GZW1021
Een leven lang gezond
Maastricht University
, Openingscollege
Gezond in oude cultuur: balans tussen elementen in omgeving en lichaam zelf.
Opkomst geneeskunde: toename kennis anatomie en fysiologie, zoeken naar ziektes in
het lichaam. Gezond = afwezigheid van ziekte en gebrek.
WHO: gezondheid is niet afwezigheid van ziekte en gebrek. Het gaat om lichamelijk,
psychisch en sociaal welbevinden. Streven: compleet welbevinden.
Biopsychosociaal model = Gezondheidsdriehoek.
Wisselwerking
Biologie: leer van het leven, levenscyclus.
Gedrag: alles wat de buitenwereld ziet (waarneembare activiteiten). Bepaald door wat je
denkt (cognitief) en emoties. Je omgeving, geslacht en hormonen beïnvloeden gedrag.
Omgeving: micro, meso en macro. Bepaalde schillen om het individu (blokboek) komen
voort uit het ecologisch model.
WHO classificatiesysteem (ICF): ziekte, omgeving en persoonlijke factoren.
Compleet welbevinden in onrealistisch (ouderen, chronisch zieken).
Ze besteden weinig aandacht aan aanpassingsvermogen.
Geïnspireerd op ‘Antonovsky’: salutogenesis, veerkracht en sense of coherence.
WHO wil gezondheid meten. De definitie van Huber vernieuwd deze manier (ppt).
College Levensloop
Levensloop: opeenvolging van sociale posities van een persoon.
Deze kunnen verschillen in timing, duur, volgorde.
Tijd (leeftijd, periode, geboortecohort: wanneer je wordt geboren) staat centraal
Levensloopdynamiek:
Samenhang binnen (endogeen) levenslopen.
Verschillen tussen levenslopen
Verschillen tussen generaties (maatschappelijke veranderingen)
Samenhang tussen generaties
Verschil in samenhang tussen generaties
Maatschappelijke veranderingen:
Demografie.
1. Eerste demografische transitieperiode: 1870-1965
o Basisbehoeften, verzuilde maatschappij, gescheiden rollen man en vrouw,
vooruitgang gezondheidszorg en hygiëne.
Een leven lang gezond
Maastricht University
, Openingscollege
Gezond in oude cultuur: balans tussen elementen in omgeving en lichaam zelf.
Opkomst geneeskunde: toename kennis anatomie en fysiologie, zoeken naar ziektes in
het lichaam. Gezond = afwezigheid van ziekte en gebrek.
WHO: gezondheid is niet afwezigheid van ziekte en gebrek. Het gaat om lichamelijk,
psychisch en sociaal welbevinden. Streven: compleet welbevinden.
Biopsychosociaal model = Gezondheidsdriehoek.
Wisselwerking
Biologie: leer van het leven, levenscyclus.
Gedrag: alles wat de buitenwereld ziet (waarneembare activiteiten). Bepaald door wat je
denkt (cognitief) en emoties. Je omgeving, geslacht en hormonen beïnvloeden gedrag.
Omgeving: micro, meso en macro. Bepaalde schillen om het individu (blokboek) komen
voort uit het ecologisch model.
WHO classificatiesysteem (ICF): ziekte, omgeving en persoonlijke factoren.
Compleet welbevinden in onrealistisch (ouderen, chronisch zieken).
Ze besteden weinig aandacht aan aanpassingsvermogen.
Geïnspireerd op ‘Antonovsky’: salutogenesis, veerkracht en sense of coherence.
WHO wil gezondheid meten. De definitie van Huber vernieuwd deze manier (ppt).
College Levensloop
Levensloop: opeenvolging van sociale posities van een persoon.
Deze kunnen verschillen in timing, duur, volgorde.
Tijd (leeftijd, periode, geboortecohort: wanneer je wordt geboren) staat centraal
Levensloopdynamiek:
Samenhang binnen (endogeen) levenslopen.
Verschillen tussen levenslopen
Verschillen tussen generaties (maatschappelijke veranderingen)
Samenhang tussen generaties
Verschil in samenhang tussen generaties
Maatschappelijke veranderingen:
Demografie.
1. Eerste demografische transitieperiode: 1870-1965
o Basisbehoeften, verzuilde maatschappij, gescheiden rollen man en vrouw,
vooruitgang gezondheidszorg en hygiëne.