Samenvatting verpleegkundige en medsiche kennis leerjaar 1 periode 1

Medische en verpleegkundige
kennis periode 1

,Week 1
Cellen moeten samenwerken en zijn gericht op homeostase
Homeostase een stabiel evenwicht in het interne milieu, bereikt met behulp van
regelmechanismen.
Hormonen spelen een regulerende rol. Je lichaam wordt in balans/evenwicht gehouden,
denk aan temperatuur en zuurstofgehalte en de ph van het bloed (zuurgraad). De zuurgraad
van het bloed is tussen 7,35 en 7,45.

Gezondheid
Het vermogen zich aan te passen en eigen regie te voeren, in het licht van de fysieke,
emotionele en sociale uitdagingen van het leven.

Draagkracht (wat je aankunt)Draaglast (wat je voor je kiezen krijgt)
Dit moet in balans zijn^
Als de last hoger wordt dan dat je kan dragen dan is er sprake van decompensatie.
Draagkracht
Wordt onder andere bepaald door:
 Aanleg (constitutie)
 Conditie
 Psychische en sociale factoren
Draaglast:
Kan endogeen zijn (van binnenuit) je hebt bijvoorbeeld aanleg voor een ziekte.
 Erfelijk
 Congenitaal
Kan exogeen zijn (van buitenaf) bijvoorbeeld straling.
 Fysisch (mechanisch, straling, thermisch, enzovoort)
 Chemisch (alcohol, roken, enzovoort)
 Microbiologisch (virus, bacterie, enzovoort)
 Immunologisch (hooikoorts, imuunziektes, eczeem, enzovoort)
 Voeding (tee weinig, te veel, ongebalanceerd)
 Psychosociaal (stress)
 ….
Ziekteoorzaken etiologie

Ziekteoorzaken endogeen
 Sommige zijn gelijk zichtbaar (bijvoorbeeld downsyndroom)
 Sommige ontwikkelen zich later (bijvoorbeeld PKU)




Ziekteoorzaken multifactoriële aandoeningen
Aandoeningen door optelsom van verschillende factoren
(bijv: osteoporose, maar ook kanker)

,  Genetisch
 Voeding
 Leeftijd
 Leefstijl


Wat is medische kennis?
 Anatomie  hoe zit her eruit?
 Fysiologie hoe werkt het?
 Pathologie (ziekteleer) waar gaat het mis?
 Farmacologie (geneesmiddelenleer) wat doen medicijnen
 Dit zijn vaktermen

Anatomie
 Anatemnein (Grieks)= ‘ontleden’ (dissectie)
 Ontleding leidt tot een preparaat (bijv. stuk van de lever)
 Preparaat wordt geconserveerd
 Systematiek van ontleding
- topografisch (regionaal)
- functioneel (systemisch)
 Macroscopische anatomie (je kijkt gewoon naar het lichaam)
 Microscopische anatomie:
- microscopische anatomie in ergere zin: weefsels t.o.v. elkaar
- histologie (weefselleer): cellen t.o.v. elkaar in een weefsel
- cytologie (celleer): afzonderlijke cel
 Embryologie

Fysiologie
De studie van het functioneren van het organisme m.b.v. natuurwetenschappelijke
methoden:
1. Fysiologische fysica= biofysica
2. Fysiologische chemie= biochemie

Homeostase: het constant houden van het milieu interieur
 Temperatuur
 Zuurgraad
 Zuurstof
 Ect



Pathologie (periode 2)
Als je weet hoe de normale bouw (anatomie) en de functie (fysiologie) in elkaar steekt, kun
je ook afleiden wat er gebeurt als hier iets mis is…
+ farmacologie

Organisatieniveaus

, Organisme orgaansysteem orgaan weefselcel organellen moleculen
molecuulanatoom

Organisme (mens) functiesystemen organen weefsels cellen moleculen
Bijvoorbeeld:
Organisme (mens) spijsverteringsstelsel darmen darmepitheel slijmbekercellen
enzymen

Histologie (weefselleer), cytologie (celleer)
Is belangrijk voor de diagnostiek, want waar gaat het fout.

Atomen en moleculen
Begrip van de kleinste deeltjes, atomen en moleculen, is onontbeerlijk om de fysiologie van
het menselijk lichaam te kunnen vatten.




Week 2
Ziektebeloop
Hoe ontwikkeld een ziekte zich in de tijd?