(A) <Edit, options> vervolgens het tabblad Viewer vink je de optie aan ‘Display commands in the
log’ (links onder in venster). Hiermee zorg je ervoor dat de commando’s die je via het syntax-venster
geeft, ook worden weergegeven in de SPSS-output. Druk nog niet op OK of Apply
(B) In het tabblad Output activeer je vier verschillende opties. Bij de eerste (Outline labeling) en derde
(Pivot table labeling) kies je voor ‘Names and Labels’; bij de tweede (Variable values in item labels)
en vierde (Variable values in labels) kies je voor ‘Values and labels’.
(C) In het tabblad General vink je rechts onderaan tenslotte aan ‘Scroll to new output’.
(D) Via achtereenvolgens en activeer je dit
Pearson:
< analyze, correlate, bivariate>
- Variabelen selecteren en in de box Variables plaatsen, instellingen staan standaard op Pearson
- ‘Test of significance’ blijft op ‘Two-tailed’
- Ook flag significant correlations moet aan staan
- Bij correlation kijken -> Staat er een min teken voor-> negatief verband,
- Vuistregel van de r (effectgrootte):
0,1 -> zwak verband
0,3 -> gemiddeld verband
0,5 -> sterk verband
>> Er is sprake van een negatief verband tussen het aantal gereden kilometers en opleidingsniveau.
Des te hoger de opleiding des te minder kilometers rijdt men (rS = -0.67, p<0.05)
Spearman:
< analyze, correlate, bivariate>
- vink bij Correlation coefficient’ , Spearman aan en vink Pearson uit.
- Bij correlation kijken -> Staat er een min teken voor-> negatief verband,
- Vuistregel van de r (effectgrootte):
0,1 -> zwak verband
0,3 -> gemiddeld verband
0,5 -> sterk verband
>> Er wordt een negatief verband gevonden tussen het aantal gereden kilometers en het aantal
ongelukken. Hoe meer kilometers iemand gereden heeft, hoe meer ongelukken deze persoon heeft
meegemaakt (r = -0.77, p<0.05)