100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting aardrijkskunde h2 globalisering $3.44   Add to cart

Summary

Samenvatting aardrijkskunde h2 globalisering

 4 views  0 purchase
  • Course
  • Level

Samenvatting voor h2 van globalisering eindexamenjaar

Preview 2 out of 5  pages

  • November 28, 2022
  • 5
  • 2022/2023
  • Summary
  • Secondary school
  • 6
avatar-seller
Samenvatting H2 Wereld en
globalisering 6vwo
2.1
De wereld is een systeem (wereldsysteem). Een verandering in een land heeft gevolgen voor
de andere landen. De landen zijn op twee punten in te delen: De soort economische
activiteiten en de omvang ervan, de soort relaties met andere landen.

-Centrumlanden: Economisch hoogontwikkeld. Productie van vooral wetenschappelijke
kennis en technologie. Grote arbeidsproductiviteit. Veel hoofdkantoren en internationale
ondernemingen. Grote invloed op het wereldsysteem door economische en politiek macht.

-Semiperiferie: Lager gemiddeld inkomen per hoofd dan centrumlanden. In deze landen zijn
lagere loonkosten, waardoor er veel industrie uit kernlanden hiernaar verplaatst. Hierdoor is
er een hoge industrialisatie graad. Productie van de industrie wordt grotendeels afgezet in
de centrumlanden. Het aantal semi perifere landen groeide afgelopen twee decennia snel.
Denk aan landen als Brazilië en Mexico.

-Periferie: De economie in perifere landen hangt af van de behoefte van het centrum en de
semi periferie. Deze landen leveren vooral land en mijnbouw producten en ook wel
laagwaardige industriële goederen. In deze landen is er verouderde en moderne
technologie. Er zijn dan ook zelfvoorzienende landbouwbedrijfjes en moderne plantages.
Zoiets noem je fragmentarische modernisering. Er is gemiddeld een lage productiviteit en
daardoor is ook het inkomen per hoofd laag.

Het huidige wereldsysteem begon 5 eeuwen geleden. Tijdens de Europese middeleeuwen
was de geopolitieke macht in handen van de islamitische wereld. Er was handel met een
aantal gebieden in Zuid en Zuidoost-Azië die gecontroleerd werd door de islamitische
wereld. Portugal, Spanje en later Engeland en Nederland vestigden koloniën vanaf het einde
van de 15e eeuw. Een kolonie is een buiten een staat gelegen, meestal overzees gebied, dat
op een gewelddadige of vreedzame manier in bezit is gekomen van die staat. Dit proces heet
kolonialisme. Hierdoor werden deze gebieden economisch verbonden met West-Europese
landen. Er werd vooral gehandeld in landbouwproducten. Dit was het begin van
globalisering. Hier begon het wereldsysteem.

Centrumlanden begonnen later naast alleen landbouwgewassen ook mijnbouwproducten uit
de exploitatiekoloniën te exporteren. Om dit mogelijk te maken werd er geïnvesteerd in
infrastructuur in de periferie. Er werden spoorlijnen en havens gebouwd. De Europese
industrieproducten werden ook In de koloniën afgezet.
Er zijn twee factoren voor het succes van de Westerse landen:
-De kapitalistische markteconomie combineerde privébezit van productiemiddelen
met het voortdurend zoeken naar nieuwe mogelijkheden om winst te maken. In
koloniën zorgde dit voor veel geweld aangezien er daar gemeenschappelijk gebruik
van de grond was.

, -De overheid investeerde veel in infrastructuur zoals kanalen en spoorwegen.
Hierdoor kon het centrum zich ontwikkelen.

In Noord-Amerika ontstonden al vóór de industrialisatie van Europa vestigingskoloniën: de
Verenigde Staten. Europeanen migreerden hier naartoe. Dit nieuwe grondgebied werd
gebruikt voor voedselproductie, waarbij spoorlijnen van groot belang waren voor de afvoer
van landbouwproducten naar de oostelijke kuststeden vanuit het binnenland. Deze staat
ontwikkelde zich tot een tweede geïndustrialiseerde kernregio. Europeanen vestigden zich
ook elders in de wereld waar veel voedselvoorziening voor Europa vandaan kwam.

Een hegemoniale staat is een staat die met politieke, economische en militaire middelen
een overheersende en beslissende rol in de wereld speelt. Het hoogtepunt van het
imperialisme was het opdelen van nog niet gekoloniseerde gebieden. Dit gebeurde in Afrika.
Er werden strakke grenzen getrokken waardoor er een lappendeken van Britse, Franse,
Belgische, Spaanse, Duitse en Italiaanse koloniën kwam. Ook de islamitische wereld werd in
Europese invloedssfeer opgedeeld. In de 19e eeuw werden landen in Latijns-Amerika als
eerste zelfstandig. Dit was een vroege vorm van. Na de Tweede Wereldoorlog werden de
overige gekoloniseerde landen zelfstandig. Toch bleven veel arme gedekoloniseerde landen
afhankelijk van kernlanden. Multinationale ondernemingen namen grotendeels de rol van
koloniale moederlanden over. De afhankelijkheid van arme gekoloniseerde landen aan
kernlanden heet neokolonialisme. Na de dekolonisatie kreeg de VS de grootste hegemoniale
positie. Hier zit het politieke zwaartepunt en economisch zwaartepunt in de wereld.

Langzamerhand was er sprake van europeanisering: Overname van Europese waarden en
normen, economische en politieke elementen in andere cultuurgebieden. Dit gebeurde,
doordat Europese migranten de taal en religie meenamen naar vestigingskoloniën en de
Europese taal werd gesproken in exploitatie koloniën. Aan het einde van de dekolonisatie
periode was er nog steeds een groot verschil tussen arm en rijk in de wereld. De
internationale arbeidsverdeling, die tijdens de koloniale periode is ontstaan is gunstig voor
de rijken/ centrum landen. De primaire producten werden geruild met industrieproducten
uit rijke landen. De index strip producten er waren veel hoger in waarden dan de primaire
producten. Er was sprake van ruilvoet verslechtering, doordat arme landen steeds meer land
en mijnbouwproducten moesten exporteren om dezelfde hoeveelheid industrieproducten in
te kunnen voeren. Ook werd de economische ontwikkeling in arme landen benadeeld,
doordat traditionele ambachten vernietigd waren door het importeren van goedkope
industrieproducten.

Voor 1700 lag de wereldproductie grotendeels in Azië, maar dit zwaartepunt verschoof naar
Europa en Noord-Amerika.

2.2
Na de tweede wereldoorlog ging de economische machtspositie naar de V.S. Samen vormen
de V.S., Europa en Japan een triade (Kernregio’s in de wereld). Doordat lonen in rijke landen
hoog werden, verplaatsten de lichte industrieën naar goedkopere locaties met
laaggeschoolde, goedkope arbeiders. Er moest daar wel goede infrastructuur komen.
Hierdoor vormden er Newly Industrializing Countries (NIC’s). Het proces van productie
verplaatsen naar een lagelonenland heet uitschuiving. Door de uitschuiving komt er een

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller juna18. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $3.44. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

73314 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$3.44
  • (0)
  Add to cart