Uitwerkingen Casussen Module 3.1
praktijktoets
Algemene info
-Let op mogelijke doorligplekken
-Praatje, plaatje, daadje bij het geven van oefeningen
-Speel in op de hulpvraag
-Doe altijd functioneel actief onderzoek (FAO)
-Stel altijd ITO vragen (individu, taak, omgeving)
Casus 1
3 maanden geleden fietsongeluk gehad. Traumatische paraplegie T4, partiele dwarslaesie
ASIA-C. 29 jaar, beweegt met handbewogen rolstoel. Kan met hulp transfer maken van lig
naar zit met veel ondersteuning. Heeft de neiging te snel te willen en overschat zichzelf.
Spierkracht in benen MRC 1-2. Kuitspier MRC 3.
Hulpvraag: 1) wil graag thuis op de bank zitten (transfer rolstoel naar lage bank). 2) wil
spierverkortingen in benen voorkomen. 3) wil in de keuken kunnen staan.
Vragen:
- Heb je blaasproblemen of problemen met ontlasting?
- Is er sprake van spasme?
- Heb je last van ademhalingsproblemen?
- Gebruikt u medicatie?
- Wat is volgens u de moeilijkste belemmering om de handeling niet uit te kunnen
voeren? (Bv. mobiliteit of kracht, dan kan je hierop inspelen)
- Hoe hoog is de bank? Wat is de ondergrond?
Hypothesen
Hypothese 1:
H: mevrouw heeft mogelijk nog niet genoeg kunde/spierkracht van heupmusculatuur om
haar transfer te maken waardoor zij beperkt is in het tv kijken
D: in kaart brengen transfer van mevrouw + spierkracht
M: FAO, spierkrachttest
U: positief-negatief, bevindingen, MRC
Hypothese 2:
H: mevrouw heeft een verminderde mobiliteit van haar schouders waardoor de transfer van
bank naar rolstoel moeizaam gaat
D: in kaart brengen mobiliteit schouder
M: AROM, PROM
U: aantal graden, vergelijking links-rechts
Hypothese 3:
,H: mevrouw heeft mogelijk verminderde sensibiliteit in haar onderbenen waardoor zij
onvoorzichtig en niet zo nauwkeurig is in het uitvoeren van de transfers.
D: in kaart brengen sensibiliteit (vitaal/gnostisch) onderbeen/voet
M: sensibiliteitsonderzoek
U: positief-negatief
Huiswerkoefeningen (sommige oefeningen kunnen niet, ligt eraan welke MRC ze heeft):
- Op buik liggen, tegen zwaartekracht in voet de lucht in brengen.
- In rolstoel, tenen naar boven brengen + tenen naar beneden brengen
- In rolstoel, knie extenderen. Makkelijker: op zijlig knie extenderen (zwaartekracht
uitschakelen)
Verwachting:
Het is een hoge thorocale laesie dus ik verwacht dat de rompstabiliteit minder goed is. Ik
verwacht dat de schoudermobiliteit nog goed is aangezien het een jonge vrouw is.
Spierlengte test ik niet, want dit kan ook juist van pas komen voor de stabiliteit. Sensibiliteit
test ik om te kijken of deze nog intact is. Als dit niet intact is, kan het zijn dat zij door het
onnauwkeurige uitvoeren misschien decubiteus krijgen omdat ze bijvoorbeeld onbewust
veel leunt op haar hiel omdat ze dit niet voelt.
Extra info 1
Schaal ASIA
A: compleet = afwezige motoriek en sensibiliteit in de sacrale segmenten S4-S5
B: incompleet = afwezige motoriek maar aanwezige sensibiliteit onder het laesieniveau
doorlopend t/m S4-S5
C: incompleet = aanwezige motoriek onder het laesieniveau, waarbij meer dan de helft van
de testspieren een kracht minder dan graad 3 heeft.
D: incompleet: aanwezige motoriek onder het laesieniveau. Tenminste de helft van de
testspieren heeft een kracht van 3 of meer.
E: Normaal = normale motoriek en sensibiliteit
Mensen hebben vaak problemen met ademhaling. C4 (middenrifaansturing) valt weg. Vanaf
th12 kan je iets van ademhalingsproblemen ervaren, maar vanaf t6 heb je in ieder geval
ademhalingsproblemen. Er zijn meer kans op luchtweginfecties en de kracht om iets op te
hoesten is minder.
Het niveau wat je leest is het laatste intacte niveau. Dus als C6 niveau iemand een
dwarslaesie heeft dan zijn de spieren die bij C6 horen hetgene wat nog intact is. Dus deze
spieren zijn een MRS 3 of hoger.
Individu Task Omgeving vragen stellen!!
Individu persoonlijke factoren, angst/vertrouwen, mobiliteit, sensibiliteit, coordinatie,
geslacht, leeftijd, gewicht, zorgverleden, medicatie, motivatie, leefstijl
Taak open/gesloten, discreet/continue, stabiel/mobiel, sport, transfers, ADL
Omgeving woonsituatie, vrienden/familie, hulpmiddelen
, Rompstabiliteit: met rugleuning, hoe is het zitten? Hoe is het zitten van de leuning af? Hoe is
het om naar voren te buigen? Of naar de zijkant buigen?
praktijktoets
Algemene info
-Let op mogelijke doorligplekken
-Praatje, plaatje, daadje bij het geven van oefeningen
-Speel in op de hulpvraag
-Doe altijd functioneel actief onderzoek (FAO)
-Stel altijd ITO vragen (individu, taak, omgeving)
Casus 1
3 maanden geleden fietsongeluk gehad. Traumatische paraplegie T4, partiele dwarslaesie
ASIA-C. 29 jaar, beweegt met handbewogen rolstoel. Kan met hulp transfer maken van lig
naar zit met veel ondersteuning. Heeft de neiging te snel te willen en overschat zichzelf.
Spierkracht in benen MRC 1-2. Kuitspier MRC 3.
Hulpvraag: 1) wil graag thuis op de bank zitten (transfer rolstoel naar lage bank). 2) wil
spierverkortingen in benen voorkomen. 3) wil in de keuken kunnen staan.
Vragen:
- Heb je blaasproblemen of problemen met ontlasting?
- Is er sprake van spasme?
- Heb je last van ademhalingsproblemen?
- Gebruikt u medicatie?
- Wat is volgens u de moeilijkste belemmering om de handeling niet uit te kunnen
voeren? (Bv. mobiliteit of kracht, dan kan je hierop inspelen)
- Hoe hoog is de bank? Wat is de ondergrond?
Hypothesen
Hypothese 1:
H: mevrouw heeft mogelijk nog niet genoeg kunde/spierkracht van heupmusculatuur om
haar transfer te maken waardoor zij beperkt is in het tv kijken
D: in kaart brengen transfer van mevrouw + spierkracht
M: FAO, spierkrachttest
U: positief-negatief, bevindingen, MRC
Hypothese 2:
H: mevrouw heeft een verminderde mobiliteit van haar schouders waardoor de transfer van
bank naar rolstoel moeizaam gaat
D: in kaart brengen mobiliteit schouder
M: AROM, PROM
U: aantal graden, vergelijking links-rechts
Hypothese 3:
,H: mevrouw heeft mogelijk verminderde sensibiliteit in haar onderbenen waardoor zij
onvoorzichtig en niet zo nauwkeurig is in het uitvoeren van de transfers.
D: in kaart brengen sensibiliteit (vitaal/gnostisch) onderbeen/voet
M: sensibiliteitsonderzoek
U: positief-negatief
Huiswerkoefeningen (sommige oefeningen kunnen niet, ligt eraan welke MRC ze heeft):
- Op buik liggen, tegen zwaartekracht in voet de lucht in brengen.
- In rolstoel, tenen naar boven brengen + tenen naar beneden brengen
- In rolstoel, knie extenderen. Makkelijker: op zijlig knie extenderen (zwaartekracht
uitschakelen)
Verwachting:
Het is een hoge thorocale laesie dus ik verwacht dat de rompstabiliteit minder goed is. Ik
verwacht dat de schoudermobiliteit nog goed is aangezien het een jonge vrouw is.
Spierlengte test ik niet, want dit kan ook juist van pas komen voor de stabiliteit. Sensibiliteit
test ik om te kijken of deze nog intact is. Als dit niet intact is, kan het zijn dat zij door het
onnauwkeurige uitvoeren misschien decubiteus krijgen omdat ze bijvoorbeeld onbewust
veel leunt op haar hiel omdat ze dit niet voelt.
Extra info 1
Schaal ASIA
A: compleet = afwezige motoriek en sensibiliteit in de sacrale segmenten S4-S5
B: incompleet = afwezige motoriek maar aanwezige sensibiliteit onder het laesieniveau
doorlopend t/m S4-S5
C: incompleet = aanwezige motoriek onder het laesieniveau, waarbij meer dan de helft van
de testspieren een kracht minder dan graad 3 heeft.
D: incompleet: aanwezige motoriek onder het laesieniveau. Tenminste de helft van de
testspieren heeft een kracht van 3 of meer.
E: Normaal = normale motoriek en sensibiliteit
Mensen hebben vaak problemen met ademhaling. C4 (middenrifaansturing) valt weg. Vanaf
th12 kan je iets van ademhalingsproblemen ervaren, maar vanaf t6 heb je in ieder geval
ademhalingsproblemen. Er zijn meer kans op luchtweginfecties en de kracht om iets op te
hoesten is minder.
Het niveau wat je leest is het laatste intacte niveau. Dus als C6 niveau iemand een
dwarslaesie heeft dan zijn de spieren die bij C6 horen hetgene wat nog intact is. Dus deze
spieren zijn een MRS 3 of hoger.
Individu Task Omgeving vragen stellen!!
Individu persoonlijke factoren, angst/vertrouwen, mobiliteit, sensibiliteit, coordinatie,
geslacht, leeftijd, gewicht, zorgverleden, medicatie, motivatie, leefstijl
Taak open/gesloten, discreet/continue, stabiel/mobiel, sport, transfers, ADL
Omgeving woonsituatie, vrienden/familie, hulpmiddelen
, Rompstabiliteit: met rugleuning, hoe is het zitten? Hoe is het zitten van de leuning af? Hoe is
het om naar voren te buigen? Of naar de zijkant buigen?
