100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Correlationeel onderzoek - Kennismaking Met Onderzoeksmethoden En Statistiek () $5.74   Add to cart

Summary

Samenvatting Correlationeel onderzoek - Kennismaking Met Onderzoeksmethoden En Statistiek ()

 5 views  0 purchase
  • Course
  • Institution

Beknopte, overzichtelijke samenvatting van het onderdeel "correlationeel onderzoek" voor de cursus KOM.

Preview 3 out of 18  pages

  • October 10, 2022
  • 18
  • 2021/2022
  • Summary
avatar-seller
Correlationeel onderzoek
Doel correlationeel onderzoek:
> kijken we naar relaties of samenhang tussen eigenschappen

Bij een oorzaak > gevolg spreken we over causaliteit. Voordat iets een causaal verband
kan hebben moet het voldoen aan een aantal voorwaarden:
1. Covariance (covariantie)
Er moet een relatie zijn tussen de oorzaak en het gevolg.
2. Temporal precedence (volgorde in tijd)
De oorzaak moet in tijd voorafgaan aan het gevolg.
3. Internal validity (interne validiteit)
Alternatieve verklaringen voor de gevonden relatie moeten zijn uitgesloten.

> Doel is om te kunnen generaliseren naar een grotere groep. Om uitspraken te doen over
de populatie. Dat generaliseren noem je ook wel Inferentie.

Om te kunnen generaliseren is het belangrijk dat er een aselecte steekproef wordt
afgelegd, iedereen in de populatie heeft een kans (die groter is dan 0) om in de steekproef
opgenomen te worden.

Het hoeft niet dat de kans voor iedereen gelijk is.
Externe validiteit is altijd laag bij een selecte steekproef, je kan hierbij namelijk niet echt
generaliseren.
Aselecte steekproef:
> mensen worden geselecteerd op basis van willekeur
> steekproef moet representatief zijn voor de hele populatie
> generaliseren van steekproef naar populatie mogelijk
> hoge externe validiteit

Stap 2. Onderzoeksvragen
Onderzoeksvraag van een correlationeel onderzoek kun je herkennen aan de volgende
elementen:
PAC
- Population; groep waarin je geïnteresseerd bent. (Die de onderzoeker wil
onderzoeken)
- Association; (verband / relatie) de onderzoeker geeft aan wat voor soort relatie er
verwacht wordt, in ieder geval dat er een relatie wordt verwacht.
- Constructs; (theoretische begrippen) de kenmerken die de onderzoeker van de
mensen wil weten en meten en waartussen er een verband verwacht wordt.

Richting van de relatie bepaald hoe het verband eruit ziet. (bij association)
> Positief verband / stijgende relatie
> Negatief verband / dalende relatie

,Stap 3. Onderzoeksontwerp
Data kan op allerlei verschillende manieren
verzameld worden:
- Observatiestudies
- Bestaande gegevens/ big data
- Vragenlijsten (surveys)
etc.

1.Observatieonderzoek: Gegevens verzamelen door feitelijk gedrag te observeren:
kijken, luisteren, beoordelen
Toepassingen:
Antwoord geven op bijvoorbeeld een hoe- of waarom vraag
Hiermee kan je een onderwerp onderzoeken waar nog weinig over bekend is. Een
persoon/fenomeen in zijn of haar natuurlijke setting bestuderen

Kwantitatief vs kwalitatief onderzoek.
- Hoe vaak vindt er iets plaats?
Je hangt er woordelijk een interpretatie aan bij kwalitatief onderzoek, bij kwantitatief
onderzoek hang je er juist een getal aan.


2.Surveys: Vragenlijst/ enquête. Op papier, maar ook via internet of de telefoon.
Gebruikt om gedrag of opinies te meten
Groot voordeel van een survey is dat er meerdere vragen over hetzelfde onderwerp in staan.
Op deze manier worden verschillende aspecten van hetzelfde theoretische begrip gemeten.
Voorbeeld: Een IQ-test om intelligentie te meten

Een veel voorkomende meetschaal bij surveys is de Likert schaal. Veel onderzoekers
geven de antwoorden een numerieke waarde. Dus in het plaatje hieronder is het 1 t/m 5.
Hoge scoren komen dus overeen met veel agressie bijvoorbeeld.
Weinig agressie, lage score.




Wanneer de verschillende antwoorden worden samengevoegd, ontstaat een schaalscore.
Dit is interval meetschaal. Hiervoor was het ordinaal.

Om een theoretisch begrip te meten moeten de onderzoekers het hele operationele proces
doorlopen om iets meetbaar te maken.
Theoretisch begrip (construct)
↓ Conceptuele definitie: wat houd het in, wat voor dimensies?
↓ Operationele definitie: om het meetbaar te maken, hoe wordt het gemeten? (B.
vragenlijst)
= Variabel

, We onderscheiden 4 soorten meetniveaus:
1. nominaal meetniveau: Wanneer getallen geen hoeveelheden maar categorieën
vertegenwoordigen noemen we dit categorische variabelen. Hier zit geen ordening
in.

Wanneer er wel een getal een hoeveelheid aangeeft bij een variabelen (zoals 220 cm)
noemen we dit kwantitatieve variabelen.
Kwantitatieve variabelen kan je opdelen in de overige 3 meetniveaus:
2. Ordinaal meetniveau; Wanneer de getallen aangeven dat de ene waarde meer /
groter / hoger / sterker is dan een andere, maar niet met hoeveel.
(zoals; kledingmaat XS, S, M, L kan je niet kwantificeren)
3. Interval meetniveau; Wanneer de verschillen tussen getallen wel hetzelfde zijn,
Maar de waarde 0 (nul) is geen indicatie van de afwezigheid van de gemeten
variabele
De waarde 2 of 3 keer zo groot niet aangeeft dat het ook 2 of 3 keer zo groot is.
(zoals IQ, minimaal 60 en max 140)
4. Ratio meetniveau; Wanneer de verschillen tussen getallen hetzelfde zijn en de
waarde 0 is een indicatie van de afwezigheid van de gemeten variabele.
(zoals aantal schoenen dat je hebt)

Stap 4. Hypothese
De onderzoeksvraag en de verwachting specificeer je altijd door middel van de theoretische
constructen. ( Theoretisch begrip of concept dat niet direct observeerbaar is, zoals attitude
tegenover het milieu, betrokkenheid, intelligentie.)
Vervolgens maak je een onderzoeksopzet en stel je een hypothese vast door middel van
variabelen. (score)

Stap 5. Dataverzameling
Data van één variabele beschrijven
Afhankelijk van meetniveau:
- grafieken
- beschrijvende statistieken

De variantie is hoe ver alle observaties van het gemiddelde af liggen.
De covariantie meet de gezamenlijke spreiding van twee variabelen. Hoe ver de
observaties af liggen van zowel het gemiddelde van X als het gemiddelde van Y.

Basis om een grafiek of boxplot af te lezen:

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller anne001. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $5.74. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

73314 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$5.74
  • (0)
  Add to cart