Aristoteles (ca. 384-322 v. Chr.) over de ziel en het verschil tussen mensen en dieren:
• alle levende wezens bezitten een ziel (als in: levenskracht)
• alle organismen nemen waar en nemen voedsel tot zich
• dieren en mensen hebben bovendien het vermogen om zich voort te bewegen
• mensen hebben bovendien het vermogen tot denken
• Het doel is ‘gelukzalig’ worden; je talenten ten volste benutten
René Descartes (1596-1650)
over de ziel en het verschil tussen mensen en dieren:
• mensen hebben een ziel.
• dieren hebben geen ziel. Het zijn een soort machines van vlees en bloed.
• Emoties zijn onderdeel van de ziel / uiting van het zielenleven.
• dus… mensen hebben emoties, dieren niet.
• dieren voelen dus geen pijn.
Mens is een verstandelijk vermogen, een rede voorzien dier
• Praktische rede: vermogen om met jezelf te overleggen, bewust over handeling na te denken
(handelen)
• Theoretische rede: vermogen om verklaringen te beredeneren of herleiden (kennen en
weten / redeneren en overtuigen)
• De mens is reflectief en reflexief: hij kan denken en handelen (reflectief) én hij kan denken
over zijn denken (reflexief).
Wat maakt jouw tot wie je bent?
Nature (genetische eigenschappen):
• Ik ben ‘geprogrammeerd’ door mijn genen.
Nurture (opvoeding en cultuur):
• Ik ben ‘geprogrammeerd’ door mijn opvoeding
• Ik ben ‘geprogrammeerd’ door de omringende cultuur, opvoeding en tradities die precies
vertellen en voorschrijven hoe ik moet denken en te handelen
Filosofie
De Griekse oudheid
• De filosofie komt voort uit een breuk met de traditie van mythologische verklaringen.
, • Al vanaf ca. 600 v. Chr.
• Invloedrijke Griekse filosofen:
Socrates (469-399 v.Chr)
Plato (427-348 v.Chr.),
Aristoteles (384-322 v.C.)
Belangrijke periodes
• 500 vC – 300 vC: Griekse filosofie: Kosmos
• 500 – 1500: Christelijke filosofie: God
• 1700 – heden: Verlichting de mens moet zélf denken
• Moderne filosofie: Mens en Zijn
• Postmoderne filosofie: Einde Grote Verhalen
De Kantiaanse vragen
Immanuel Kant (1724-1804) formuleerde drie kernvragen voor de filosofie:
- Wat kan ik weten?
- Wat moet ik doen?
- Wat mag ik hopen?
Later voegde hij een vierde toe:
- Wat is de mens?
De vraag naar de mens sluit volgens Kant de andere drie vragen in.
• Socrates: “Het begin van alle filosofie is verwondering”
• Socrates: “Een niet onderzocht leven is het niet waard om geleefd te worden”
• Immanuël Kant: “Denk zelf”
Waarheidsbevinding en empririsch onderzoek
• Empire: de ervaring, kennis komt voort uit zintuigen
• Ratio: verstand, ware kennis komt voort uit de rede
Sociale filosofie
Sociale filosofie = nadenken over de (ideale) samenleving
Vrijheid en macht
• Sociale wetenschappen zijn descriptief =beschrijven een samenleving
• Sociale filosofie is normatief = doet uitspraken over hoe we als samenleving op basis van
waarden en normen samen willen leven (de ideale samenleving?)