Beknopte samenvatting H1 t/m 5

Samenvatting H1 t/m H5 - Medisch teamwork en CRM


HOOFDSTUK 1 - Wat is CRM?

CRM heeft als doel om menselijke fouten te voorkomen of de gevolgen hiervan te beperken.
Op deze manier wordt een veilig en efficiënt zorgproces beoogd.

CRM bestaat uit twee kernonderwerpen:
1. Menselijke factoren: normale menselijke beperkingen rond informatieopname- en
verwerking, perceptie en miscommunicatie, spelen een rol bij het ontstaan van fouten.
2. Situatiebewustzijn: de juiste perceptie van de werkelijke situatie is cruciaal voor het
nemen van de juiste beslissingen en daaropvolgende handelingen. Samenwerken, omgaan
met stress, leiderschap en communicatie zijn belangrijke factoren die het situatiebewustzijn
kunnen beïnvloeden.

Diverse niveaus binnen CRM:
--> Organisatieniveau: management, procesinrichting, supervisie, organisatiecultuur
--> Teamniveau: communicatie en leiderschap
--> Professional (individu): rol binnen team staat centraal, omgaan met stress,
verschil in persoonlijkheid, het begrijpen van menselijke
interacties en het herkennen van en omgaan met gevaarlijke
houdingen.

Menselijke factoren
De cognitieve mogelijkheden van mensen kennen grenzen die tot onveiligheid kunnen leiden
als er in een hoog complexe zorgomgeving geen rekening mee wordt gehouden.

Een belangrijke factoren tijdens het uitvoeren van een taak zijn mentale modellen. Dit is
een weergave in je hoofd van iets wat eerder heeft plaatsgevonden en hoe je ermee bent
omgegaan = ervaring.
Gevaar: je trekt snel conclusies, omdat je denkt iets te herkennen, waardoor je een fout
maakt.
Oftewel: satisfaction of search (je kijkt niet verder, omdat je tevreden bent dat je iets hebt
gevonden)
= VEELVOORKOMENDE VALKUIL TIJDENS DIAGNOSTISCH REDENEREN

Situatiebewustzijn = het beeld dat je hebt van je omgeving op een bepaald moment
--> dus alle actieve mentale modellen, geactiveerd door informatie die is opgenomen onder
invloed van stress, vermoeidheid, interne doelstelling etc. op een bep. moment in tijd

Wordt onderverdeeld in:
1. Perceptie van huidige situatie
2. Interpretatie van de waarneming (interpreteren van info, onderkennen patronen en het
begrijpen van de consequenties)
3. Op basis van perceptie en interpretatie anticiperen op de toekomst door te voorspellen
wat er zal gebeuren als een actie wel of niet wordt ondernomen, gevolgen inzien
= Projectie

, Wat kan situatiebewustzijn beïnvloeden?
Stress (te veel of te weinig)
Verschuiving van doelstellingen
Omgevingsfactoren
Activeren van onjuiste of onvolledige mentale modellen
Interactie en communicatie met andere personen
Persoonlijke factoren

Geheugen
Informatie die betekenis heeft wordt beter onthouden = chunking
Informatie die veelvuldig wordt herhaald OF emotionele lading heeft wordt beter onthouden
in het langetermijngeheugen.

Aandacht
Het bewust richten van aandacht op bepaalde elementen in de omgeving = topdown sturen
van aandacht

Als onze aandacht wordt getrokken door stimuli in de omgeving = bottom-upproces

Te veel routine + gewoontes --> gevaar voor minder alert uitvoeren van taken.

Waarneming
De omgeving wordt waargenomen, zodat we juist die informatie tot ons nemen die belangrijk
is bij het uitvoeren van een taak.

Hierbij kan deels wat worden aangevuld of juist weggelaten op basis van eerdere ervaringen.
Dit brengt een risico met zich mee.

Organisatieniveau
Organisatorische aspecten die invloed hebben op het handelen van zorgverleners wordt
hierna besproken, zoals: werkplek, kennis en overdracht, cultuur, werkdruk en de invloed
van sociale interacties op het functioneren.

Werkplek
Temperatuur
Rustig, goed ingericht
Grootte
Omgevingsgeluid

Kennis en overdracht
Bijscholing, op de hoogte van nieuwe procedures/protocollen en nieuwe technologie

Cultuur
Normen en waarden
Open en eerlijk? --> bevorderlijk voor veiligheid aangezien men elkaar durft aan te spreken
op fouten en risico’s om daarvan te leren
Melden van incidenten --> wordt dit gestimuleerd?