Handleiding SPSS
Analyseplan
Onderzoeksvraag opstellen
Dataset op orde maken
1. Data checken op foutieve waarden
2. Meetniveaus bepalen/controleren in SPSS
Eventueel benodigde samengestelde variabele maken
1. Hercoderen items
2. Betrouwbaarheid checken en indien nodig items
verwijderen
3. Samengestelde variabele maken
4. Variabele view invullen voor de samengestelde
variabele
Uitvoeren toets
1. Bepalen onafhankelijke en afhankelijke variabele
2. Selecteren juiste toets
3. Interpreteren uitkomsten toets
4. Onderzoeksvraag beantwoorden
STAP 1
- Foutieve waarden checken: 1 kijk gegeven antwoorden 2 vul missing
value in
- Meetniveaus controleren:
1. Nominaal: niet rangschik baar (man/vrouw)
2. Ordinaal: geen concrete verschillen/geen vaste afstand, wel een
rangorde (opleidingsniveau)
3. Interval: geen absoluut nulpunt, wel rangorde (temperatuur; -5,-1)
LIKERTSCHAAL
4. Ratio: wel absoluut nulpunt (leeftijd, inkomen, gewicht) (geen -20
jaar, geen -2kg)
STAP 2
- Hercoderen items: (let op 3 dingen)
1. Is de vraag/stelling positief of negatief gesteld?
2. Hoe is de richting van de Likertschaal? (helemaal mee eens –
helemaal mee oneens of anders om) (1-5, 5-1)
3. Hoe is de ‘richting’ van de meervoudige variabele gesteld > gevoel
van geluk, depressieve gevoelens (psychologisch begrip)
Hoe hercoderen:
Transform
Recode into different variables
Markeer variabelen om te
hercoderen
Overbrengen naar Output
Analyseplan
Onderzoeksvraag opstellen
Dataset op orde maken
1. Data checken op foutieve waarden
2. Meetniveaus bepalen/controleren in SPSS
Eventueel benodigde samengestelde variabele maken
1. Hercoderen items
2. Betrouwbaarheid checken en indien nodig items
verwijderen
3. Samengestelde variabele maken
4. Variabele view invullen voor de samengestelde
variabele
Uitvoeren toets
1. Bepalen onafhankelijke en afhankelijke variabele
2. Selecteren juiste toets
3. Interpreteren uitkomsten toets
4. Onderzoeksvraag beantwoorden
STAP 1
- Foutieve waarden checken: 1 kijk gegeven antwoorden 2 vul missing
value in
- Meetniveaus controleren:
1. Nominaal: niet rangschik baar (man/vrouw)
2. Ordinaal: geen concrete verschillen/geen vaste afstand, wel een
rangorde (opleidingsniveau)
3. Interval: geen absoluut nulpunt, wel rangorde (temperatuur; -5,-1)
LIKERTSCHAAL
4. Ratio: wel absoluut nulpunt (leeftijd, inkomen, gewicht) (geen -20
jaar, geen -2kg)
STAP 2
- Hercoderen items: (let op 3 dingen)
1. Is de vraag/stelling positief of negatief gesteld?
2. Hoe is de richting van de Likertschaal? (helemaal mee eens –
helemaal mee oneens of anders om) (1-5, 5-1)
3. Hoe is de ‘richting’ van de meervoudige variabele gesteld > gevoel
van geluk, depressieve gevoelens (psychologisch begrip)
Hoe hercoderen:
Transform
Recode into different variables
Markeer variabelen om te
hercoderen
Overbrengen naar Output