Hoofdstuk 1: Veiligheid in een chemisch lab,
veiligheidsbegrippen
Preventie en bescherming:
Veiligheidssignalisatie
CBM
PBM
GHS (Globally Harmonized System)
= wereldwijd geharmoniseerd systeem voor indeling en etikettering van chemische
stoffen o.b.v. hun gevareneigenschappen
Doel:
Hoog niveau van bescherming van milieu en gezondheid van de mens + vrij verkeer
van stoffen en mengsels.
CLP (Regulation on Classification, Labelling and Packaging)
GHS in Europese unie
Vervangt stoffen- en preparatenrichtlijn
Incl. regels voor leveren en gebruik van gevaarlijke stoffen
Criteria voor classificatie
= gevaareigenschappen onderverdeeld in klassen
1. Fysische gevaren (16 klassen)
2. Gezondheidsgevaren (10 klassen)
3. Milieugevaren (1 klasse)
4. Gevaar voor de ozonlaag: alleen in de EU
Criteria voor ontvlambare stoffen:
Gevaarsymbolen:
Ontvlambaar
Corrosief = irriterend
Giftig
Oxiderend
Ontploffingsgevaar
, Bijtend
Milieugevaar
Gas onder druk
Op lange termijn gezondheidsgevaarlijk
Signaalwoord:
DANGER
voor meest gevaarlijke categorieën binnen een klasse
WARNING
voor minder gevaarlijke categorieën binnen een klasse
Gevarenaanduiding en voorzorgsmaatregelen:
EU-GHS: H(Hazard) en P(Precautionary) zinnen
Er zijn geen combinerende H zinnen
Wel combinerende P zinnen
o H-zinnen = Hazard statement
= een zin die is ingedeeld bij een gevarenklasse en -categorie die de
aard/intrinsieke eigenschap beschrijft van een gevaarlijk product en van het
risiconiveau
o P-zinnen = Precautionary statement
= een zin en/of pictogram die de aanbevolen maatregelen beschrijft dei
getroffen moeten worden om de nadelige effecten te
voorkomen/minimaliseren die het gevolg zijn van blootstelling aan een
gevaarlijk product
o Voorbeelden:
H318 = veroorzaakt ernstig oogletsels
P102 = buiten bereik van kinderen houden
Merck Index
= een allesomvattende encyclopedie van chemische en andere stoffen, gericht op
scheikundigen en biologen
,(M)SDS-fiche
= (Material) Safety Data Sheet (veiligheidsinformatieblad)
= gestructureerd document met info over risico’s van een gevaarlijke stof
Info zie cursus
Gevarendiamant
Rood: brandgevaar
Blauw: gezondheid
Geel: reactiviteit
Wit: bijzonderheden
Cijfer van 0-4: hoe hoger, hoe gevaarlijker
Veiligheidsbegrippen:
Dampspanning
= de hoeveelheid gasdruk die de damp van een vloeistof
heeft bij een bepaalde temperatuur
Uitgedrukt in mbar/ 1 pascal
Vluchtige stoffen: hoge dampspanning
Vlampunt
= de laagste temperatuur waarbij er voldoende damp boven de vloeistof ontstaat om te
kunnen ontbranden
Naarmate vlampunt lager vloeistof brandgevaarlijker!!
Bij atmosferische druk 1013 mbar
Nog wel ontstekingsbron nodig
Indeling:
zeer licht ontvlambaar < 0°C
licht ontvlambaar < 23°C
ontvlambaar 60°C
Zelfontbrandingstemperatuur
= de laagste temperatuur waarbij die stof vanzelf ontbrand
Niet altijd ontstekingsbron nodig
Boven bepaalde temperatuur gaat proces vanzelf
AANWEZIGHEID VAN ZUURSTOF: doet de zelfontstekingstemperatuur dalen!!!!
LICHT ONTVLAMBARE STOFFEN NOOIT SAMEN BEWAREN MET OXIDERENDE
STOFFEN
Relatieve dichtheid
= de dichtheid tegenover water (=1 g/ml)
d(x) < 1 drijft op de vloeistof
d(x) > 1 zinkt in water
Relatieve dichtheid bij 20°C v/e verzadigd damp/luchtmengsel
= dichtheid van de damp tegenover lucht (= 1 g/ml)
(damp die boven de vloeistof ontstaat)
, d(x) < 1 damp stijgt
d(x) > 1 damp zakt
Explosiegrenzen
= bepalen het gebied waarbinnen een mengsel van lucht met gas, damp, nevel of poeder
bij ontsteking kan ontbranden of exploderen
De LEL en UEL
LEL = kleinste concentratie van een gas etc. in de lucht, die je met een ontstekingsbron
kunt aansteken (LOWER EXPLOSION LIMIT)
UEL = grootste concentratie die je met een ontstekingsbron kunt aansteken (UPPER
EXPLOSION LIMIT)
Volume % van damp in de lucht
dampspanning
Volumepercentage = x 100%
luchtdruk
Inhaliteratierisico
dampspanning
=
MAC−waarde
MAC-waarden
= maximale aanvaarde concentratie van een gas etc. in de lucht op de werkplek
Bedoeld als bovengrens die niet mag worden overschreden
MAC TGC tijd gewogen gemiddelde, meestal over 8 uur
MAC C absolute grens die je beslist niet mag overschrijden
LD-50
LD: lethale (dodelijke) dosis
= de dosering waarbij 50% van de onderzochte groep (proefdieren) sterft
Hoe lager, hoe giftiger
Hoofdstuk 2: Risicoanalyse
Risico
= de kans op een ongewenst effect bij het uitvoeren van een activiteit
Risicogetal R=K.F.E
K = hoe groot is de kans dat het gebeurt
F = aantal keer dat het zal gebeuren
E = wat is de ernst
Risicobeheersing
= maatregelen nemen om de risico’s te beperken
veiligheidsbegrippen
Preventie en bescherming:
Veiligheidssignalisatie
CBM
PBM
GHS (Globally Harmonized System)
= wereldwijd geharmoniseerd systeem voor indeling en etikettering van chemische
stoffen o.b.v. hun gevareneigenschappen
Doel:
Hoog niveau van bescherming van milieu en gezondheid van de mens + vrij verkeer
van stoffen en mengsels.
CLP (Regulation on Classification, Labelling and Packaging)
GHS in Europese unie
Vervangt stoffen- en preparatenrichtlijn
Incl. regels voor leveren en gebruik van gevaarlijke stoffen
Criteria voor classificatie
= gevaareigenschappen onderverdeeld in klassen
1. Fysische gevaren (16 klassen)
2. Gezondheidsgevaren (10 klassen)
3. Milieugevaren (1 klasse)
4. Gevaar voor de ozonlaag: alleen in de EU
Criteria voor ontvlambare stoffen:
Gevaarsymbolen:
Ontvlambaar
Corrosief = irriterend
Giftig
Oxiderend
Ontploffingsgevaar
, Bijtend
Milieugevaar
Gas onder druk
Op lange termijn gezondheidsgevaarlijk
Signaalwoord:
DANGER
voor meest gevaarlijke categorieën binnen een klasse
WARNING
voor minder gevaarlijke categorieën binnen een klasse
Gevarenaanduiding en voorzorgsmaatregelen:
EU-GHS: H(Hazard) en P(Precautionary) zinnen
Er zijn geen combinerende H zinnen
Wel combinerende P zinnen
o H-zinnen = Hazard statement
= een zin die is ingedeeld bij een gevarenklasse en -categorie die de
aard/intrinsieke eigenschap beschrijft van een gevaarlijk product en van het
risiconiveau
o P-zinnen = Precautionary statement
= een zin en/of pictogram die de aanbevolen maatregelen beschrijft dei
getroffen moeten worden om de nadelige effecten te
voorkomen/minimaliseren die het gevolg zijn van blootstelling aan een
gevaarlijk product
o Voorbeelden:
H318 = veroorzaakt ernstig oogletsels
P102 = buiten bereik van kinderen houden
Merck Index
= een allesomvattende encyclopedie van chemische en andere stoffen, gericht op
scheikundigen en biologen
,(M)SDS-fiche
= (Material) Safety Data Sheet (veiligheidsinformatieblad)
= gestructureerd document met info over risico’s van een gevaarlijke stof
Info zie cursus
Gevarendiamant
Rood: brandgevaar
Blauw: gezondheid
Geel: reactiviteit
Wit: bijzonderheden
Cijfer van 0-4: hoe hoger, hoe gevaarlijker
Veiligheidsbegrippen:
Dampspanning
= de hoeveelheid gasdruk die de damp van een vloeistof
heeft bij een bepaalde temperatuur
Uitgedrukt in mbar/ 1 pascal
Vluchtige stoffen: hoge dampspanning
Vlampunt
= de laagste temperatuur waarbij er voldoende damp boven de vloeistof ontstaat om te
kunnen ontbranden
Naarmate vlampunt lager vloeistof brandgevaarlijker!!
Bij atmosferische druk 1013 mbar
Nog wel ontstekingsbron nodig
Indeling:
zeer licht ontvlambaar < 0°C
licht ontvlambaar < 23°C
ontvlambaar 60°C
Zelfontbrandingstemperatuur
= de laagste temperatuur waarbij die stof vanzelf ontbrand
Niet altijd ontstekingsbron nodig
Boven bepaalde temperatuur gaat proces vanzelf
AANWEZIGHEID VAN ZUURSTOF: doet de zelfontstekingstemperatuur dalen!!!!
LICHT ONTVLAMBARE STOFFEN NOOIT SAMEN BEWAREN MET OXIDERENDE
STOFFEN
Relatieve dichtheid
= de dichtheid tegenover water (=1 g/ml)
d(x) < 1 drijft op de vloeistof
d(x) > 1 zinkt in water
Relatieve dichtheid bij 20°C v/e verzadigd damp/luchtmengsel
= dichtheid van de damp tegenover lucht (= 1 g/ml)
(damp die boven de vloeistof ontstaat)
, d(x) < 1 damp stijgt
d(x) > 1 damp zakt
Explosiegrenzen
= bepalen het gebied waarbinnen een mengsel van lucht met gas, damp, nevel of poeder
bij ontsteking kan ontbranden of exploderen
De LEL en UEL
LEL = kleinste concentratie van een gas etc. in de lucht, die je met een ontstekingsbron
kunt aansteken (LOWER EXPLOSION LIMIT)
UEL = grootste concentratie die je met een ontstekingsbron kunt aansteken (UPPER
EXPLOSION LIMIT)
Volume % van damp in de lucht
dampspanning
Volumepercentage = x 100%
luchtdruk
Inhaliteratierisico
dampspanning
=
MAC−waarde
MAC-waarden
= maximale aanvaarde concentratie van een gas etc. in de lucht op de werkplek
Bedoeld als bovengrens die niet mag worden overschreden
MAC TGC tijd gewogen gemiddelde, meestal over 8 uur
MAC C absolute grens die je beslist niet mag overschrijden
LD-50
LD: lethale (dodelijke) dosis
= de dosering waarbij 50% van de onderzochte groep (proefdieren) sterft
Hoe lager, hoe giftiger
Hoofdstuk 2: Risicoanalyse
Risico
= de kans op een ongewenst effect bij het uitvoeren van een activiteit
Risicogetal R=K.F.E
K = hoe groot is de kans dat het gebeurt
F = aantal keer dat het zal gebeuren
E = wat is de ernst
Risicobeheersing
= maatregelen nemen om de risico’s te beperken