Hoofdstuk 3: De Tweede Wereldoorlog
3.3: Bezet Nederland
Fase 1: wederzijdse welwillendheid
Mei 1940 – begin 1941
Duitse doelen in Nederland:
1) Gelijkschakeling: censuur en propaganda;
2) Nederland in dienst van de Duitse oorlog: voedselbonnen;
3) Begin met afzondering van Joden: aparte wijken.
Fase 2: anti-Duitse stemming en toenemende dwang
1941 – voorjaar 1943 Duitsers maken meer jacht op Joden (razzia)
Willen dat de Joden in de oorlogsindustrie gaan werken
De Nederlandse bevolking protesteert
25 februari 1941 Februaristaking: grote verzetsactie tegen de Duitse bezetting
Oorzaak Februaristaking:
1) Razzia’s in Amsterdam nadat een NSB’er was vermoord
Gevolgen Februaristaking:
1) Verplichte dwangarbeid;
2) Deportatie van Joden;
3) Jodenster op de kleding van Joden;
4) Meer NSB’ers in het bestuur.
Fase 3: groeiende conflicten
Voorjaar 1943 – herfst 1944 Duitsland wil meer arbeiders
Krijgsgevangenen, maar dat is tegen het oorlogsrecht
1943 stakingen (worden hard neergeslagen)
Gevolgen van de stakingen:
1) Politiestandrecht: alle vormen van verzet mag aangepakt worden;
2) Duitsers onderdrukken verzet met geweld: verzet groeit hardere onderdrukking;
3) Voltooiing deportatie van Joden.
Fase 4: totale ontregeling van de samenleving
Herfst 1944 – mei 1945 bevrijding van Nederland
Stap 1: 1944 operatie Market Garden
Spoorwegstaking: hindert Duitse aanvoer, maar ook voedsel
Gevolgen:
1. Oktober 1944 Zuid-Nederland bevrijd;
2. Hongerwinter;
3. Meer razzia’s.
Stap 2: april 1945 Oost- en Noord-Nederland bevrijd
Westen blijft bezet
5 mei 1945 Duitse leger capituleert
Gevolgen:
1) Bijltjesdag: bestraffing van collaborateurs;
2) Terugkeer van vluchtelingen;
3) Babyboom.
3.4: De Holocaust
Fase 1: pesten en vernederen
1933 Joodse Boycot (grootschalige boycot tegen Joodse winkels, dokters en advocaten)
1935 Neurenberg rassenwetten (eerste antisemitische wetten)
1938 Kristallnacht (discriminatie slaat om in geweld)
Fase 2: vervolging
3.3: Bezet Nederland
Fase 1: wederzijdse welwillendheid
Mei 1940 – begin 1941
Duitse doelen in Nederland:
1) Gelijkschakeling: censuur en propaganda;
2) Nederland in dienst van de Duitse oorlog: voedselbonnen;
3) Begin met afzondering van Joden: aparte wijken.
Fase 2: anti-Duitse stemming en toenemende dwang
1941 – voorjaar 1943 Duitsers maken meer jacht op Joden (razzia)
Willen dat de Joden in de oorlogsindustrie gaan werken
De Nederlandse bevolking protesteert
25 februari 1941 Februaristaking: grote verzetsactie tegen de Duitse bezetting
Oorzaak Februaristaking:
1) Razzia’s in Amsterdam nadat een NSB’er was vermoord
Gevolgen Februaristaking:
1) Verplichte dwangarbeid;
2) Deportatie van Joden;
3) Jodenster op de kleding van Joden;
4) Meer NSB’ers in het bestuur.
Fase 3: groeiende conflicten
Voorjaar 1943 – herfst 1944 Duitsland wil meer arbeiders
Krijgsgevangenen, maar dat is tegen het oorlogsrecht
1943 stakingen (worden hard neergeslagen)
Gevolgen van de stakingen:
1) Politiestandrecht: alle vormen van verzet mag aangepakt worden;
2) Duitsers onderdrukken verzet met geweld: verzet groeit hardere onderdrukking;
3) Voltooiing deportatie van Joden.
Fase 4: totale ontregeling van de samenleving
Herfst 1944 – mei 1945 bevrijding van Nederland
Stap 1: 1944 operatie Market Garden
Spoorwegstaking: hindert Duitse aanvoer, maar ook voedsel
Gevolgen:
1. Oktober 1944 Zuid-Nederland bevrijd;
2. Hongerwinter;
3. Meer razzia’s.
Stap 2: april 1945 Oost- en Noord-Nederland bevrijd
Westen blijft bezet
5 mei 1945 Duitse leger capituleert
Gevolgen:
1) Bijltjesdag: bestraffing van collaborateurs;
2) Terugkeer van vluchtelingen;
3) Babyboom.
3.4: De Holocaust
Fase 1: pesten en vernederen
1933 Joodse Boycot (grootschalige boycot tegen Joodse winkels, dokters en advocaten)
1935 Neurenberg rassenwetten (eerste antisemitische wetten)
1938 Kristallnacht (discriminatie slaat om in geweld)
Fase 2: vervolging