HOOFDSTUK 1: METHODES VAN SOCIAALPSYCHOLOGISCH ONDERZOEK
Observatie (dataverzameling)
- Overt gedrag of archiefmateriaal
- Omstandigheden opzoeken en observeren/ gedrag dat voorkomt
o Rechtstreeks
o Fysieke, administratieve sporen
o Meer geld aan oorlogsslachtoffers of aan natuurramp slachtoffers -> acties
- Voordeel
o Ecologische validiteit: mate waarin conclusies genomen worden over het natuurlijk gedrag in
situaties die ook in het dagelijks leven voorkomen
o Ethisch & praktisch: geen ingreep realiteit
- Nadeel
o Zeldzame gedragen -> lang observeren
o Moeilijk conclusies trekken -> hangt af van omstandigheden
o Nooit causaal verband, alleen Correlationeel
▪ Observaties niet op veel dimensies tegelijk (situaties verschillen altijd)
o Zal persoon iemand redden die van brug springt? Iemand redden in koud/warm weer
Zelfbeschrijvingen (dataverzameling)
- Voordeel
o Veel info, veel situaties
- Ecologische validiteit beperkt
- Voorwaardes/ beperkingen
o Persoon moet (reden van) gedrag kunnen beschrijven
▪ Gaan ervan uit dat ze weten wat ze doen, waarom ze het doen
• Onbewust gedrag/ waarnemingen (driehoek-goochelaar)
• Handelingen waar we niet bij stil staan (kot op slot)
▪ Retrospectieve vragen
• Niet meer herinneren
o Persoon moet gelegenheid krijgen om (reden van) gedrag te beschrijven
▪ ‘anders, namelijk…’
▪ Vragen overslaan moet kunnen -> gokken
o Persoon moet (reden van) gedrag willen beschrijven
▪ Sociale wenselijkheid
• Gevolg: wat mensen vertellen en wat ze doen is anders
• Verkeersagressie
▪ Beschrijvingen onder invloed van gevolgen
• Neg. gevolgen in verleden -> zichzelf niet meer zo beschrijven
- Trolley dilemma
o Werkwagen naar 5 arbeiders
o Wissel omzetten -> 1 arbeider dood spotlight op 5 mensen uit 1 groep
o Iemand van brug duwen -> 1 dood, 5 gered spotlight op 1 specifieke persoon
-> Gebrek aan ecologische validiteit: geen ervaring
-> letten op kleine details: vraagstelling (focus op personen)
-> Eigenbelang VS belang anderen
Onder welke omstandigheden zijn vragenlijsten en interviews nuttig?
Vgl event sampling method en day reconstruction method
1
,Sociale psychologie
EXPERIMENT: sociale wenselijkheid
- Feldman Hall, Mobbs, Evans, Hiscox, Navrady, Dalgleish (2012)
- Eigenbelang (financieel) VS belang van anderen (pijn)
- Aanvullen in les
Nut van zelfbeschrijvingen
- Inspiratie voor opbouw theo
- ZB is gedrag dat onderzocht wordt
- Alleen handig bij gedrag zonder sociale normen? -> nee: vraagstelling anders
o Met wie breng je het liefste tijd door? -> sociale norm: kinderen, partner
o Event sampling/ Day Reconstruction Method (verbanden leggen)
Correlationeel onderzoek (verbanden vaststellen)
Werkwijze
- 2+ var meten (vragenlijst of observatie)
- Berekenen samen variëren?
- Kans berekenen dat samenhang toeval is
Tijdstip 1: op zelfde moment: agressie en computerspelen
- Correlatiecoëfficiënt
o -1: negatief verband
o +1: positief verband
o 0: geen verband
- Voordelen
o Gebruikt natuurlijke variatie -> ethisch
o Correlaties tussen eender welke metingen
- Geen causaal verband
o Weet niet welke var effect heeft op andere var
ONDERZOEK: Aidspatiënten & verantwoordelijkheid
- Kogut (2011, studie 1)
- Verhaal lezen aidspatiënten
o Verantwoordelijkheid op 1-7
o Geld doneren voor medicijn
- Negatieve correlatie (oorzaken?)
o Meer verantwoordelijk -> minder donatie (A -> B )
o Minder donatie -> meer verantwoordelijk (B -> A )
o Beide var hangen af van 3e variabele die in tegengestelde richting beïnvloed
(geloof in rechtvaardige wereld -> meer verantwoordelijk: C -> A & C->B )
o Positieve correlatie: A ->B, B->A, C->A. A->B??
Experimenten (verbanden + data)
- Correlationeel -> causaal -> meten op verschillende tijdsstippen, MEEREDRE CONDITIES VERGELIJKEN
o Milgram and Asch deden dat niet -> moet niet persé exp zijn om iets aan te tonen
- Tijdstip 1: op zelfde moment: agressie en computerspelen
- Tijdstip 2: verschillende tijdsstippen:
o Frequentie computer op T1
o Frequentie agressief gedrag op T2
2
,Sociale psychologie
o T2 sterker positief gecorreleerd dan op T1 -> computerspelen (T1) zorgt voor agressie (T2)
Basisredenering en terminologie
- Doel
o Predictie toetsen van type ‘oorzaak (OV) -> gevolg (AV)’
- Technische termen manipuleren
o Varianties creëren in A, kijken of het invloed heeft op B?
▪ Als je alle andere oorzaken voor verschil van B uitsluiten
-> A significant effect op B
o Condities: specifieke varianties, niveaus
- Voorwaardes
o Alle andere invloeden op variabele gelijk -> weinig fouten variabiliteit
o Statistische methodes waarmee onderzocht werd en verschillen in conditie groot genoeg
rekening houdend met steekproef grootte
▪ Hoe kleiner steekproef -> hoe groter verschil
o Onderzoeksvraag die experiment beantwoord
▪ A invloed op B? Niet hoe vaak A voorkomt
- Voordelen
o Laat causale conclusies toe
o Invloed OV op gedrag, niet ZB -> niet vragen maar gedrag observeren
▪ AV kan wel nog steeds verbaalgedrag zijn
▪ Experiment over ZB
o Kleine steekproeven volstaan
▪ Alles bh A en B cte
▪ Weinig foutenvariabiliteit
▪ Statistische verrekening steekproefgrootte
▪ Geen conclusie over frequentie
- Nadelen
o Lage ecologische validiteit: Kunstmatige omstandigheden, taken niet in dagelijks leven (laag
mundane realism/ alledaags realisme)
▪ Kan ook voordeel zijn: alle participanten onder zelfde omstandigh.
▪ Ruimte voor manipulaties (moet ethisch blijven)
o Experimental realism (experimenteel realisme)
▪ Exp. situatie zo meeslepend dat participanten er zich spontaan in gedragen
▪ Echt dilemma geven -> elektrische shock -> beslissingen maken
Beperkingen van experimenten
- X Frequenties gedrag
o Geld aan dierenbescherming en bezoeken dieren tuin
o Hoeveel bezoeken dierentuin?
- Moeilijk te manipuleren variabele
o Zich geliefd voelen
- Ethische redenen
o Vragen over persoonlijke dingen
- Vraageffecten
o Stellen gedrag af op wat ze denken dat onderzoeker wil
- Proefleidereffecten
o Invloed onderzoekers op gedrag deelnemers
o Verwachtingen
o Dataverzameling door iemand die hypothese niet kent
3
, Sociale psychologie
Manipulatiechecks en pretests
- Coverte gedragingen
o Kan je niet direct waarnemen
o Zal gecreëerde situatie het gewilde covert gedrag uitlokken?
- Manipulatie checks
o Metingen waarmee ze controleren of deelnemers ins beoogde situatie zijn terecht gekomen -
> variabele goed gemanipuleerd?
o Andere var ook gemanipuleerd?
o Soms niet mogelijk -> exp realisme verbreken
o Vooral probleem bij manipulatie covert gedrag
▪ Vb: perceptie verantwoordelijkheid gemanipuleerd via informatie -> gelukt?
▪ Informatie opgemerkt? Doorgedrongen?
▪ Effect op waargenomen aars en omvang probleem/ risico op herhaling/ te
verwachten besteding voor hulp
- Pretests
o Vooronderzoek, pilootstudie
o Met kleine steekproef uitproberen -> herhaaldelijk
o Wnnr men grote indiv. verschillen verwacht en geen ‘binnen’ mogelijk is
o Reactieve metingen
▪ Hebben invloed op hoe mensen in latere manipulaties of metingen reageren
- Verantwoordelijkheid
o Verschillende situaties waar ze meer of minder verantwoordelijk waren
o Geld geven aan slachtoffers
o Welk soort ramp
Alle andere variabelen constant houden
- Situationele gedragsdeterminanten onder controle houden
o Samenhang A en B onder controle
o Onderzoeker weet wat hij eerst heeft gedaan (stof bijvoegen)
o Andere mogelijke oorzaken van verschillen in B onder controle
o Effect OV: variabiliteit tussen condities > variabiliteit in condities
▪ Groot var binnen condities -> OV sterk effect om aantoonbaar te zijn
- Individuele kenmerken onder controle
o Tussen-proefpersoons-manipulatie
▪ Toevallig toewijzen deelnemers aan condities
• Gemengde groepen -> gemiddeld zelfde in alle condities
• Kans is klein dat ze systematisch verschillen
• Test persoonskenmerken
▪ Verminderd ‘Power’
• Kans dat bestaand verschil te zien is
o Binnen-proefpersoons-manipulatie
▪ Alle deelnemers aan alle condities
• Houdt individ. verschillen cte -> subtielere effecten OV zien
▪ Trainingseffect: het steeds beter kunnen
▪ OV wordt opvallen -> kunnen hypothese raden
• Sociaal wenselijke antwoorden
. Sociale norm door
. Gelijke bedragen
• Vraageffecten
4