- Verdrag – overeenkomst verschillende landen
• Soms voor burgers rechtstreeks werkend – bijvoorbeeld het Europese
herroepingsrecht van 14 dagen, dus als je online een product in België koopt mag je
deze binnen 14 dagen retourneren.
- Wet
• Wet in formele zin – aangenomen door staten generaal (1e en 2e kamer)
➢ Voorbeeld: het besluit van 1e en 2e kamer om in te stemmen met een
militaire missie in het buitenland
• Wet in materiële zin – heeft algemene toepassing, dus voor iedereen geldig
➢ Voorbeeld: wet gemaakt door gemeente dat er met een bepaalde diesel
motor niet door de stad gereden mag worden
• Overige wetten – vallen niet onder de hierboven genoemde wetten
➢ Voorbeeld: het besluit van gemeente Enschede om een vergunning te
verlenen aan iemand
- Rechtspraak/jurisprudentie
• Interpretatiemethodes – rechter geeft interpretatie aan een wet
• Redeneervormen – rechter creëert als het waren een wet
- Gewoonte recht
• Herhaling
• Normbesef
➢ Voorbeeld: de gewoonte op de paardenmarkt is zodra er een handenklap
heeft plaatsgevonden de koop is gesloten
Wet in formele zin (WIFZ) en wet in materiële zin (WIMZ):
- Wet in formele zin – gemaakt door staten generaal
➢ Voorbeeld: begrotingswetten, militaire missies etc.
- Wet in materiële zin – voor iedereen geldig
➢ Voorbeeld: algemene plaatselijke verordening van gemeente Enschede
- Wet in formele zin en wet in materiële zin – gemaakt door staten generaal en voor iedereen
geldig
➢ Voorbeeld: burgerlijk wetboek (BW), wetboek van strafrecht, auteursrechten
etc.
Wetgevers:
- Centraal – regering (koning en ministers) + staten generaal (1e en 2e kamer) - wet
- Decentraal – provinciale staten (provincie) + gemeenteraad (gemeente) – verordening
Hiërarchie in de wetgeving:
1. Grondwet
2. Wetten in formele zin – wet gemaakt door Staten Generaal
3. Algemene maatregel van bestuur (AMvB) – wet gemaakt door regering
4. Ministeriële regeling
5. Provinciale verordening – wet gemaakt door de provinciale staten
6. Gemeentelijke verordening – wet gemaakt door de gemeenteraad
, Rechtspraak in Nederland:
Vonnis – uitspraak rechtbank
Arrest – uitspraak gerechtshof of hoge raad
Materieel recht - de inhoud van alle rechten en plichten
Formeel recht - dit is nodig om alle rechten en plichten te kunnen handhaven, procesrecht – hier
staat dus bijvoorbeeld in hoe de politie en rechters moeten handelen om het materieel recht te
handhaven
Objectief recht – rechtsregel of verplichting die voor iedereen in de samenleving geldt
Subjectief recht – rechtsregel of verplichting die voor een specifiek individu of bepaalbare groep
mensen geldt
-> Stel persoon X slaat persoon Y in elkaar, dan heeft persoon X een objectieve rechtsregel
geschonden. Vervolgens eist persoon Y een schadevergoeding, hierdoor ontstaat een subjectieve
verplichting (persoon Y heeft nu dus een subjectief recht op deze schadevergoeding)
Privaatrecht – tussen burgers en bedrijven
Publiekrecht – tussen overheden onderling en tussen overheid en burger
-> overheid kan zich ook als burger gedragen, bijvoorbeeld als zij bureau stoelen kopen. Dan geldt
het privaatrecht ook voor de overheid.
-> het privaatrecht en publiekrecht zijn niet altijd van elkaar te scheiden. Voorbeeld: persoon X slaat
persoon Y in elkaar. De overheid kan persoon X dan aanklagen en wellicht een gevangenis straf eisen,
hier wordt dan gehandeld onder het publiekrecht (overheid en burger). Maar persoon Y heeft heel
wat schade opgelopen en wilt hiervoor een schadevergoeding, voor deze kostenverhaling wordt
gehandeld onder het privaatrecht (burgers onderling).