• Weet je welke zes voedingsstoffen het menselijk lichaam nodig heeft;
De zes groepen voedingsstoffen zijn:
1. Eiwitten
2. Koolhydraten
3. Vetten
4. Water
5. Mineralen
6. Vitaminen
Voedingsvezels: bevorderen darmen niet verteerbaar door mens
• Ken je de belangrijkste functies van deze voedingsstoffen voor het menselijk lichaam.
de belangrijkste functies zijn: bouwstoffen en brandstoffen.
Eiwitten: vooral bouwstof, maar ook stoffen transporteren, cel communicatie en
enzymwerking. Teveel genomen? Brandstof!
Essentiele eiwitten/ aminozuren kunnen in het lichaam niet/ onvoldoende gemaakt worden,
deze moeten dus in het voedsel voorkomen
Koolhydraten: vooral brandstof, maar ook bouwstof ( DNA, celmembraan). Teveel genomen?
Opgeslagen als vet of glycogeen!
Vetten: vooral brandstof, maar ook bouwstof ( fosfolipiden in membranen). Teveel
genomen? Opgeslagen onder de huid/ rondom organen.
Essentiele vetzuren moeten in voedsel voorkomen
Verzadigde vetzuren verhogen cholesterol (dierlijk)
Onverzadigde vetzuren verlagen cholesterol (plantaardig)
Water: bouwstof ( in lichaamscellen, oplosmiddel, transportmiddel, bepaald osmotische
waarde)
Mineralen (zouten): bouwstof (Ca)
Spoorelementen (meestal metalen): kleine hoeveelheden van een mineraal in voedsel
Vitaminen: bouwstof ( O.a. bestanddeel van enzymen). Tekort en overschot aan vitaminen is
schadelijk.
Vitaminen en Pro-vitaminen zijn essentieel, moeten dus in voedsel aanwezig zijn.
Vitamine K en D kan in het lichaam worden gevormd
In water oplosbaar→ B, C
In vet oplosbaar→ ADEK
, Organische moleculen= alle stoffen die gemaakt zijn in of door levende organisme→ kleine
moleculen
Anorganische moleculen= hebben hun oorsprong in de niet levende natuur → grote
moleculen
• Heb je inzicht in de enzymatische afbraak van koolhydraten, lipiden en eiwitten.
Niet in water oplosbaar
, • Ken je de bouw en functies van de delen van het spijsverteringskanaal
Functie mondholte (cavum oris):
- Voedselonderzoek voor het doorslikken (smaak, tast, temperatuur)
- Mechanische verwerking (kleinere stukjes)
- Bevochtiging
- Afweer
- Begin vertering koolhydraten (Amylase)
Functie maag:
- Tijdelijke opslag voedsel
- Mechanische afbraak voedsel
- Chemische afbraak voedsel (spijsverteringssappen uitscheiden)
- Productie intrinsic factor ( nodig om vitaminen B12 op te nemen)
- Afweer door lage pH
Halscellen om maag te beschermen tegen de lage pH
Pepsinogeen word omgezet als het in aanraking komt met HCL
(beide exocrien)
HCL= zoutzuur ( maakt maagsap zo zuur)
Pepsine knipt eiwitten
Gastrine stimuleert maagsap productie en stimuleerd knedende golven maag
Neurale regulatie is regulatie vanuit het zenuwstelsel
➔ Via autonome zenuwstelsel
Parasympatische tak: Stimuleerd darmen (deze tak wordt gestimuleerd door het denken,
ruiken, proeven van eten), vorming maagsap wordt versneld
Sympatische tak: remt darmen
Hormonale regulatie is regulatie vanuit hormonen
De voedselbrij die de maag maakt heet de chymus. Aan het eind van de maag zit een kringspier, de
pylorus. Deze heeft een pylorusreflex:
- In porties doorlaten van chymus
- Is afgestemd op capaciteit dunne darm