Verbanden en statistiek
Les 1
Dublin-descriptoren:
- Kennis en inzicht + toepassen daarvan.
- Oordeelsvorming. Interpreteren vanuit gegevens.
- Communicatie. Overbrengen.
Centrummaten: gemiddelde, gewogen gemiddelde, modus en mediaan.
Gemiddelde = alle getallen bij elkaar optellen en delen door het aantal
getallen.
Gewogen gemiddelde = als de getallen niet allemaal even zwaar
meetellen. (Wanneer het getal bijvoorbeeld 3 keer voorkomt heet ‘3’ de
weegfactor of het gewicht)
Modus = de waarneming die het vaakst voorkomt. (Wordt ook wel het
modale cijfer genoemd)
Mediaan = het middelste getal, als de getallen op volgorde van klein naar
groot staan. (Bij een even aantal getallen, mediaan = het gemiddelde van
de middelste twee getallen)
Les 2
Soorten diagrammen:
1. Beelddiagram.
Staafdiagram met plaatjes erbij.
2. Lijndiagram.
Vaak horizontaal; tijd en verticaal; aantal.
Vaak worden punten verbonden, maar dit is niet altijd zinvol:
Discreet = alleen data op de punten. (De tijd digitaal. Stapjes nemen)
Continu = ook de tussenliggende waarden zijn zinvol. (Een secondewijzer
die in een vloeiende beweging doorgaat. Zonder stapjes)
Bevolking van Nederland. Discreet (per dag gemeten) en continu
(tussenliggende waarden hebben betekenis).
3. Cirkeldiagram. (+ legenda)
Wordt gebruikt om een onderverdeling weer te geven.
4. (Samengesteld) staafdiagram.
Staven staan los van elkaar.
5. Histogram.
Hoort bij een frequentietabel. Staven aan elkaar vast.
Termen: klassenbreedte, klassengrenzen en klassenmiddens.
6. Steelbladdiagram. (Stengelbladdiagram)
Leeftijd leraren Voorbeeld. ALTIJD benamingen erbij zetten.
1|8 18
2|001 20 20 21
3|0289 Etc.
Les 1
Dublin-descriptoren:
- Kennis en inzicht + toepassen daarvan.
- Oordeelsvorming. Interpreteren vanuit gegevens.
- Communicatie. Overbrengen.
Centrummaten: gemiddelde, gewogen gemiddelde, modus en mediaan.
Gemiddelde = alle getallen bij elkaar optellen en delen door het aantal
getallen.
Gewogen gemiddelde = als de getallen niet allemaal even zwaar
meetellen. (Wanneer het getal bijvoorbeeld 3 keer voorkomt heet ‘3’ de
weegfactor of het gewicht)
Modus = de waarneming die het vaakst voorkomt. (Wordt ook wel het
modale cijfer genoemd)
Mediaan = het middelste getal, als de getallen op volgorde van klein naar
groot staan. (Bij een even aantal getallen, mediaan = het gemiddelde van
de middelste twee getallen)
Les 2
Soorten diagrammen:
1. Beelddiagram.
Staafdiagram met plaatjes erbij.
2. Lijndiagram.
Vaak horizontaal; tijd en verticaal; aantal.
Vaak worden punten verbonden, maar dit is niet altijd zinvol:
Discreet = alleen data op de punten. (De tijd digitaal. Stapjes nemen)
Continu = ook de tussenliggende waarden zijn zinvol. (Een secondewijzer
die in een vloeiende beweging doorgaat. Zonder stapjes)
Bevolking van Nederland. Discreet (per dag gemeten) en continu
(tussenliggende waarden hebben betekenis).
3. Cirkeldiagram. (+ legenda)
Wordt gebruikt om een onderverdeling weer te geven.
4. (Samengesteld) staafdiagram.
Staven staan los van elkaar.
5. Histogram.
Hoort bij een frequentietabel. Staven aan elkaar vast.
Termen: klassenbreedte, klassengrenzen en klassenmiddens.
6. Steelbladdiagram. (Stengelbladdiagram)
Leeftijd leraren Voorbeeld. ALTIJD benamingen erbij zetten.
1|8 18
2|001 20 20 21
3|0289 Etc.