Bouw en werking (C1)
Computertomografie (CT) is een vorm van medische beeldvorming waarbij je met röntgenstralen een
3D beeld maakt van een bepaald deel van het lichaam. Tomos is latijn voor doorsnijden.
Bouw
Een CT-scan bevat een röntgenbuis, een detector en een generator. De röntgenbuis en de detector
draaien rond de patiënt heen, dit noem je een spiraal-CT.
Geschiedenis CT
- 1ste Generatie: Translatie – rotatie single detector + Pencil
Beam.
- 2de Generatie: Translatie – rotatie meerdere detectors +
Fan-shaped Beam.
- 3de Generatie: Rotatie – rotatie detector rij (array) + Fan-
shaped Beam.
- 4de Generatie: Rotatie – vast, vaste ring met detectoren +
Fan-shaped Beam.
De 4de generatie was te duur dus er was een doorontwikkeling op
de 3de generatie. Er komt continu rotatie (spiraal CT). En doordat er
problemen waren met de draden die de CT voor stroom voorzien
wordt er nu gebruik gemaakt van een slipring. Hierbij wordt de energie en data overgedragen
wanneer de spiraal deze ring raakt. Dit gebeurt door middel van koolstof borstels. Dit zorgt voor
snellere rotatietijden. Wat voordeliger is voor de MBB’er en patiënt.
Hiervoor moeten we ook van een Fan beam naar een Cone beam gaan. De Fan beam is een
waaiervormige bundel. De Cone beam is een kegelvormige bundel. Hiermee kan je een
groter gedeelte in een keer scannen. Daarom hebben we nu de Multi Detector CT,
meerdere detectoren in de lengterichting van de patiënt. Bij een 64 slice CT
scanner, heb je 64 detectoren in de lengterichting van de patiënt. Dus je kunt 64
detectoren in een keer aanstralen door middel van deze Cone beam. Hoe meer
detectoren, hoe sneller het gaat. Je wilt in een zo kort mogelijke tijd zo veel
mogelijk kunnen scannen. Hoe korter de patiënt zijn adem in hoeft houden, hoe
veel minder je de patiënt hoeft te belasten, hoe minder dosis en hoeveel minder
contrastmiddel je hoeft te geven.
Detectoren
Een detectors is opgebouwd in 3 richtingen; x, y en z. De X en Y is de dwarsdoorsnede waar je
tegenaan kijkt, hier heb je honderden detector-elementen. De Z is de lengterichting van de
patiënt, hier heb je meerdere detector rijen. In de afbeelding zie je dus een 4 slice detector.
, Je hebt 2 verschillende detectoren:
Matrix array detector (meest voorkomend, rechts)
- Elementen van gelijke (uniforme) grootte.
- De elementen kun je samenvoegen.
- Ook wel fixed array/linear array genoemd.
- Meest gebruikt bij systemin vanaf 64-slice.
Adaptive array detector (onderste)
- Elementen met variabel (niet uniforme) grootte.
- In het midden van de detectorkleine elementen.
- Naar buiten toe grotere elementen.
De keuzes die bij een CT-systeem gemaakt kunnen worden zijn afhankelijk van de detector die in het
systeem aanwezig is. Je kan dus niet met een 16-slice detector systeem een collimatie van 64x0,25
mm kiezen.
Collimatie (pre-patiënt collimation)
- Uit buisvenster tredende röntgenbundel wordt beperkt door het diafragma.
- Bepaald in de z-richting hoeveel detector-rijen aangestraald worden.
- Hoeveel detector elementen aanstralen, wordt binnen CT collimatie genoemd.
o 64x0,625 = 64 slices met een detector grootte van 0,625mm
Beeldopbouw
Een CT-beeld wordt op dezelfde manier in elkaar gezet als een
SPECT. Vanuit elk punt dat de CT scant ziet die het beeld op een andere manier,
een profiel. Deze profielen worden in synogrammen opgeslagen als ruwe
data. Deze ruwe data worden vervolgens met iteratie omgezet naar een
beeld. Met behulp van de Hounsfield Unit (HU) worden in verschillende
richtingen de absorptiewaarden van de voxels berekend. Dit vormt
uiteindelijk het beeld. Ook kun je gebruik maken van (filtered)
backprojection, maar dit gaat ten koste van de resolutie.
Acquisitie (W1)
De patiënt hoeft niet nuchter te zijn voor het onderzoek. Voor het onderzoek van CT
krijg je een infuus aangelegd, via dit infuus wordt het contrastvloeistof gespoten.
Patiënt positionering
- Feet first
- Head first
- Prone (buikligging)
- Supine (rugligging)
Bij een CT moet je ook bij bepaalde onderzoeken een ademcommando geven. Bij een CT van de
thorax is het ademcommando bijvoorbeeld inspiratie.
BMH