Motorisch leren Hoorcollege 1
DLTC model
- Docent LO (D) maakt keuzes over de taak (T)
- Ook context (C) en leerling (L) beïnvloeden leerproces
-Taak docent:
Samenstellen van:
- Arrangement
- Regels
- Bewegingsopdracht
- Zodat de bewegingsuitdaging door de leerling optimaal gerealiseerd kan worden.
-Leerproces volgens dynamische systeem
Constraint led approach
Volgens constraint led approach kan een beweging alleen succesvol worden
uitgevoerd binnen de zogeheten oplossingsruimten. De oplossingsruimten zijn
daar waar de taakfactoren, omgevingsfactoren en persoonsfactoren
overlappen (interactionisme).
Constraints: beperkende/bepalende factoren die er voor zorgt dat een
bewegingsuitvoering (nog) niet lukt.
Rate controllers: doorbraakfactoren die ervoor zorgen dat een
bewegingsuitvoering wel succesvol kan worden uitgevoerd. bv. Toename in
spierkracht of balans bij leren lopen.
Hierdoor verloopt het leerproces sprongsgewijs.
Constraint led approach gaat er vanuit dat leerlingen baat hebben bij lessen die het leerproces als
uitgangspunt hebben en niet de eindvorm.
Leren: non linear
- Sprongsgewijze ontwikkeling
- Afhankelijk van factoren (DLTC)
- Triggers: een mechanisme dat een proces in gang zet.
kan een voorbeeld zijn, aanwijzing of geluid.
Docent als facilitator:
- Plateau koesteren
- Transitie uitlokken: Overgang van de ene fase/toestand
naar een volgende waar geen terug schakeling mogelijk is
- Transfer nastreven: Wat geleerd is, kan je ook toepassen
in andere situaties
, Leerplateau
- Periode van ‘stabiliteit’ (geen vooruitgang)
-Veilig en bekend
- Soms onzichtbaar
- gedrags- en neurologische processen
- ‘leren’ soms wel aanwezig maar niet eenvoudig waar te nemen
- Transitie nodig (kost soms veel moeite)
- Overgang van oud naar nieuw gedrag
- Gewoontes ‘afleren’, patronen doorbreken
Attractoren
- Stabiele, efficiente coordinatiepatronen tussen verschillende lichaamsdelen
- Stabiliteit blijft, instabiliteit verdwijnt
- Hoe dieper het attractor dal, hoe beter bestand tegen verstoringen
- Nieuwe attractoren door leren/training
Leermodellen – Leerfase model van Gentile
- Leerfase model van Gentile
Stap 1: Begrijp wat je moet doen (vorm je een idee van de beweging)
Doe wat je moet doen (pas je beweging aan de omgeving aan)
Welke factoren beïnvloeden wat je moet doen?
Meten van Motorische vaardigheden
Signaleren van motorische achterstanden mbv motorische testen:
- Athletic Skill Track (AST) ‘MQ scan’
- Körperkoordinationstest für Kinder (KTK)
- Movement – Assesment Battery for Children (M-ABC)
- Leerlingvolgsysteem (LVS)
DLTC model
- Docent LO (D) maakt keuzes over de taak (T)
- Ook context (C) en leerling (L) beïnvloeden leerproces
-Taak docent:
Samenstellen van:
- Arrangement
- Regels
- Bewegingsopdracht
- Zodat de bewegingsuitdaging door de leerling optimaal gerealiseerd kan worden.
-Leerproces volgens dynamische systeem
Constraint led approach
Volgens constraint led approach kan een beweging alleen succesvol worden
uitgevoerd binnen de zogeheten oplossingsruimten. De oplossingsruimten zijn
daar waar de taakfactoren, omgevingsfactoren en persoonsfactoren
overlappen (interactionisme).
Constraints: beperkende/bepalende factoren die er voor zorgt dat een
bewegingsuitvoering (nog) niet lukt.
Rate controllers: doorbraakfactoren die ervoor zorgen dat een
bewegingsuitvoering wel succesvol kan worden uitgevoerd. bv. Toename in
spierkracht of balans bij leren lopen.
Hierdoor verloopt het leerproces sprongsgewijs.
Constraint led approach gaat er vanuit dat leerlingen baat hebben bij lessen die het leerproces als
uitgangspunt hebben en niet de eindvorm.
Leren: non linear
- Sprongsgewijze ontwikkeling
- Afhankelijk van factoren (DLTC)
- Triggers: een mechanisme dat een proces in gang zet.
kan een voorbeeld zijn, aanwijzing of geluid.
Docent als facilitator:
- Plateau koesteren
- Transitie uitlokken: Overgang van de ene fase/toestand
naar een volgende waar geen terug schakeling mogelijk is
- Transfer nastreven: Wat geleerd is, kan je ook toepassen
in andere situaties
, Leerplateau
- Periode van ‘stabiliteit’ (geen vooruitgang)
-Veilig en bekend
- Soms onzichtbaar
- gedrags- en neurologische processen
- ‘leren’ soms wel aanwezig maar niet eenvoudig waar te nemen
- Transitie nodig (kost soms veel moeite)
- Overgang van oud naar nieuw gedrag
- Gewoontes ‘afleren’, patronen doorbreken
Attractoren
- Stabiele, efficiente coordinatiepatronen tussen verschillende lichaamsdelen
- Stabiliteit blijft, instabiliteit verdwijnt
- Hoe dieper het attractor dal, hoe beter bestand tegen verstoringen
- Nieuwe attractoren door leren/training
Leermodellen – Leerfase model van Gentile
- Leerfase model van Gentile
Stap 1: Begrijp wat je moet doen (vorm je een idee van de beweging)
Doe wat je moet doen (pas je beweging aan de omgeving aan)
Welke factoren beïnvloeden wat je moet doen?
Meten van Motorische vaardigheden
Signaleren van motorische achterstanden mbv motorische testen:
- Athletic Skill Track (AST) ‘MQ scan’
- Körperkoordinationstest für Kinder (KTK)
- Movement – Assesment Battery for Children (M-ABC)
- Leerlingvolgsysteem (LVS)