Economie lesbrief vraag en aanbod
Hoofdstuk 1
Soorten markten
Op een concrete markt komen vragers en aanbieders op bepaalde tijden direct met elkaar in contact.
Zoals, rommelmarkten. In de economie wordt er gekeken naar abstracte markten: het geheel van
vraag en aanbod van een bepaald product. Bijvoorbeeld, oliemarkt of computermarkt. Wel is het zo
dat een abstracte markt vaak is opgebouwd uit zeer veel kleine concrete markten; winkels
bijvoorbeeld. Voor elk product is er in principe een markt.
Een markt brengt de vragers en aanbieders van een product bij elkaar. Een andere belangrijke functie
van een markt is de prijsvorming. Op een markt komt een bepaalde prijs tot stand.
Econome onderscheiden verschillende markten:
Goederen/dienstenmarkt
Arbeidsmarkt
Vermogensmarkt
Valutamarkt
De kleding markt is een voorbeeld van een goederenmarkt, iedereen heeft kleding nodig. Het
winkelend publiek is de vrager en de kledingzaken/producenten zijn de aanbieders.
Hoofdstuk 2
De vraag naar EasyBlue spijkerbroek
Ilse is opzoek naar een spijkerbroek dus gaat naar de kledingzaak JeansCenter. Daar valt haar oog op
de EasyBlue spijkerbroekenmerk. Daar wil ze er wel een paar van hebben. Hoeveel ze er koopt ligt
aan hoed duur de broeken zijn. Dat is betalingsbereidheid. Ook weer te geven in een functie.
Qv=aP+b
Dit kan weergegeven worden i een grafiek. Op de horizontale as staat de gevraagde hoeveelheid en
op de verticale as de prijs. Die lijn die we gaan tekenen is de individuele vraaglijn.
Betalingsbereidheid wordt niet alleen beïnvloed door de prijs; ook door voorkeur, besteedbaar
inkomen en de prijs van andere producten.
Verschuiving over of langs de vraaglijn.
Een (collectieve) vraaglijn geeft het verband weer tussen de prijs van een product en de vraag naar
dat product. Dit op voorwaarde dat alle andere factoren die van invloed zijn op de vraag naar het
product zoals het inkomen, de prijs van andere producten,
de voorkeur, etc. niet veranderen. Als alle andere factoren
die de vraag beïnvloeden constant blijven, noemen we dat
de ceteris paribus voorwaarde.
Als de prijs van een product verandert, verandert de
vraaglijn niet. Er vindt dan een verschuiving plaats over
(langs) de vraaglijn. Er is daarbij sprake van een negatief
verband. Als de prijs stijgt, daalt de vraag en als de prijs
daalt, stijgt de vraag.
, Verschuiving van de vraaglijn
Als de voorkeur naar een bepaald product toeneemt, als het inkomen stijgt, als de prijzen van andere
producten (substituten) stijgen, verschuift de (collectieve) vraaglijn van dat product naar rechts.
Als de voorkeur naar een bepaald product afneemt, als het inkomen daalt, als de prijzen van andere
producten (substituten) dalen, verschuift de (collectieve) vraaglijn van dat product naar links.
Van individuele vraaglijn naar collectieve vraaglijn
De collectieve vraagvergelijking geeft het
verband weer tussen de prijs van een
product en de totale vraag naar dat
product. De collectieve vraaglijn is de
grafische weergave daarvan. De
collectieve vraaglijn is samen te stellen
uit meerdere individuele vraaglijnen
door bij elke prijs de individuele
hoeveelheden op te tellen (horizontaal
optellen).
Hoe sterk reageert de vraag naar spijkerbroeken op een prijsverandering.
De prijselasticiteit van de vraag (Ev) geeft aan hoe sterk de vraag reageert op een prijsverandering.
De prijs elasticiteit wordt als volgt berekend:
Procentuele verandering van de gevraagde hoeveelheid (gevolg)
Ev = —————————————————————————————–
Procentuele verandering van de prijs (oorzaak)
Bij een elasticiteit staat de oorzaak (de actie) in de noemer en het gevolg (de reactie) in de teller.
Anders geschreven:
Actie (oorzaak -> x Ev = reactie (gevolg)
Procentuele verandering van de prijs -> x Ev = procentuele verandering van de
gevraagde hoeveelheid.
Welke informatie geeft de prijs elasticiteit
Met de prijselasticiteit van de vraag kunnen de gevolgen van prijsveranderingen voor afzet en omzet
berekend worden. Het is voor een bedrijf een instrument om te bepalen of hij er verstandig aan doet
om de prijs van een product te verhogen of verlagen. Door een prijsverandering kan de omzet
toenemen en dus meer winst opleveren. Een omzet daling en een lagere winst is ook mogelijk.
Het minteken bij de prijselasticiteit van de vraag (Ev) geeft een tegengesteld of negatief verband aan.
Als de prijs stijgt zal de gevraagde hoeveelheid dalen en als de prijs daalt zal de gevraagde
hoeveelheid stijgen. Het getal geeft aan of de verandering van de prijs sterk of zwak is. Bij een sterke
reactie is het getal groter dan 1 en bij een zwakke reactie is het getal kleiner dan 1. Je kijkt dan naar
de absolute waarde van de elasticiteit, dus los van het plusteken of minteken.
Is de absolute waarde groter dan 1, dan is de vraag elastisch. De procentuele vraagverandering is
groter dan de procentuele prijsverandering.
Is de absolute waarde kleiner dan 1, dan is de vraag inelastisch. De procentuele vraagverandering is
dan kleiner dan de procentuele prijsverandering.
De waarde van de prijselasticiteit van de vraag wordt niet alleen bepaald door het verschil in
koopgedrag van oudere en jongere consumenten. Ook de aard van het goed zelf leidt tot een verschil
in prijsgevoeligheid. Goederen die niet gemist kunnen worden, zijn primaire goederen of eerste
Hoofdstuk 1
Soorten markten
Op een concrete markt komen vragers en aanbieders op bepaalde tijden direct met elkaar in contact.
Zoals, rommelmarkten. In de economie wordt er gekeken naar abstracte markten: het geheel van
vraag en aanbod van een bepaald product. Bijvoorbeeld, oliemarkt of computermarkt. Wel is het zo
dat een abstracte markt vaak is opgebouwd uit zeer veel kleine concrete markten; winkels
bijvoorbeeld. Voor elk product is er in principe een markt.
Een markt brengt de vragers en aanbieders van een product bij elkaar. Een andere belangrijke functie
van een markt is de prijsvorming. Op een markt komt een bepaalde prijs tot stand.
Econome onderscheiden verschillende markten:
Goederen/dienstenmarkt
Arbeidsmarkt
Vermogensmarkt
Valutamarkt
De kleding markt is een voorbeeld van een goederenmarkt, iedereen heeft kleding nodig. Het
winkelend publiek is de vrager en de kledingzaken/producenten zijn de aanbieders.
Hoofdstuk 2
De vraag naar EasyBlue spijkerbroek
Ilse is opzoek naar een spijkerbroek dus gaat naar de kledingzaak JeansCenter. Daar valt haar oog op
de EasyBlue spijkerbroekenmerk. Daar wil ze er wel een paar van hebben. Hoeveel ze er koopt ligt
aan hoed duur de broeken zijn. Dat is betalingsbereidheid. Ook weer te geven in een functie.
Qv=aP+b
Dit kan weergegeven worden i een grafiek. Op de horizontale as staat de gevraagde hoeveelheid en
op de verticale as de prijs. Die lijn die we gaan tekenen is de individuele vraaglijn.
Betalingsbereidheid wordt niet alleen beïnvloed door de prijs; ook door voorkeur, besteedbaar
inkomen en de prijs van andere producten.
Verschuiving over of langs de vraaglijn.
Een (collectieve) vraaglijn geeft het verband weer tussen de prijs van een product en de vraag naar
dat product. Dit op voorwaarde dat alle andere factoren die van invloed zijn op de vraag naar het
product zoals het inkomen, de prijs van andere producten,
de voorkeur, etc. niet veranderen. Als alle andere factoren
die de vraag beïnvloeden constant blijven, noemen we dat
de ceteris paribus voorwaarde.
Als de prijs van een product verandert, verandert de
vraaglijn niet. Er vindt dan een verschuiving plaats over
(langs) de vraaglijn. Er is daarbij sprake van een negatief
verband. Als de prijs stijgt, daalt de vraag en als de prijs
daalt, stijgt de vraag.
, Verschuiving van de vraaglijn
Als de voorkeur naar een bepaald product toeneemt, als het inkomen stijgt, als de prijzen van andere
producten (substituten) stijgen, verschuift de (collectieve) vraaglijn van dat product naar rechts.
Als de voorkeur naar een bepaald product afneemt, als het inkomen daalt, als de prijzen van andere
producten (substituten) dalen, verschuift de (collectieve) vraaglijn van dat product naar links.
Van individuele vraaglijn naar collectieve vraaglijn
De collectieve vraagvergelijking geeft het
verband weer tussen de prijs van een
product en de totale vraag naar dat
product. De collectieve vraaglijn is de
grafische weergave daarvan. De
collectieve vraaglijn is samen te stellen
uit meerdere individuele vraaglijnen
door bij elke prijs de individuele
hoeveelheden op te tellen (horizontaal
optellen).
Hoe sterk reageert de vraag naar spijkerbroeken op een prijsverandering.
De prijselasticiteit van de vraag (Ev) geeft aan hoe sterk de vraag reageert op een prijsverandering.
De prijs elasticiteit wordt als volgt berekend:
Procentuele verandering van de gevraagde hoeveelheid (gevolg)
Ev = —————————————————————————————–
Procentuele verandering van de prijs (oorzaak)
Bij een elasticiteit staat de oorzaak (de actie) in de noemer en het gevolg (de reactie) in de teller.
Anders geschreven:
Actie (oorzaak -> x Ev = reactie (gevolg)
Procentuele verandering van de prijs -> x Ev = procentuele verandering van de
gevraagde hoeveelheid.
Welke informatie geeft de prijs elasticiteit
Met de prijselasticiteit van de vraag kunnen de gevolgen van prijsveranderingen voor afzet en omzet
berekend worden. Het is voor een bedrijf een instrument om te bepalen of hij er verstandig aan doet
om de prijs van een product te verhogen of verlagen. Door een prijsverandering kan de omzet
toenemen en dus meer winst opleveren. Een omzet daling en een lagere winst is ook mogelijk.
Het minteken bij de prijselasticiteit van de vraag (Ev) geeft een tegengesteld of negatief verband aan.
Als de prijs stijgt zal de gevraagde hoeveelheid dalen en als de prijs daalt zal de gevraagde
hoeveelheid stijgen. Het getal geeft aan of de verandering van de prijs sterk of zwak is. Bij een sterke
reactie is het getal groter dan 1 en bij een zwakke reactie is het getal kleiner dan 1. Je kijkt dan naar
de absolute waarde van de elasticiteit, dus los van het plusteken of minteken.
Is de absolute waarde groter dan 1, dan is de vraag elastisch. De procentuele vraagverandering is
groter dan de procentuele prijsverandering.
Is de absolute waarde kleiner dan 1, dan is de vraag inelastisch. De procentuele vraagverandering is
dan kleiner dan de procentuele prijsverandering.
De waarde van de prijselasticiteit van de vraag wordt niet alleen bepaald door het verschil in
koopgedrag van oudere en jongere consumenten. Ook de aard van het goed zelf leidt tot een verschil
in prijsgevoeligheid. Goederen die niet gemist kunnen worden, zijn primaire goederen of eerste
