100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached 4.2 TrustPilot
logo-home
Summary

Samenvatting Biomedisch Kader (KdG)

Rating
-
Sold
-
Pages
58
Uploaded on
16-11-2022
Written in
2020/2021

In deze samenvatting staan alle hoofdstukken van het vak biomedisch kader, gegeven aan KdG in de opleiding Orthopedagogie, namelijk - Deel 1 Cellenleer - Deel 2 Erfelijkheidsleer - Deel 3 Zenuwstelsel - Deel 4 Hormoonstelsel - Deel 5 Zintuigen - Deel 6 Omgaan met medicatie

Show more Read less
Institution
Course











Whoops! We can’t load your doc right now. Try again or contact support.

Written for

Institution
Study
Course

Document information

Uploaded on
November 16, 2022
Number of pages
58
Written in
2020/2021
Type
Summary

Subjects

Content preview

Deel 1 Cellenleer
Bouw en functie van de cel
Bouw
Atoom → molecule → organel → cel → weefsel → orgaan → orgaanstelsel → organisme

Celschema
Cellen bevatten cytoplasma omgeven door
celmembraan

- Cytoplasma: bestaat uit grondplasma en
organellen (zoals celkern, mitochondriën,
lysosomen)
o Grondplasma: bestaat geleiachtige
vloeistof en groot aantal eiwitten,
vetten, suikers en mineralen

Celorganelllen en hun functie
Celkern

- Zit in elke eukaryote cel
- Bevat
o Chromosomen
▪ Bestaat uit complex van DNA en eiwitten
▪ Gekopieerd en doorgegeven aan
dochtercellen
▪ Verantwoordelijk voor de erfelijke
eigenschappen van het organisme
o Nucleolus (kernlichaam)
▪ Speelt rol in de aanmaak van ribosomen
o Kernmembraan (dubbelmembraan)
▪ Via de kernporiën (gaatjes) kunnen grote
moleculen de celkern binnen en buiten

,Mitochondriën (“kerncentrale van de cel”)

- Maakt ATP (adenosinefosfaat) aan
o Omgezet voedsel in energie uit de eukaryote cel
- Bevat
o Dubbelmembraan
o Grondplasma
o DNA
o Veel enzymen, ADP (adenosinedifosfaat) en P (fosfaat)
▪ Helpen om voedsel mee in ATP om te zetten

Ribosomen

- Vertalen de informatie uit de celkern naar eiwitten
- In de celkern is er informatie opgeslagen om ribosomen te maken
o Omdat ze zelf ook eiwitten zijn
- Plaats
o In losse bolletjes en soms in klontjes bij elkaar in het cytoplasma
o Gebonden aan endoplasmatisch reticulum (ER)
▪ Staat in verbinding met andere celorganellen
▪ Zorgt voornamelijk voor transport van stoffen binnen de
cel
▪ Veel ribosomen op ruw-ER

Golgi-apparaat

- Bestaat uit op elkaar gestapelde membranen waaruit
door afsnoering blaasjes kunnen ontstaan
- Bewerking van stoffen en transport van stoffen ER
(exocytose) door gebruik van blaasjes
o Veel enzymen aanwezig voor de bewerking

Lysosomen

- Blaasjes met enzymen die stoffen kunnen afbreken
o Kunnen versmelten met voedselvacuolen of
ze kunnen hun inhoud buiten de cel afgeven
via exocytose

Cytoskelet

- Gevormd door eiwitstructuren
o Geeft cel vorm en beweeglijkheid
o Eiwitdraden van celskelet maken het mogelijk
om sommige cellen heel lang te maken

,Functie van de cellen
Functie vaak aan uiterlijk af te lezen




Celmembraan
Celmembraan

- Vormt grens tussen cytoplasma en buitenwereld
o Voortdurende uitwisseling van stoffen tussen grondplasma en omgeving
- Via celmembraan staan cellen in contact met andere cellen
- Bevat
o Dubbele fosfolipidenlaag
o Eiwitten
o Cholesterol

Dubbele fosfolipidenlaag
Dubbele fosfolipidenlaag

- Waar te vinden
o In alle membranen van een cel
- Bestaat uit
o Glycerolmolecuul met 2 vetzuren eraan
▪ Fosfaatgroep (hydrofiel → trekken
water aan)
▪ Aminozuur/choline (hydrofiel)
▪ Vetzuren (hydrofoob → stoten
water af en trekken vet aan)

, Membraaneiwitten
Receptoreiwitten

- Gevoelig voor specifieke extracellulaire stoffen die zich aan
eiwitten binden
o Activiteit cel wijzigt hierdoor (bv. binding met
hormoon insuline gaan cellen meer
glucosemoleculen per tijdseenheid opnemen)

Kanaaleiwitten

- Maken mogelijk dat water, ionen en andere opgeloste stoffen
het vetgedeelte van het membraan kunnen omzeilen
o Bv. verplaatsing calciumionen door deze kanalen is
noodzakelijk voor spiersamentrekking en
voortgeleiding van impulsen

Dragereiwitten

- Binden zich aan opgeloste stoffen en vervoeren deze doorheen het plasmamembraan
o Bv. dragereiwitten brengen natrium- en kaliumionen de cel in en uit

Herkenningseiwitten

- Maken aan het immuunsysteem kenbaar of de cel al dan niet lichaamseigen is en of deze
afwijkend of gezond is

Transportfunctie van het celmembraan
Permeabiliteit van plasmamembraan bepaalt welke stoffen het cytoplasma in en uit kunnen gaan

- Impermeabel
o Niets kan door het membraan heen
- Selectief permeabel (semi-permeabel)
o Sommige stoffen kunnen vrij passeren terwijl anderen worden tegen gehouden
o Bepaald door de omvang, elektrische lading, vorm molecule en de oplosbaarheid van
de stof in een vet (of combinatie van deze factoren)
- Permeabel
o Alle stoffen kunnen zonder problemen door het membraan

De verplaatsing van een stof kan actief of passief zijn

- Actief
o Kost de cel energie in de vorm van ATP
o Soorten
▪ Vesiculair transport
• Endocytose
• Exocytose
▪ Fagocytose
$7.85
Get access to the full document:

100% satisfaction guarantee
Immediately available after payment
Both online and in PDF
No strings attached

Get to know the seller
Seller avatar
chloschallenbergh

Get to know the seller

Seller avatar
chloschallenbergh Karel de Grote-Hogeschool
Follow You need to be logged in order to follow users or courses
Sold
2
Member since
3 year
Number of followers
2
Documents
3
Last sold
2 year ago

0.0

0 reviews

5
0
4
0
3
0
2
0
1
0

Recently viewed by you

Why students choose Stuvia

Created by fellow students, verified by reviews

Quality you can trust: written by students who passed their tests and reviewed by others who've used these notes.

Didn't get what you expected? Choose another document

No worries! You can instantly pick a different document that better fits what you're looking for.

Pay as you like, start learning right away

No subscription, no commitments. Pay the way you're used to via credit card and download your PDF document instantly.

Student with book image

“Bought, downloaded, and aced it. It really can be that simple.”

Alisha Student

Frequently asked questions