Kwantitatieve practicumopdracht 2 - Schatten, toetsen en
samenhang tussen variabelen
Te bestuderen literatuur: De Vocht hoofdstuk: 10, 19, 21, 22, 25, 26, 32, 34, 35,
36 en de hoofdstukken van het vorige practicum
Om met de opdracht te kunnen beginnen moeten jullie databestand ‘veiligheid 2018
practicum2.sav’ en het syntaxbestand ‘syntax practicum2.sps’ van Canvas downloaden
en opslaan op je computer. In het syntaxbestand staan al SPSS commando’s die jullie
nodig hebben voor het trekken van steekproeven. Werk tijdens dit practicum in het
syntaxbestand dat je van Canvas hebt gedownload. Geef dit bestand een nieuwe naam
(syntax practicum2_studentnr.sps’).
Bestaande syntax venster gebruiken
Open SPSS en zorg ervoor dat de instelling van SPSS goed staan (zie oefening 2 van
het vorige practicum). Open daarna het syntaxbestand ‘practicum2.sps’ via <File,
Open, Syntax>. Klik hierna op <File, Open, Data, Paste> om het ‘GET FILE’-
commando voor ‘Veiligheid_practicum2 2018.sav’ in het syntaxvenster te plaatsen. Elk
keer als je nu een SPSS commando in de syntax <Paste> wordt het commando
onderaan in de syntax geplaatst. Je kunt de syntax op dezelfde manier bewerken als
de tekst in een Word document. Met behulp van <Knippen, Plakken> kun je de
SPSS commando’s verplaatsen. Ga naar je syntaxvenster. Daar zie je het ‘GET FILE’-
commando onderaan in het syntaxvenster staan. Gebruik <Knippen, Plakken> om
het commando bovenaan in het syntaxvenster te zetten en run het commando (alleen
het commando om het databestand te openen). Nu is het databestand geopend.
Zorg er weer voor dat het syntaxbestand overzichtelijk gestructureerd is: laat alleen
de commando’s die nodig zijn voor het beantwoorden van de opgaven staan en geef
voor elk commando duidelijk aan bij welke opdracht het commando hoort.
Opgave 1 Samenhang tussen angst voor inbraak en woonachting in Rotterdam
Beschrijvende statistiek leent zich niet alleen voor het beschrijven van variabelen in de
steekproef, zoals jullie bij practicum 1 hebben gedaan, maar kan ook gebruikt worden
om verbanden tussen twee of meerdere variabelen in de steekproef te beschrijven. Hier
beschrijven we een verband tussen ‘bang om slachtoffer van een inbraak te worden’ en
‘woonachtig in Rotterdam’.
Verbanden tussen twee variabelen, met een meetniveau lager dan interval, kunnen
weergegeven worden met een kruistabel. Een kruistabel kan opgevraagd worden
onder het hoofdmenu <Analyze> en het submenu <Descriptive Statistics>. Daar
kies je het commando <Crosstabs>. Selecteer de variabele ‘var6a’ als rijvariabele en
selecteer de variabele ‘var57’ als kolomvariabele. Klik op <Cells> en vink <Column>
aan onder <Percentages>.
A) Maak een kruistabel tussen de variabelen ‘bang voor inbraak’ en ‘woonachtig in
Rotterdam’, zoals hierboven uitgelegd is. In deze kruistabel moet je de mate van angst
voor inbraak af kunnen lezen bij studenten die in Rotterdam wonen en bij studenten die
buiten Rotterdam wonen. Het is belangrijk dat je in de tabel kunt aflezen hoeveel en
welk percentage, van de studenten die in Rotterdam wonen, een bepaalde mate van
angst voor inbraak heeft. Hetzelfde moet je kunnen aflezen voor de studenten die buiten
1
, Rotterdam wonen. Vul de percentages in tabel 1 in en geef tussen haakjes de absolute
waarden.
2
samenhang tussen variabelen
Te bestuderen literatuur: De Vocht hoofdstuk: 10, 19, 21, 22, 25, 26, 32, 34, 35,
36 en de hoofdstukken van het vorige practicum
Om met de opdracht te kunnen beginnen moeten jullie databestand ‘veiligheid 2018
practicum2.sav’ en het syntaxbestand ‘syntax practicum2.sps’ van Canvas downloaden
en opslaan op je computer. In het syntaxbestand staan al SPSS commando’s die jullie
nodig hebben voor het trekken van steekproeven. Werk tijdens dit practicum in het
syntaxbestand dat je van Canvas hebt gedownload. Geef dit bestand een nieuwe naam
(syntax practicum2_studentnr.sps’).
Bestaande syntax venster gebruiken
Open SPSS en zorg ervoor dat de instelling van SPSS goed staan (zie oefening 2 van
het vorige practicum). Open daarna het syntaxbestand ‘practicum2.sps’ via <File,
Open, Syntax>. Klik hierna op <File, Open, Data, Paste> om het ‘GET FILE’-
commando voor ‘Veiligheid_practicum2 2018.sav’ in het syntaxvenster te plaatsen. Elk
keer als je nu een SPSS commando in de syntax <Paste> wordt het commando
onderaan in de syntax geplaatst. Je kunt de syntax op dezelfde manier bewerken als
de tekst in een Word document. Met behulp van <Knippen, Plakken> kun je de
SPSS commando’s verplaatsen. Ga naar je syntaxvenster. Daar zie je het ‘GET FILE’-
commando onderaan in het syntaxvenster staan. Gebruik <Knippen, Plakken> om
het commando bovenaan in het syntaxvenster te zetten en run het commando (alleen
het commando om het databestand te openen). Nu is het databestand geopend.
Zorg er weer voor dat het syntaxbestand overzichtelijk gestructureerd is: laat alleen
de commando’s die nodig zijn voor het beantwoorden van de opgaven staan en geef
voor elk commando duidelijk aan bij welke opdracht het commando hoort.
Opgave 1 Samenhang tussen angst voor inbraak en woonachting in Rotterdam
Beschrijvende statistiek leent zich niet alleen voor het beschrijven van variabelen in de
steekproef, zoals jullie bij practicum 1 hebben gedaan, maar kan ook gebruikt worden
om verbanden tussen twee of meerdere variabelen in de steekproef te beschrijven. Hier
beschrijven we een verband tussen ‘bang om slachtoffer van een inbraak te worden’ en
‘woonachtig in Rotterdam’.
Verbanden tussen twee variabelen, met een meetniveau lager dan interval, kunnen
weergegeven worden met een kruistabel. Een kruistabel kan opgevraagd worden
onder het hoofdmenu <Analyze> en het submenu <Descriptive Statistics>. Daar
kies je het commando <Crosstabs>. Selecteer de variabele ‘var6a’ als rijvariabele en
selecteer de variabele ‘var57’ als kolomvariabele. Klik op <Cells> en vink <Column>
aan onder <Percentages>.
A) Maak een kruistabel tussen de variabelen ‘bang voor inbraak’ en ‘woonachtig in
Rotterdam’, zoals hierboven uitgelegd is. In deze kruistabel moet je de mate van angst
voor inbraak af kunnen lezen bij studenten die in Rotterdam wonen en bij studenten die
buiten Rotterdam wonen. Het is belangrijk dat je in de tabel kunt aflezen hoeveel en
welk percentage, van de studenten die in Rotterdam wonen, een bepaalde mate van
angst voor inbraak heeft. Hetzelfde moet je kunnen aflezen voor de studenten die buiten
1
, Rotterdam wonen. Vul de percentages in tabel 1 in en geef tussen haakjes de absolute
waarden.
2