Hoofdstuk 7: mens en milieu
7.1 De mens en het milieu
Afhankelijk van het milieu
Voorbeelden van manieren waarop de mens
afhankelijk is van het milieu:
Voedsel;
Zuurstof;
Water;
Energie;
Grondstoffen;
Plaats voor recreatie.
Invloeden op het milieu
De mens kan het milieu veranderen door:
Stoffen aan het milieu te onttrekken,
wat leidt tot uitputting.
Stoffen aan het milieu toevoegen,
wat leidt tot vervuiling.
Oorzaken van milieuproblemen:
De bevolkingstoename: er is steeds meer ruimte nodig voor woningen, vervoer en
landbouw.
De veranderde manier van leven: er is veel chemische industrie, veel machines en
apparaten en er is meer vervoer.
Gevolgen van milieuproblemen:
Energievoorraden raken uitgeput;
Afvalstoffen vervuilen het milieu;
Meer landbouw grote stukken natuur verdwijnen;
De biodiversiteit (variatie aan soorten in de natuur) neemt af: veel soorten zijn uitgestorven
of worden met uitsterven bedreigd.
Herintroductie is het terugbrengen van een dier- of plantensoort in een land.
7.2 Energie
Fossiele brandstoffen
Fossiele brandstoffen zijn miljoenen jaren geleden ontstaan uit resten van dode planten en dieren.
De energie in fossiele brandstoffen komt van de zon. Bij de verbranding van fossiele brandstoffen
komt energie vrij. De bekendste en meest gebruikte fossiele brandstoffen zijn aardgas, aardolie en
steenkool.
Voordelen van fossiele brandstoffen:
De winning is goedkoop;
Gemakkelijk te verbruiken en te vervoeren.
Nadelen van fossiele brandstoffen:
Bij de verbranding ontstaan CO2 en andere afvalstoffen;
CO2 is een oorzaak van de opwarming van de aarde;
Fossiele brandstoffen raken op.
Kernenergie
Kernenergie komt vrij bij het splitsen van atoomkernen van uranium. Kernenergie wordt gebruikt om
elektriciteit op te wekken.
Voordelen van kernenergie:
Er kan veel elektriciteit mee worden opgewekt;
Geen luchtverontreiniging;
Geen CO2.
Nadelen van kernenergie:
Er ontstaat radioactief afval;
7.1 De mens en het milieu
Afhankelijk van het milieu
Voorbeelden van manieren waarop de mens
afhankelijk is van het milieu:
Voedsel;
Zuurstof;
Water;
Energie;
Grondstoffen;
Plaats voor recreatie.
Invloeden op het milieu
De mens kan het milieu veranderen door:
Stoffen aan het milieu te onttrekken,
wat leidt tot uitputting.
Stoffen aan het milieu toevoegen,
wat leidt tot vervuiling.
Oorzaken van milieuproblemen:
De bevolkingstoename: er is steeds meer ruimte nodig voor woningen, vervoer en
landbouw.
De veranderde manier van leven: er is veel chemische industrie, veel machines en
apparaten en er is meer vervoer.
Gevolgen van milieuproblemen:
Energievoorraden raken uitgeput;
Afvalstoffen vervuilen het milieu;
Meer landbouw grote stukken natuur verdwijnen;
De biodiversiteit (variatie aan soorten in de natuur) neemt af: veel soorten zijn uitgestorven
of worden met uitsterven bedreigd.
Herintroductie is het terugbrengen van een dier- of plantensoort in een land.
7.2 Energie
Fossiele brandstoffen
Fossiele brandstoffen zijn miljoenen jaren geleden ontstaan uit resten van dode planten en dieren.
De energie in fossiele brandstoffen komt van de zon. Bij de verbranding van fossiele brandstoffen
komt energie vrij. De bekendste en meest gebruikte fossiele brandstoffen zijn aardgas, aardolie en
steenkool.
Voordelen van fossiele brandstoffen:
De winning is goedkoop;
Gemakkelijk te verbruiken en te vervoeren.
Nadelen van fossiele brandstoffen:
Bij de verbranding ontstaan CO2 en andere afvalstoffen;
CO2 is een oorzaak van de opwarming van de aarde;
Fossiele brandstoffen raken op.
Kernenergie
Kernenergie komt vrij bij het splitsen van atoomkernen van uranium. Kernenergie wordt gebruikt om
elektriciteit op te wekken.
Voordelen van kernenergie:
Er kan veel elektriciteit mee worden opgewekt;
Geen luchtverontreiniging;
Geen CO2.
Nadelen van kernenergie:
Er ontstaat radioactief afval;