Proeftentamen Eerste Hulp Bij
Ongelukken
Versie 10
Dit proeftentamen E.H.B.O. bestaat uit 14 meerkeuze
vragen. Lees deze vragen aandachtig door en
omcirkel op het antwoordenblad het juiste alternatief.
Veel succes toegewenst!
Vraag 1
Bij de nood vervoersgreep van Rautek brengt u beide onderarmen van het slachtoffer
horizontaal voor zijn borst en tilt u hem op door uw benen te strekken.
A juist
B onjuist
Vraag 2
Twee stellingen:
I Bij een tweedegraads brandwond is de brandplek zelf niet pijnlijk. maar de omgeving van de
brandplek wel.
II Als de huid van het slachtoffer rood, licht gezwollen en pijnlijk is, denkt U aan een
eerstegraads brandwond
Welke stelling is juist?
A alleen stelling I is juist
B alleen stelling II is juist
C beide stellingen zijn juist
D beide stellingen zijn onjuist
Vraag 3
Waarvan is de stoornis in de vitale functie( s) het gevolg bij een slachtoffer met een
doordringende borstwond?
A een geheel of gedeeltelijk afgesloten luchtweg
B een onvoldoende werking van het hart
C een gestoorde sturing vanuit de hersenen
D een onvoldoende werking van de longen
Vraag 4
Tijdens een reanimatie vertoont het slachtoffer tekenen van herstel/leven. Wat
is correct?
A u controleert het bewustzijn
B u controleert de bloedsomloop
C u controleert de ademhaling
D u controleert of het slachtoffer weer aanspreekbaar is
Vraag 5
Wat hoeft u bij een melding bij 1-1-2 niet te melden?
Ongelukken
Versie 10
Dit proeftentamen E.H.B.O. bestaat uit 14 meerkeuze
vragen. Lees deze vragen aandachtig door en
omcirkel op het antwoordenblad het juiste alternatief.
Veel succes toegewenst!
Vraag 1
Bij de nood vervoersgreep van Rautek brengt u beide onderarmen van het slachtoffer
horizontaal voor zijn borst en tilt u hem op door uw benen te strekken.
A juist
B onjuist
Vraag 2
Twee stellingen:
I Bij een tweedegraads brandwond is de brandplek zelf niet pijnlijk. maar de omgeving van de
brandplek wel.
II Als de huid van het slachtoffer rood, licht gezwollen en pijnlijk is, denkt U aan een
eerstegraads brandwond
Welke stelling is juist?
A alleen stelling I is juist
B alleen stelling II is juist
C beide stellingen zijn juist
D beide stellingen zijn onjuist
Vraag 3
Waarvan is de stoornis in de vitale functie( s) het gevolg bij een slachtoffer met een
doordringende borstwond?
A een geheel of gedeeltelijk afgesloten luchtweg
B een onvoldoende werking van het hart
C een gestoorde sturing vanuit de hersenen
D een onvoldoende werking van de longen
Vraag 4
Tijdens een reanimatie vertoont het slachtoffer tekenen van herstel/leven. Wat
is correct?
A u controleert het bewustzijn
B u controleert de bloedsomloop
C u controleert de ademhaling
D u controleert of het slachtoffer weer aanspreekbaar is
Vraag 5
Wat hoeft u bij een melding bij 1-1-2 niet te melden?
