Nieuw Nederlands VWO 5 Poëzie
en Formuleren
Beeldspraak:
- Vergelijking = tussen beeld en object met een verbindingswoord: als, zoals, net als,
evenals, lijken
- Asyndetische vergelijking = tussen beeld en object zonder verbindingswoord
- Metafoor = vergelijking zonder object of verbindingswoord
- Personificatie = levenloze zaak wordt als leven voorgesteld
- Synesthesie = waarneming van twee verschillende zingtuigen met elkaar
gecombineerd
- Metonymia = beeld benoemt een opvallende eigenschap of kenmerk van het object
(geen overeenkomst). Voorbeelden:
Deel in plaats van geheel (pars pro toto)
Geheel in plaats van deel (totum pro parte)
Materiaal in plaats van product
Maker van product in plaats van product
Stuk serviesgoed in plaats van wat erin of op zit
Merknaam of productieplaats in plaats van product
Stijlfiguren:
- Redenen om te gebruiken:
Je wat ‘lichter’ of ‘zwaarder’ uitdrukken
Bepaalde woorden extra nadruk geven
De lezer aan het denken zetten
Een grappig effect bereiken
Een belezen (geleerde) indruk maken
- Soorten:
Eufemisme = verzachtende uitdrukking om harde of grove termen te vermijden
Understatement = ernstige/ grote zaken als minder ernstig/ groot verstellen (niet
om te verzachten)
Litotes = ontkenning van het tegendeel
Ironie = milde vorm van spot
Hyperbool = een overdrijving
Prolepsis = vooropplaatsing van een zinsdeel daarna een verwijswoord
Anticipatie = iets eerst voorlopig aanduiden met een verwijswoord en pas later in
de tekst noemen
Repetitio = herhaling van hetzelfde woord
Anafoor = meerdere zinnen achter elkaar beginnen met dezelfde woorden
Tautologie = een begrip wordt herhaald door middel van synoniemen
Pleonasme = eigenschap in een woord wordt extra benadrukt
Enumeratie = een (lange) opsomming
Opsomming in drieën = opsomming van drie elementen
Drieslag = vaste combinatie
Climax = elementen in opsomming nemen in sterkte toe
en Formuleren
Beeldspraak:
- Vergelijking = tussen beeld en object met een verbindingswoord: als, zoals, net als,
evenals, lijken
- Asyndetische vergelijking = tussen beeld en object zonder verbindingswoord
- Metafoor = vergelijking zonder object of verbindingswoord
- Personificatie = levenloze zaak wordt als leven voorgesteld
- Synesthesie = waarneming van twee verschillende zingtuigen met elkaar
gecombineerd
- Metonymia = beeld benoemt een opvallende eigenschap of kenmerk van het object
(geen overeenkomst). Voorbeelden:
Deel in plaats van geheel (pars pro toto)
Geheel in plaats van deel (totum pro parte)
Materiaal in plaats van product
Maker van product in plaats van product
Stuk serviesgoed in plaats van wat erin of op zit
Merknaam of productieplaats in plaats van product
Stijlfiguren:
- Redenen om te gebruiken:
Je wat ‘lichter’ of ‘zwaarder’ uitdrukken
Bepaalde woorden extra nadruk geven
De lezer aan het denken zetten
Een grappig effect bereiken
Een belezen (geleerde) indruk maken
- Soorten:
Eufemisme = verzachtende uitdrukking om harde of grove termen te vermijden
Understatement = ernstige/ grote zaken als minder ernstig/ groot verstellen (niet
om te verzachten)
Litotes = ontkenning van het tegendeel
Ironie = milde vorm van spot
Hyperbool = een overdrijving
Prolepsis = vooropplaatsing van een zinsdeel daarna een verwijswoord
Anticipatie = iets eerst voorlopig aanduiden met een verwijswoord en pas later in
de tekst noemen
Repetitio = herhaling van hetzelfde woord
Anafoor = meerdere zinnen achter elkaar beginnen met dezelfde woorden
Tautologie = een begrip wordt herhaald door middel van synoniemen
Pleonasme = eigenschap in een woord wordt extra benadrukt
Enumeratie = een (lange) opsomming
Opsomming in drieën = opsomming van drie elementen
Drieslag = vaste combinatie
Climax = elementen in opsomming nemen in sterkte toe