditief = elke stof, met/zonder voedingswaarde, die op zichzelf
gewoonlijk niet als voedsel wordt geconsumeerd en gewoonlijk niet als kenmerkend
voedselingrediënt wordt gebruikt, en die voor technologische doeleinden bij het vervaardigen,
verwerken, bereiden, behandelen, verpakken, vervoeren of opslaan van levensmiddelen
bewust aan deze levensmiddelen wordt toegevoegd, met als gevolg dat de stof zelf of
bijproducten ervan, direct of indirect, een bestanddeel van die levensmiddelen worden.
Indeling E-nummers = additieven die veilig zijn voor gebruik (goedgekeurd):
 E100 – E180 = kleurstoffen
 E200 – E250 = conserveermiddelen
 E260 – E297 = voedingszuren
 E300 – E321 = antioxidanten
 E322 – E385 = voedingszuren
 E400 – E495 = emulgatoren, stabilisatoren, geleer- / verdikkingsmiddelen
 E420 – E421 = zoetstoffen
 E500 – E585 = zuurteregelaars, antiklontermiddelen en rijsmiddelen
 E620 – E650 = smaakverbeteraars
 E900 – E914 = glansmiddelen en antischuimmiddelen
 E920 – E925 = meelverbeteraars
 E938 – E948 = verpakkingsgassen
 E950 – E967 = zoetstoffen
 E990 – verder = andere stoffen
Belang van additieven
Voedingsmiddelen  chemische componenten
 Opgenomen (water, E, V, vit, …) / niet opgenomen (kleurstoffen, gommen, harsen, …)
door lichaam
 Invloed van bewerkingen op componenten:
 koken: E denatureren, vetten oxideren, suikers karamelliseren, pectine geleert, …
 Bewaren VM  kwaliteitsverandering
- chemische degradatie (vetten oxideren, …)
- enzymatische degradatie (bruinkleuring, …)
- fysische afbraak (wit uitslaan van chocolade, …)
- ontwikkeling MO

,Bewaring voedsel  verhoogd risico voor gezondheid:
 Microbiële pathogenen kunnen vermenigvuldigen  voedselvergiftiging
 Oxidatieproducten vetten en eiwitten  negatieve effecten
Additieven toegevoegd om:
1. Microbiologische, chemische, enzymatische en fysische degradatie te vertragen
 houdbaarheid verlengen en veiligheid verhogen
2. Product aantrekkelijker te maken
Additief moet ‘nodig’ zijn:
a. Voedselkwaliteit behouden
b. Voor consumenten met bestaande dieetbehoeften
c. Verhogen houdbaarheid of stabiliteit, verbeteren van organoleptische eigenschappen
d. Vergemakkelijken van vervaardigen, verwerken, … MAAR niet om problemen te
verdoezelen
2. Gezondheidsaspecten i.v.m. additieven
Toxicologische basis van normopstelling
 Interactie tssn menselijke consument en chemische stof?
- Neemt lichaam stof op via maag-darmkanaal?
- Hoe wordt ze gemetaboliseerd?
- Hoe en waar oefent ze een toxische werking uit?
- Hoe en langs welke weg wordt ze geëlimineerd?
 Welke is de dosis waarbij effect optreedt en het verschil in gevoeligheid tssn
individuen?
Toxiciteit:
- Scheikundige vorm v/d stof
- Synergisme / potentialisatie
- Antagonisme
Factoren die toxiciteit bepalen
a) Resorptie en transport:
Chemische stof : maag-darmkanaal  targetweefsel
 Eerst # biomembranen passeren (meestal passieve diffusie)
Biomembranen: overwegend lipoïde (vetstructuur)
Mogelijkheid om door celmembraan te dringen bepaald door:
- Vetoplosbaarheid v/d stof
- pH
- mate waarin het bindt aan lichaamseigen stoffen zoals eiwitten
b) Aangrijpingspunten van toxische stoffen:
schadelijke werking:
- biochemische beschadiging (celdegeneratie)
- fysiologisch / farmacologisch respons (bloeddrukwijzigingen)
- teratogene effecten = effecten bij zwangere vrouw
- mutagene effecten = ter hoogte van genen
- carcinogene effecten = kankerverwekkende effecten
- weefsel- of orgaannecrose (plaatselijke dood weefsel)
- irritatie, allergie, overgevoeligheid

, c) Biotransformatie of metabolisatie:
1. Biologisch actieve stof
2. Biotransformatie / metabolisatie (nieuwe producten gevormd) in 2 fasen:
- Fase I: oxidatie, reductie of hydrolyse
- Fase II: conjugatie, koppeling
 Fase I-metabolieten binden aan kleine lichaamseigen molecule
 Wateroplosbare verbindingen ontstaan (fase II-metabolieten)  vlot uitgescheiden
 Vooral in lever
3. Eliminatie = excretie van: metabolieten / onveranderde stof
d) Eliminatie en stockage:
Eliminatie via:
- Nieren (urine): enkel wateroplosbare stoffen  metabolisatie!
- Gal
- Zweetklieren
- Speekselklieren
- (moeder)melk
Stockage = opslaan van stoffen in bepaalde weefsels
 Ook vorm van eliminatie: stoffen worden onttrokken aan algemene circulatie
 kunnen acute biologische activiteit niet meer manifesteren
Normen voor additieven
 Wetenschappelijke onderzoeken: labo’s, proefdieren (korte generatietijd)
- veilige dosissen?
 EFSA: evalueert onderzoeken en adviseert EU over toelaten additief
 Wetgevers:
- maken wetten en wegen risico’s af (volksgezondheid beschermen)
- bepalen welk additief toegelaten is in EU  kennen E-nr. toe
Additieven goedgekeurd:
1. Indien noodzakelijk en hun doel niet op andere methode kan bereikt worden
2. Indien geen gevaar voor gezondheid
3. Indien gebruik consument niet misleidt
Goedkeuring LM-additieven moet:
- Vermelding van LM waaraan ze mogen worden toegevoegd + voorwaarden voor
toevoeging
- Beperkt tot kleinste hoeveelheid nodig om effect te bereiken
- Inachtneming aanvaardbare dagelijkse dosis en waarschijnlijke dagelijkse opname uit
alle voedselbronnen + dagelijkse opname door consument van speciale groepen
vb. zoetstoffen bij diabetici
EFSA en additieven
= European Food Safety Authority
 Officieel agentschap EU
 Evalueert wetenschappelijk onderzoeken
 Advies aan wetgevers
 Geen belangen van industrie of vooroordelen
 Past geen wetten aan
 Brengen risico’s volksgezondheid in kaart
$8.99
Get access to the full document:

100% satisfaction guarantee
Immediately available after payment
Both online and in PDF
No strings attached

Get to know the seller
Seller avatar
maxinemasse

Get to know the seller

Seller avatar
maxinemasse Hogeschool Gent
Follow You need to be logged in order to follow users or courses
Sold
6
Member since
2 year
Number of followers
6
Documents
17
Last sold
1 year ago

0.0

0 reviews

5
0
4
0
3
0
2
0
1
0

Recently viewed by you

Why students choose Stuvia

Created by fellow students, verified by reviews

Quality you can trust: written by students who passed their tests and reviewed by others who've used these notes.

Didn't get what you expected? Choose another document

No worries! You can instantly pick a different document that better fits what you're looking for.

Pay as you like, start learning right away

No subscription, no commitments. Pay the way you're used to via credit card and download your PDF document instantly.

Student with book image

“Bought, downloaded, and aced it. It really can be that simple.”

Alisha Student

Frequently asked questions