LES 1: LACH JE EEN KRIEK
1. SOORTEN HUMOR
1.1 SITUATIEHUMOR
Vloeit vaak voort uit een toevallige samenloop van omstandigheden waarin komische
dingen gebeuren of waarin personen op een komische manier reageren.
Bv. slapstick (iemand die in het water valt)
1.2 KARAKTERHUMOR
Vloeit voort uit de typering van bepaalde personen, zowel verbaal als non-verbaal.
1.3 TAALHUMOR
Ontstaat door grappig taalgebruik:
De figuurlijke betekenis van een uitdrukking letterlijk interpreteren
Met de meervoudige betekenis van woorden spelen
Bestaande woorden vervormen
Met de etymologie (= herkomst) van woorden spelen
Gekke combinaties van bestaande versregels maken
Opzettelijk foute vertalingen maken
De beginletters van woorden van plaats verwisselen
Foute samentrekkingen maken
Een understatement gebruiken
Nolan Geeroms Nederlands Pagina 1 van 2
1. SOORTEN HUMOR
1.1 SITUATIEHUMOR
Vloeit vaak voort uit een toevallige samenloop van omstandigheden waarin komische
dingen gebeuren of waarin personen op een komische manier reageren.
Bv. slapstick (iemand die in het water valt)
1.2 KARAKTERHUMOR
Vloeit voort uit de typering van bepaalde personen, zowel verbaal als non-verbaal.
1.3 TAALHUMOR
Ontstaat door grappig taalgebruik:
De figuurlijke betekenis van een uitdrukking letterlijk interpreteren
Met de meervoudige betekenis van woorden spelen
Bestaande woorden vervormen
Met de etymologie (= herkomst) van woorden spelen
Gekke combinaties van bestaande versregels maken
Opzettelijk foute vertalingen maken
De beginletters van woorden van plaats verwisselen
Foute samentrekkingen maken
Een understatement gebruiken
Nolan Geeroms Nederlands Pagina 1 van 2