KANSARMOEDE
1. BEGRIPPENKADER
1. UNIVERSELE RECHTEN VAN DE MENS – ART 25
Artikel 25
“Een ieder heeft recht op een levensstandaard, die hoog genoeg is voor de gezondheid
en het welzijn van zichzelf en zijn gezin, waaronder inbegrepen voeding, kleding,
huisvesting en geneeskundige verzorging en de noodzakelijke sociale diensten, alsmede
het recht op voorziening in geval van werkloosheid, ziekte, invaliditeit, overlijden van de
echtgenoot, ouderdom of een ander gemis aan bestaansmiddelen, ontstaan ten gevolge
van omstandigheden onafhankelijk van zijn wil. (uvrm)”
2. DE ARMOEDE DREMPEL
Armoededrempel = inkomen dat iemand nodig heeft om te kunnen voorzien in
basisbehoeften, geen extra. (grens tussen armoede en welvaart) -> word per land
bepaald.
- kleding
- goed drinkwater
- voldoende voedsel
- goede huisvesting
- goed onderwijs en
- goede gezondheidszorg
3. WAT IS (KANS)ARMOEDE
o Armoede is meer dan financiële armoede.
o Kansarmoede gaat over sociale uitsluiting, die ervoor zorgen dat iemand wordt
bestempeld als een 'persoon die leeft in kansarmoede'.
o Deze uitsluitingen en mindere kansen strekken zich uit op diverse levensdomeinen
van gezondheid, huisvesting, onderwijs, werk en inkomen, deelnemen aan culturele
activiteiten, …
o Kloof met de gewone samenleving groeit en kan som niet meer zelfstandig overbrugt
worden.
o Kansarmoede is een toestand waarbij mensen beknot worden in hun kans om
voldoende deel te hebben aan maatschappelijk hooggewaardeerde goederen zoals
onderwijs, arbeid en huisvesting. Het gaat hierbij niet om een eenmalig feit maar om
een duurzame toestand die zich voordoet op verschillende terreinen, zowel materiële
als immateriële.
o Beperkte positie in de maatschappij
4. KINDERARMOEDE VERDIENT BIJZONDERE AANDACHT
o Intergenerationele armoedecyclus: kinderen die opgroeien in kansarmoede lopen een
verhoogd risico om zelf arm te worden.
o Kinderarmoede is een prioritair actiepunt in het Vlaamse beleid inzake
armoedebestrijding.
o Noodzakelijk om in te zetten op de verschillende domeinen.
o Een grondrechtschending volgens Universele rechten van het kind
o Kinderarmoede ≠ enkel onderwijskansen / kinderopvang
o Kinderarmoede =
- Monetaire armoede (sociaaleconomisch afhankelijk)
- Huisvesting
- Arbeidsmarkt
- Onderwijskansen
- Kinderopvang
, - Gezondheid
Het kinderrechtencommissariaat doet voorstel om kansarmoede en zijn gevolgen te
bestrijden in zes domeinen:
- Inkomen
- Wonen
- Kinderopvang
- Onderwijs
- Vrije tijd
- Gezondheid (“Een kinderrechtenkijk op kinderarmoede”, z.d.)
2. KANSARMOEDE IN CIJFERS
1. MAAR HOE WORD ARMOEDE NU GEMETEN?
2. HOE IS HET GESTELD MET DE ARMOEDE CIJFERS IN BELGIË?
- 14,8% - een risicogroep voor monetaire armoede (AROP).
- 12,4% - leeft in een huishouden met een lage werk intensiteit (LWI).
- 4,4% - geconfronteerd met materiële en sociale deprivatie (SMD).
o Mensen die te maken krijgen met minstens één van bovenstaande situaties, worden
beschouwd als risicogroep voor armoede of sociale uitsluiting.
o Voor 2019 gaat het om 19,5% van de bevolking.
o En 19,3% van de Belgische bevolking ervaart op het einde van de maand
moeilijkheden om de eindjes aan elkaar te knopen.
3. KENMERKEN VAN KANSARMOEDE
1. MULTI COMPLEXE PROBLEMATIEK
2. GEVOELENS VAN MACHTELOOSHEID
o Ze hebben het gevoel dat ze er zelf weinig aan kunnen
veranderen.
o Ervaren een zwakke positie in de maatschappij en zien de maatschappij en zijn
vertegenwoordigers hiervoor verantwoordelijk.
o Opvoeding speelt belangrijke rol: autoritaire opvoedingsstijl (geen uitleg waarom
straf) zorgt voor de controlerende en afwijzende houding. -> emotioneel
gezinsklimaat waarbij de interne beheersing eerder afzwakt.
o Gevoel van geen grip op eigen leven hebben word steeds versterkt.
o Circulair proces vanaf geboorte in het gezin, leidt tot gevoel van machteloosheid.
3. GEVOELENS VAN WANTROUWEN
o Missen van gezonde hechting
o Geen gevoel van basisveiligheid of basisvertrouwen
o Gevolg: Latere leeftijd: ambivalente gevoelens van aantrekken en afstoten
1. BEGRIPPENKADER
1. UNIVERSELE RECHTEN VAN DE MENS – ART 25
Artikel 25
“Een ieder heeft recht op een levensstandaard, die hoog genoeg is voor de gezondheid
en het welzijn van zichzelf en zijn gezin, waaronder inbegrepen voeding, kleding,
huisvesting en geneeskundige verzorging en de noodzakelijke sociale diensten, alsmede
het recht op voorziening in geval van werkloosheid, ziekte, invaliditeit, overlijden van de
echtgenoot, ouderdom of een ander gemis aan bestaansmiddelen, ontstaan ten gevolge
van omstandigheden onafhankelijk van zijn wil. (uvrm)”
2. DE ARMOEDE DREMPEL
Armoededrempel = inkomen dat iemand nodig heeft om te kunnen voorzien in
basisbehoeften, geen extra. (grens tussen armoede en welvaart) -> word per land
bepaald.
- kleding
- goed drinkwater
- voldoende voedsel
- goede huisvesting
- goed onderwijs en
- goede gezondheidszorg
3. WAT IS (KANS)ARMOEDE
o Armoede is meer dan financiële armoede.
o Kansarmoede gaat over sociale uitsluiting, die ervoor zorgen dat iemand wordt
bestempeld als een 'persoon die leeft in kansarmoede'.
o Deze uitsluitingen en mindere kansen strekken zich uit op diverse levensdomeinen
van gezondheid, huisvesting, onderwijs, werk en inkomen, deelnemen aan culturele
activiteiten, …
o Kloof met de gewone samenleving groeit en kan som niet meer zelfstandig overbrugt
worden.
o Kansarmoede is een toestand waarbij mensen beknot worden in hun kans om
voldoende deel te hebben aan maatschappelijk hooggewaardeerde goederen zoals
onderwijs, arbeid en huisvesting. Het gaat hierbij niet om een eenmalig feit maar om
een duurzame toestand die zich voordoet op verschillende terreinen, zowel materiële
als immateriële.
o Beperkte positie in de maatschappij
4. KINDERARMOEDE VERDIENT BIJZONDERE AANDACHT
o Intergenerationele armoedecyclus: kinderen die opgroeien in kansarmoede lopen een
verhoogd risico om zelf arm te worden.
o Kinderarmoede is een prioritair actiepunt in het Vlaamse beleid inzake
armoedebestrijding.
o Noodzakelijk om in te zetten op de verschillende domeinen.
o Een grondrechtschending volgens Universele rechten van het kind
o Kinderarmoede ≠ enkel onderwijskansen / kinderopvang
o Kinderarmoede =
- Monetaire armoede (sociaaleconomisch afhankelijk)
- Huisvesting
- Arbeidsmarkt
- Onderwijskansen
- Kinderopvang
, - Gezondheid
Het kinderrechtencommissariaat doet voorstel om kansarmoede en zijn gevolgen te
bestrijden in zes domeinen:
- Inkomen
- Wonen
- Kinderopvang
- Onderwijs
- Vrije tijd
- Gezondheid (“Een kinderrechtenkijk op kinderarmoede”, z.d.)
2. KANSARMOEDE IN CIJFERS
1. MAAR HOE WORD ARMOEDE NU GEMETEN?
2. HOE IS HET GESTELD MET DE ARMOEDE CIJFERS IN BELGIË?
- 14,8% - een risicogroep voor monetaire armoede (AROP).
- 12,4% - leeft in een huishouden met een lage werk intensiteit (LWI).
- 4,4% - geconfronteerd met materiële en sociale deprivatie (SMD).
o Mensen die te maken krijgen met minstens één van bovenstaande situaties, worden
beschouwd als risicogroep voor armoede of sociale uitsluiting.
o Voor 2019 gaat het om 19,5% van de bevolking.
o En 19,3% van de Belgische bevolking ervaart op het einde van de maand
moeilijkheden om de eindjes aan elkaar te knopen.
3. KENMERKEN VAN KANSARMOEDE
1. MULTI COMPLEXE PROBLEMATIEK
2. GEVOELENS VAN MACHTELOOSHEID
o Ze hebben het gevoel dat ze er zelf weinig aan kunnen
veranderen.
o Ervaren een zwakke positie in de maatschappij en zien de maatschappij en zijn
vertegenwoordigers hiervoor verantwoordelijk.
o Opvoeding speelt belangrijke rol: autoritaire opvoedingsstijl (geen uitleg waarom
straf) zorgt voor de controlerende en afwijzende houding. -> emotioneel
gezinsklimaat waarbij de interne beheersing eerder afzwakt.
o Gevoel van geen grip op eigen leven hebben word steeds versterkt.
o Circulair proces vanaf geboorte in het gezin, leidt tot gevoel van machteloosheid.
3. GEVOELENS VAN WANTROUWEN
o Missen van gezonde hechting
o Geen gevoel van basisveiligheid of basisvertrouwen
o Gevolg: Latere leeftijd: ambivalente gevoelens van aantrekken en afstoten
